Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Jeugdhulp met verblijf
Jongere

6. Toekomstgericht werken

Over toekomstgericht werken

De inzet van jeugdhulp met verblijf is zoveel mogelijk gericht op terugkeer van de jongere naar de eigen omgeving. Als dat niet mogelijk is, gaat het om het vinden van een perspectief biedende woonplek (art. 5, 9 IVRK), zoals een woonvoorziening, zelfstandig wonen of pleegzorg. Het uitgangspunt van zo’n perspectief biedende woonplek is zo kort als mogelijk en zo lang als nodig. Het doel is het bevorderen van welzijn en zelfstandigheid (art. 8 EVRM). 

Samenwerking tussen jongere, ouders, het formele netwerk en informele netwerk zijn hierbij essentieel. Zorg als professional voor een effectief traject dat aansluit bij de behoeften de jongere en de ouders. Een traject dat bovendien past bij hun ideeën over een waardevol leven in én na de jeugdhulp met verblijf. Denk aan wonen, daginvulling, meedoen, support, zingeving, en fysieke en mentale gezondheid.

De aanbevelingen en inhoud van deze bouwsteen sluiten aan op de richtlijn Toekomstgericht werken en zijn specifiek toegespitst is op de context van jeugdhulp met verblijf.

Vraag en aanbevelingen

6.1. Samenwerken aan toekomstgericht leven

Hoe werk je in gezamenlijkheid aan een voor de jongere toekomstgericht en waardevol leven?

Aanbevelingen

6.1.1. Persoonlijk contact

  • Geef prioriteit aan persoonlijk contact, door het eigen verhaal van de jongere te erkennen en de ouders hierbij te betrekken. 

6.1.2. Jongeren actief betrekken

  • Bevorder betekenisvolle participatie. Betrek jongeren actief bij de besluitvorming over hun eigen traject. Sluit aan bij hun behoeften, geef hen een stem in de planning en uitvoering en vertrouw erop dat ze zelf beslissingen kunnen nemen. 

6.1.3. Perspectiefplan

  • Start bij opname in de jeugdhulp met verblijf met het opstellen van een perspectiefplan. Stem het perspectiefplan af op het perspectief van de jongere. Schets gezamenlijk een duidelijk traject wat voorspelbaar is en de motivatie versterkt. Zorg dat het plan een weerspiegeling is van persoonlijke doelen en wensen. Houd bij het vervolgtraject rekening met financiële aspecten, verlengde jeugdzorg, Wmo en integrale trajectzorg.

6.1.4. Sociaal netwerk

  • Focus op het opbouwen, ondersteunen en stimuleren van een eigen sociaal netwerk voor de jongere.

6.1.5. Samenwerking ouders, netwerk en professionals

  • Stimuleer samenwerking tussen ouders, netwerk en professionals. Zorg voor een duidelijke overdracht naar het vervolgverblijf. Laat de jongere, ouders, netwerk en de professionals samen kijken naar de behoeften en de best passende ondersteuning. Versterk de band tussen ouders en professionals en richt een gestructureerd vervolgzorgprogramma in, zodat je jongeren goed voorbereidt op zelfstandigheid.

6.1.6. Integrale aanpak vervolgzorg

  • Bied een integrale aanpak van vervolgzorg. Werk samen met verschillende partijen, zoals jeugdzorginstellingen, gemeenten, onderwijsinstellingen en werkgevers aan een gestructureerd vervolgzorgprogramma.

6.1.7. Vervolgzorg op maat

  • Bied vervolgzorg op maat. Erken dat vervolgzorg niet altijd nodig is of aansluit bij de behoefte van een jongere. Sta daarom stil bij het aanbieden van verschillende vormen van ondersteuning, zodat de zorg het beste aansluit bij de individuele behoeften en situatie.