
Leersituaties creëren
Toelichting op de aanbeveling
-
Creëer voortdurend situaties die het voor kinderen mogelijk maakt om gewenst gedrag te laten zien.
Gedrag valt effectief te veranderen door de ‘operante leertheorie’ toe te passen. Deze theorie gaat ervan uit dat gedrag wordt beïnvloed door wat eraan voorafgaat en wat erop volgt. Dit uitgangspunt wordt weergegeven in het ‘ABC-schema’. Daarin staat de B (van ‘Behavior’) voor het gedrag, de A (van ‘Antecedent’ of ‘Activating event’) voor wat aan het gedrag voorafgaat en de C (van ‘Consequence’) voor wat erop volgt.
Zodra je als beroepsopvoeder opvoedingstechnieken beheerst waarmee je kunt reageren op de antecedenten en consequenties van gedrag, ben je in staat het gedrag van kinderen gunstig te beïnvloeden. De operante leertheorie vormt ook de basis van veel effectief gebleken oudertrainingen voor kinderen met (ernstige) gedragsproblemen.
Als beroepsopvoeder wil je weten welk gedrag goed is om te bekrachtigen of aan te leren bij kinderen. Om dit te beoordelen, baseer je je op de ontwikkelingstaken waar een kind voor staat. Je gaat na wat het kind al bezit aan vaardigheden in het dagelijks leven en op het gebied van ontwikkelingstaken – en welke vaardigheden hij nog kan leren