Info voor ouders

Inleiding

Veilig opgroeien bij je eigen ouders samen met broertjes en zusjes, is het beste voor kinderen. Toch kan dit niet altijd en dan moet een kind tijdelijk ergens anders wonen. Soms wil een kind dat zelf, soms bepalen ouders of een kinderrechter dat dat beter is. Het uit huis plaatsen van een kind is een ingrijpende gebeurtenis voor het hele gezin. Het is een uiterste middel, als andere oplossingen niet voldoende hebben geholpen om de thuissituatie te verbeteren. 

De richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing helpt hulpverleners om samen met jou te beslissen of je kind1 thuis kan blijven wonen of tijdelijk ergens anders gaat wonen. De richtlijn helpt ook om te bepalen welke hulp nodig is om de problemen thuis op te lossen en daarmee een uithuisplaatsing te voorkomen of ervoor te zorgen dat je kind zo snel mogelijk weer veilig en gezond thuis kan opgroeien. 

Hier lees je een handige samenvatting van de richtlijn. Het is fijn als je van deze informatie op de hoogte bent zodat je weet wat je kunt verwachten. Ook kan deze informatie nuttig zijn als hulpmiddel bij het overleg met je hulpverlener.

Uithuisplaatsing voorkomen

Allereerst mag je verwachten dat je hulpverlener er samen met jou alles aan doet om een uithuisplaatsing te voorkomen. Veilig opgroeien in het eigen gezin heeft altijd de voorkeur. Het is dus belangrijk om te kijken naar andere mogelijkheden om de problemen te verminderen. Bijvoorbeeld intensieve behandeling thuis, of hulp van familie, vrienden en andere bekenden. Je hulpverlener legt uit welke hulpmogelijkheden er zijn en welke voor- en nadelen die hebben. Samen spreek je af wat er moet veranderen en hoe je dat voor elkaar gaat krijgen. Steeds kijken jullie of de thuissituatie verbetert en of je kind nog veilig is en zich goed ontwikkelt. Helaas lukt het niet altijd om de situatie te verbeteren. Een uithuisplaatsing kan dan zorgen voor rust om de problemen thuis op te lossen. 

Beslissen over uithuisplaatsing

Je hulpverlener maakt samen met jou een zorgvuldige afweging over de uithuisplaatsing. De beslissing wordt zoveel mogelijk samen met jou en je kind genomen. Bij een vrijwillige uithuisplaatsing ben je het als ouder eens met de oplossing dat je kind tijdelijk even niet thuis woont. Bijvoorbeeld als het helemaal niet goed met je gaat en je wilt dat je kinderen goed worden opgevangen, bijvoorbeeld bij familie. Bij een gedwongen uithuisplaatsing beslist de kinderrechter dat het beter is dat je kind tijdelijk ergens anders woont. Meestal is een uithuisplaatsing tijdelijk, maar soms is het een blijvende oplossing. 

Zo thuis mogelijk opgroeien

Is er gekozen voor een uithuisplaatsing, dan zoekt je hulpverlener een geschikt pleeggezin of gezinshuis voor je kind. Dit pleeggezin of gezinshuis bevindt zich het liefst zo dichtbij mogelijk, zodat je kind op dezelfde school kan blijven en het makkelijker is om contact te houden met ouders, familie en bekenden. Om ernstige emotionele en gedragsproblemen te behandelen is het soms nodig dat je kind voor korte of langere tijd in een instelling verblijft. Zo’n verblijf is een laatste optie en altijd tijdelijk. Na afloop van een behandeling kijkt je hulpverlener eerst of je kind weer thuis kan wonen. 

Zo thuis mogelijk opgroeien betekent ook dat als je kind niet meer bij je woont, jij als ouder nog steeds een belangrijke rol speelt in het leven van je kind. Je gaat bijvoorbeeld nog steeds samen een dagje uit, mee naar de kapper of naar een schoolvoorstelling. Ook blijf je meebeslissen over zaken die je kind aangaan. 

Hulp voor jou en je kind

Bij een uithuisplaatsing gaat je hulpverlener samen met jou na welke hulp jij en je kind verder nodig hebben. Deze hulp is er zo veel mogelijk op gericht om de relatie tussen jou en je kind te herstellen en andere problemen te verhelpen of verminderen, zodat je kind snel weer thuis kan wonen. Ook wordt er gelijk een omgangsregeling vastgesteld. In zo’n omgangsregeling staat hoe vaak, waar en wanneer je contact met je kind kunt hebben. In de regeling staat ook wie er nog meer contact hebben, zoals broers en zussen, opa en oma of goede bekenden van je kind. 

Samenwerken met je hulpverlener

Hulp heeft de meeste kans van slagen als jij en je hulpverlener samenwerken aan het verbeteren van de situatie. Het is daarom belangrijk dat je je wensen en verwachtingen uitspreekt en dat je hulpverlener hiernaar luistert. Ook wanneer je kind uit huis geplaatst is en je geen gezag hebt, moet je hulpverlener je uitnodigen om het contact met je kind goed te houden. Stel vragen aan je hulpverlener als je iets wilt weten of als iets niet duidelijk voor je is. Vraag naar de voor-en nadelen van de verschillende soorten hulp. Wees ook duidelijk over je eigen wensen en verwachtingen. Vertel aan je hulpverlener wat je graag zou willen en welke oplossingen jij ziet. 

Het kan voorkomen dat je hulpverlener een beslissing neemt waar je het niet mee eens bent. Zo’n beslissing neemt je hulpverlener nooit alleen. Je hulpverlener betrekt hier minimaal een gedragswetenschapper bij, maar ook collega’s van andere instanties kunnen informatie en advies geven. Alle beslissingen, argumenten en afspraken worden met jou besproken en zet je hulpverlener duidelijk op papier. Kom je er samen niet uit? Dan heeft de instantie waar je hulpverlener werkt een klachtenregeling. Maak daar gebruik van als je het niet eens kunt worden over de genomen beslissingen.

Terug naar huis

Als je kind weer thuis komt wonen, moeten jij en je kind weer wennen aan de nieuwe situatie. Je hulpverlener helpt je hierbij en blijft jou en je kind ook na de terugplaatsing ondersteunen. Soms is het niet meer mogelijk dat je kind bij jou opgroeit. Maar je blijft altijd de ouder en een belangrijke rol spelen in het leven van je kind. Ook als je kind niet meer thuis komt wonen, blijft het contact tussen jou en je kind belangrijk. Je hulpverlener kijkt samen met jou hoe je het contact dan kunt vormgeven. 

Tips voor ouders

  • Blijf altijd betrokken en houd zelf zo veel mogelijk de regie; 
  • Sta open voor adviezen en probeer daar iets mee te doen;
  • Geef je mening. Maak bijvoorbeeld op tijd duidelijk als een advies niet bij jou of je kind past en kijk samen met je hulpverlener wat je daaraan kunt doen.

Meer informatie?

Reageer!