5.1.3. Vertrouwen
Toelichting op de aanbeveling
-
Wees je bewust van wantrouwen en bouw aan vertrouwen. Let op de signalen van een verstoorde samenwerking of onopgeloste spanningen tussen professionals die eerder betrokken waren, huidige professionals, het team en de ouders. Reageer proactief, houd de communicatiekanalen open en ga op zoek naar constructieve oplossingen.
Proactief reageren
Door als professional proactief te reageren op signalen, kun je het wantrouwen herstellen en de voortgang van de behandeling waarborgen. Door de ouderbetrokkenheid in combinatie met de leefklimaatmeting te meten, kun je makkelijker naar eventueel wantrouwen vragen en dit herstellen.
Alliantiebreuken voorkomen
Om de samenwerking met ouders te vergroten, is het belangrijk om oog te hebben voor alliantiebreuken (samenwerkingsbreuken). Deze treden op bij spanningen of misverstanden in de samenwerking tussen ouders en professionals. Hierdoor kunnen ouders zich emotioneel afsluiten, wat ten koste gaat van de samenwerking en behandeling van de jongere (Roest, 2020). Met deze strategieƫn voorkom je alliantiebreuken en zorg je dat je de samenwerking met ouders kunt voortzetten:
- Streef naar open, eerlijke en proactieve communicatie met ouders. Je moedigt ouders aan om hun zorgen en perspectieven te delen en reageert empathisch op hun feedback.
- Toon empathie. Je luistert actief naar de emoties en zorgen van ouders en toont begrip voor hun perspectieven. Door empathie te tonen, bouw je aan een positieve werkrelatie en versterk je het vertrouwen.
- Bevorder zelfreflectie. Je moedigt ouders aan om op hun gedachten en gevoelens over de behandeling en therapie van hun kind te reflecteren. Dit vergroot hun bewustwording en draagt bij aan een constructieve samenwerking.
- Moedig flexibiliteit aan. Je stimuleert flexibiliteit en aanpassingsvermogen in de samenwerking met ouders. Erken de behoeften en situatie van elke ouder en pas je aanpak hierop aan.
- Wees transparant in de communicatie. Je bent open over de doelen, voortgang en uitdagingen van de behandeling. Zo ontstaat er meer begrip en vertrouwen in de samenwerking met ouders.
- Neem samen besluiten. Je betrekt ouders actief bij de besluitvorming over de behandeling van hun kind. Geef ouders ook een stem bij het vaststellen van doelen en behandelplannen.
- Beslis samen. Je stimuleert een samenwerking waarbij je samen met de ouders beslissingen neemt over de jongere. Hierbij respecteer je de expertise van beide partijen. Hierdoor ervaren ook ouders eigenaarschap en verantwoordelijkheid en dat komt de behandeling ten goede. Je besteedt ook aandacht aan het opbouwen van ouderlijke vaardigheden, betrokkenheid bij behandelplanning en het bevorderen van het contact tussen ouder en de jongere (Roest, 2020; Tang et al., 2024; Van Eck et al., 2024).