Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Jeugdhulp met verblijf
Jongere

4.1.2. Samenwerkingsrelatie

Toelichting op de aanbeveling

  • Werk samen met jongeren en hun ouders om de veiligheid en veiligheidsbeleving van de jongere en naasten te vergroten.

Vergroten veiligheidsbeleving

Veiligheid betekent vaak dat er geen ónveiligheid is. Dus dat er geen factoren aanwezig zijn die onveiligheid veroorzaken. Dit kan gaan over verschillende vormen van mishandeling, zoals emotionele, lichamelijke en seksuele mishandeling en emotionele verwaarlozing (art. 37 IVRK). Onveilige situaties zijn onder te verdelen in acute onveiligheid en structurele onveiligheid, die langer aanhoudt (NJi, z.d-d). Om het veiligheidsgevoel van jongeren en hun ouders te vergroten, kunnen de volgende acties helpen: 

  • Bespreek met jongeren, ouders en ketenpartners over veiligheidsbeleving in huis of op de groep. Praat ook over welke risico’s acceptabel zijn om de autonomie te vergroten. Luister goed naar wat jongeren belangrijk vinden en betrek hen bij beslissingen die hun leven beïnvloeden. (art. 12 IVRK) (Bouma et al., 2017; Evans, 2018; Griffith et al., 2013; Sondeijker et al., 2020).
  • Houd contact met jongeren die een onveilige situatie veroorzaken. Onderzoek samen waarom ze zich zo gedragen. Kijk ook eerlijk naar je eigen handelen en naar wat er speelt in de omgeving de jongere.
  • Ken de voorgeschiedenis van de jongere, maak gebruik van signaleringsplannen en stel bij waar nodig.
  • Maak een risico-inventarisatie op maat waarin je focust op de specifieke situatie en omstandigheden. Doe dit in samenspraak met de jongere en de ouders. Stel een veiligheidsplan op en check regelmatig of je dat moet bijstellen.  

Gezonde (seksuele) ontwikkeling 

Binnen jeugdhulp met verblijf is het belangrijk dat jongeren zich op een gezonde manier kunnen ontwikkelen. Dit geldt ook voor hun seksuele ontwikkeling. Een gezonde (seksuele) ontwikkeling betekent dat zij vragen kunnen stellen, steun krijgen bij wat ze meemaken en (seksueel) misbruik voorkomen.  

Jeugdhulp met verblijf moet een omgeving zijn waarin jongeren hun (seksuele) identiteit op een positieve en veilige manier verkennen. Een omgeving waar ze zich bewust worden van hun eigen (seksuele) gevoelens en grenzen. Ze leren over wederzijds respect, toestemming, gezonde relaties en grensoverschrijdend gedrag (NJi, z.d-d; Sonderman, 2023). 

Ondersteuning bij seksuele ontwikkeling 

Jongeren in jeugdhulp met verblijf hebben recht op ondersteuning bij hun seksuele ontwikkeling. Hiervoor bestaan informatieve en begeleidende programma’s die passen bij hun leeftijd en ontwikkeling. Maar een veilige omgeving is niet genoeg. Je kunt als jeugdprofessional jongeren ook op veel andere manieren ondersteunen bij hun ontwikkeling en welzijn. Dit zijn enkele aandachtspunten: 

  • Open communicatie: het is belangrijk dat kinderen en jongeren makkelijk met hulpverleners kunnen praten. Zorg dat ze zich vrij voelen om vragen te stellen, zorgen te uiten en informatie te delen over hun seksuele gevoelens en ervaringen (NJi, z.d.-d). Maak duidelijk dat ze daarnaast terechtkunnen bij een vertrouwenspersoon en hoe ze die kunnen bereiken. 
  • Seksuele voorlichting: informatieve programma’s over seksualiteit moeten passen bij de leeftijd en behoeften van jongeren. Denk aan onderwerpen als het lichaam, anticonceptie, (seksuele) gezondheid, wederzijds respect en toestemming.
  • Normalisatie van seksualiteit: seksualiteit hoort bij het leven. Geef jongeren mee dat het normaal is om hier vragen over te hebben en erover te praten. 
  • Preventie van grensoverschrijdend gedrag: zorg voor een klimaat waarin (seksueel) grensoverschrijdend gedrag wordt voorkomen. Dit geldt zowel tussen jongeren onderling als met professionals. Hierbij zijn ook gedragsregels en protocollen nodig, voor als er wel iets voorvalt.
  • Privacy en vertrouwen: jongeren moeten erop kunnen vertrouwen dat ze met professionals vertrouwelijk kunnen praten over persoonlijke (seksuele) zaken. Zorg dat zij weten dat je hun vragen en zorgen met respect en discretie behandelt.
  • Genderinclusiviteit: zorg voor een klimaat dat diversiteit in genderidentiteit en -expressie erkent en respecteert. Zo voelen jongeren zich vrij om hun eigen identiteit en geaardheid te verkennen. 
  • Deskundigheid van professionals: professionals binnen jeugdhulp met verblijf horen deskundig en getraind te zijn op het gebied van seksuele voorlichting, misbruikpreventie en omgaan met seksuele vraagstukken (NJi, z.d-d; Sonderman, 2023). 

Traumasensitieve aanpak 

Recent wetenschappelijk onderzoek legt de nadruk op de verbanden tussen gezondheid, en de ervaringen die individuen gedurende hun levensloop doormaken (Vervoort-Schel et al., 2018, 2021). Deze bevindingen benadrukken de rol van negatieve jeugdervaringen (ACE's), die in Pedagogisch klimaat worden behandeld. Binnen de context van jeugdhulp met verblijf vertonen jongeren vaak complex, onaangenaam of onveilig gedrag, als gevolg van trauma. 

Professionals binnen de jeugdhulp met verblijf moeten een traumasensitieve aanpak hanteren om effectief te kunnen werken. Dit houdt in dat zij zich actief inspannen om (her)traumatisering te voorkomen en gevoelig reageren op gedrag dat gerelateerd is aan trauma, zoals agressie en terugtrekking. Dergelijke benaderingen bevorderen een veilige sociale omgeving en stellen jongeren in staat om nieuwe strategieën te ontwikkelen voor het reguleren van hun gedrag (Bryson et al., 2017; Ford & Blaustein, 2013; Izzo et al., 2020; Kor et al., 2021; Zelechoski et al., 2013). In het onderstaand figuur wordt een schematische weergave gegeven van een traumasensitieve benadering, waarbij de nadruk ligt op het begrijpen en reageren op de impact van trauma op het gedrag en de behoeften van jongeren. 

trauma informed care

Figuur 3: Trauma Informed Care 

Jongeren in jeugdhulp met verblijf ervaren vaak aanhoudende stress en een gebrek aan autonomie, wat kan leiden tot een negatieve cyclus van risicogedrag. Dit gedrag wordt gekenmerkt door een verminderde frustratietolerantie, snellere woede-uitbarstingen en een verminderd inzicht in de gevolgen van hun gedrag (Griffith et al., 2013; Nijhof et al., 2014; Evans, 2018; Hiller et al., 2023). 

Ook als jongeren hun leefomgeving als onveilig of vijandig ervaren, kan dit hun emotionele welzijn negatief beïnvloeden en het risico op het gebrek aan zelfregulatie vergroten. Moeite met zelfregulatie kan verdere stress veroorzaken en het vermogen om met conflictsituaties om te gaan beperken (Mota et al., 2023; Van der Helm et al., 2011). De ervaringen van trauma en geweld verschillen tussen meisjes en jongens in jeugdhulp met verblijf, waarbij meisjes over het algemeen meer tekenen van trauma en geweld vertonen dan jongens (Farley et al., 2021). Meisjes in jeugdhulp met verblijf lijken gevoelig voor (herhaald) seksueel misbruik en daarmee verbonden zelfregulatieproblemen (Sonderman, 2023). Tevens vertonen ze vaker symptomen van een verminderde hechtingsstijl (Costa et al., 2020). De gevolgen van langdurige stress, zoals bij PTSS, leiden bij meisjes vaker tot risicogedrag en ernstige problemen met emotieregulatie en beschadigend gedrag op zichzelf gericht (Gutterswijk et al., 2022). Bij jongens leidt aanhoudende stress en onveiligheid eerder tot naar buiten gerichte gedragsproblemen, zoals agressie. Deze bevindingen benadrukken het belang van gerichte aandacht voor de impact van trauma en geweld op zowel de emoties als het gedrag van jongeren binnen de jeugdzorg met verblijf. De veilige opvoedomgeving in combinatie met responsieve opvoeders leidt tot minder stress en negatieve emoties, wat bijdraagt aan het herstel van de jongeren (Eltink et al., 2025; Riemersma et al., 2023). 

Door jongeren inclusief de (opvoed)omgeving (professionals en/of ouders) te voorzien van kennis over zelfregulatie, kunnen de hoogoplopende emoties die jongeren ervaren beter begrepen en geformuleerd worden. Met de bewustwording van de onderliggende emoties kan de focus gelegd worden op de regulatie hiervan (Sonderman, 2023). Het plaatsen van de jongeren in een stabiele en veilige opvoedomgeving kan bijdragen aan de vermindering van negatieve gevolgen van eerder misbruik en helpt voor een deel bij het herstel en welzijn (Eltink et al., 2025; Riemersma et al., 2023). 

Het recht van jongeren op bescherming tegen geweld, misbruik en verwaarlozing binnen de jeugdhulp met verblijf dient gewaarborgd te worden (artikel 19 IVRK en 37 IVRK). Jongeren in deze setting lopen het risico op herhaald slachtofferschap van grensoverschrijdend gedrag, wat kan leiden tot het herbeleven van eerder trauma (Khoury-Kassabri & Attar-Schwartz, 2014; Sonderman, 2023). Dit grensoverschrijdende gedrag kan verschillende vormen aannemen, waaronder lichamelijk geweld, seksueel geweld en relationele agressie zoals pesten en uitsluiting (Khoury-Kassabri & Attar-Schwartz, 2014; Sonderman, 2023). Het probleem van geweld binnen jeugdhulp met verblijf komt veel voor, waarbij meer dan de helft van de jongeren meldt slachtoffer te zijn geweest van fysiek geweld door leeftijdsgenoten. Professionele zorg dient jongeren tijdens hun verblijf te beschermen tegen herhaald slachtofferschap, waarbij de ernst en frequentie van dit fenomeen wordt beïnvloed door zowel individuele kenmerken als de sociale context (Khoury-Kassabri & Attar-Schwartz, 2014; Sonderman, 2023). Misbruik van jongeren in jeugdzorginstellingen is een probleem dat niet over het hoofd gezien mag worden. Elke keer dat het voorkomt is te vaak en het heeft ingrijpende en langdurige gevolgen. Het detecteren en voorkómen van misbruik vereist training voor werknemers, intensieve begeleiding, effectieve monitoring en soepele communicatie tussen professionals en jongeren. Reguliere onaangekondigde inspectiebezoeken zijn aanvullend van belang om toezicht te houden op de veiligheid in jeugdzorginstellingen. Tegelijkertijd is het belangrijk om te erkennen dat niet alle vormen van misbruik, zoals financieel of emotioneel misbruik, zichtbaar te maken zijn (Collins & Murphy, 2022).  

Het scheiden van jongens en meisjes kan leiden tot versterking van onjuiste genderverwachtingen en het beperken van de mogelijkheid om verschillende perspectieven te ervaren. Het vinden van een juiste balans tussen gescheiden en gemengde groepen is een uitdaging voor jeugdzorginstellingen, waarbij rekening gehouden moet worden met de individuele behoeften van jongeren en wat het beste is voor hun welzijn en ontwikkeling. Uiteindelijk draait het om het creëren van een omgeving waarin jongeren zich kunnen ontwikkelen tot zelfbewuste en empathische individuen, ongeacht of ze zich in gescheiden groepen of gemengde geroepen bevinden (Dirkse et al., 2018; Greyk, 2023). Professionals benoemen daarnaast de volgende aandachtspunten om handelingsverlegenheid rondom seksualiteit te doorbreken: 

  • Jongeren hebben de behoefte om over seksualiteit te praten, maar het is voor hen belangrijk om dit op een ontspannen manier te doen, met een vertrouwd persoon. De meeste jongeren, ook degenen die thuis wonen, hebben geen behoefte aan uitgebreide gesprekken over seksualiteit met verschillende volwassenen. 
  • Maak seksualiteit onderdeel van het bespreken van de ontwikkeling van de jongere. Als het een vast kopje is in de rapportage komt het vanzelfsprekender terug. 
  • Ook helpt de bespreking van seksualiteit op thema-avonden of binnen interventies als Girls’ Talk. In het dagelijks leven kan hier vervolgens op een ontspannen manier tijdens maaltijden en terloopse gesprekken met jongeren op worden teruggekomen. 
  • Make a move is ontwikkeld voor jongeren van 12 tot en met 17 jaar die in jeugdzorginstelling verblijven. Deze interventie is nog niet in de Databank Effectieve Jeugdinterventies opgenomen. Voor jongeren binnen de leeftijdsgroep van zes tot en met negen jaar is geen specifieke interventie beschikbaar. Rutgers biedt voor deze leeftijdsgroep materiaal voor opvoeders dat ook bruikbaar is voor professionals. 
  • Bespreek in het multidisciplinaire team samen met jongeren en hun ouders de thema’s lichamelijke integriteit en seksualiteit: wat is hierin aan de ene kant wenselijk en noodzakelijk, en wanneer is er aan de andere kant sprake van grensoverschrijding? Wat zijn de behoeften van jongeren aan lichamelijk contact en bespreek voorbeelden, zoals een knuffel, tegen elkaar aanhangen op de bank of stoeien met elkaar of met volwassenen (Dirkse et al., 2018; Greyk, 2023; Sonderman, 2023).