Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Ernstige gedragsproblemen
Twee kinderen geven highfive

Interventies evalueren

Toelichting op de aanbevelingen

  • Voer interventies uit zoals bedoeld. 

  • Monitor en evalueer na de start ervan met het kind en de ouders of deze interventies de juiste effecten hebben. Zo nee, overweeg het volgende:

    • Pas de aanpak aan (bijvoorbeeld aan andere problemen van het kind of van het gezin).
    • Verricht opnieuw diagnostiek om te achterhalen of er wel gewerkt wordt aan de juiste in stand houdende factoren.
    • Roep advies/hulp in van specialisten met aanvullende expertise.

Participatie is een voortdurend proces van informatie-uitwisseling. Nadat de hulp gestart is, is het noodzakelijk om te monitoren en te evalueren of deze de gewenste effecten heeft. Dit doe je met het kind en diens ouders. Het is daarbij belangrijk dat het kind en diens ouders de kans krijgen om kritiek te uiten op de gestarte hulp en suggesties aan te dragen voor het vervolg.

Tijdens de interventie is het nodig om nieuw gedrag in te laten slijten. Heb daar aandacht voor. Als resultaten achterblijven, kan het noodzakelijk zijn de gekozen aanpak te wijzigen. Soms moet er opnieuw diagnostiek verricht worden om te achterhalen of de problematiek juist is beoordeeld en of er gewerkt wordt aan de juiste in stand houdende factoren. Ook kan het nodig zijn om advies of hulp in te roepen van specialisten met aanvullende expertise, bijvoorbeeld vanuit de kinder- en jeugdpsychiatrie, de verslavingszorg of de zorg voor kinderen met een licht verstandelijke beperking.