2. Wat is jeugdhulp met verblijf?
Wettelijke kaders
Jeugdhulp met verblijf is een vorm van hulpverlening waarbij het kind of de jongere, op vrijwillige of gedwongen basis, niet thuis slaapt, maar overnacht bij de jeugdhulpinstelling of het gezinshuis.
Soms kan een kind of jongere niet (meer) thuis wonen. Dan is jeugdhulp met verblijf nodig. In zulke situaties gelden er internationale en nationale wetten en regels, zoals het Verdrag inzake Rechten van het Kind (IVRK), het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM), de Jeugdwet (Jw) en het Burgerlijk Wetboek (BW). Uiteraard is ook medezeggenschap en klachtrecht geregeld. Jeugdhulp met verblijf valt onder ‘niet vrij toegankelijke jeugdhulp’. Dit betekent dat de gemeente eerst een besluit moet nemen. In een vrijwillig kader is toestemming van en samenwerking met kinderen en/of hun ouders vereist (art. 2.3 Jw). Toch kunnen ouders en/of hun kinderen zich door omstandigheden gedwongen voelen om in te stemmen met deze ingrijpende vorm van jeugdhulp (RSJ, Intensieve vrijwillige hulp, 2019).
In het gedwongen kader beslist de kinderrechter. Die kan een ondertoezichtstelling (OTS) in combinatie met een machtiging uithuisplaatsing (UHP) afgeven (art. 1:255 BW, e.v.). Soms is er ook sprake van voogdij of jeugdreclassering (zie ook richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing).
1 European Convention of the Protection of Human Rights and Fundamental Freedoms. Wet van 4 November 1950, inwerking getreden op 31 Augustus 1954 (Trb. 1990, 156).
Bijzondere bescherming
Als kinderen of jongeren (tijdelijk) niet in hun eigen gezin kunnen opgroeien, hebben zij volgens het Kinderrechtenverdrag (artikel 20 IVRK) recht op bijzondere bescherming en bijstand. De overheid moet ervoor zorgen dat ze passende alternatieve zorg krijgen. Een gezinsvervangende omgeving, zoals een pleeggezin of gezinshuis, heeft de voorkeur.
Gesloten voorziening
Verblijf in een gesloten voorziening is een zware vorm van jeugdhulp met verblijf. Alleen de kinderrechter kan een machtiging opleggen. Er moet sprake zijn van ernstige opgroei- en opvoedproblemen en het risico dat het kind of de jongere zich anders aan de jeugdhulp onttrekt of dat anderen dat doen (art. 6.1.1 Jw e.v.). Bij verblijf in de gesloten jeugdhulp geldt in het bijzonder artikel 37 uit het verdrag inzake Rechten van het Kind (IVRK), namelijk kinderen beschermen tegen onwettige of willekeurige vrijheidsbeneming.
Verlenging jeugdhulp
De rechter kan geïndiceerde jeugdhulp met verblijf verlengen tot 23 jaar, als dat nodig is. Voorwaarde is wel dat het kind of de jongere al voor de 18e verjaardag te maken had met jeugdhulp en er verlenging is aangevraagd. Voor gesloten jeugdhulp geldt: verlengen kan maximaal zes maanden en alleen als de behandeling vóór het 18e jaar is begonnen en wordt toegewerkt naar andere hulp (art. 6.1.2 lid 4 Jw).
Bredere aanpak
Jeugdhulp met verblijf is nooit een op zichzelf staande oplossing, maar altijd onderdeel van een bredere aanpak in de jeugdzorgketen. De hulp is zoveel mogelijk gericht op terugkeer naar de eigen omgeving of een woonplek die perspectief biedt voor het kind of de jongere.
Onderwijs en meedoen in de samenleving horen daar ook bij. Dit alles gebeurt met zo min mogelijk dwang, zo kort als mogelijk.
Doelgroep jeugdhulp met verblijf
Jeugdhulp met verblijf is bedoeld voor een brede doelgroep kinderen of jongeren en hun gezinnen. Zij hebben vaak meervoudige problematiek. Denk aan een combinatie van psychische problemen, gedragsproblemen en omgevingsfactoren.
Het gedrag van jongeren is vaak het meest zichtbaar voor jeugdprofessionals. Dit kan zowel externaliserend als internaliserend zijn. Externaliserend gedrag is naar buiten gericht, zoals overactief of agressief gedrag. Internaliserend gedrag is naar binnen gericht, zoals sociaal terugtrekken of zelfverwonding. Voor goede hulp is het belangrijk dat je als professional verder kijkt dan het gedrag en samen met kinderen en hun ouders onderzoekt wat de achterliggende redenen voor (gedrags)problemen zijn.
Negatieve jeugdervaringen
Kinderen en jongeren die te maken krijgen met jeugdhulp en verblijf hebben vaker dan leeftijdsgenoten te maken met negatieve jeugdervaringen (Adverse Child Experiences of ACE’s). Voorbeelden zijn onder andere lichamelijk geweld, seksueel misbruik, emotioneel misbruik, emotionele verwaarlozing, (vecht)scheidingen, middelenmisbruik en gezinsleden met (ernstige) psychische problemen (Dube, 2018; Felliti et al., 2019). Kinderen of jongeren die meer van zulke ervaringen hebben gehad, lopen meer risico op psychische, sociale en emotionele problemen. Die kunnen al op jonge leeftijd voorkomen, maar ook pas in hun volwassen leven.
Vaak heeft niet alleen het kind of de jongere zelf problemen, maar speelt er ook veel in het gezin. De problemen ontstaan vaak op vroege leeftijd. Hierdoor hebben kinderen of jongeren vaak al verschillende trajecten in de hulpverlening achter de rug (Harder et al.,2020; Leloux-Opmeer, 2018).
Volgens het Ecologisch Systeemmodel van Bronfenbrenner’s zijn verschillende systemen en omgevingen van invloed op de ontwikkeling van het kind of de jongere. Kijk bij hulpverlening daarom verder dan het individu, naar de systemen om een kind of jongere heen, zoals het gezin, de school, de wijk, enzovoorts. Daarom is het van groot belang om ook de ouders en het netwerk bij de jeugdhulp met verblijf te betrekken (Bronfenbrenner, 1979).
Figuur: Ecologisch Systeemmodel van Bronfenbrenner
Vormen van zorg
Deze vormen van zorg vallen onder de jeugdhulp met verblijf:
- Gezinshuizen: hier wonen kinderen of jongeren die om verschillende redenen niet thuis kunnen zijn in een gezinsachtige omgeving. De setting biedt stabiliteit, continuïteit en een veilige omgeving waarin ze zich kunnen ontwikkelen. In dit vervangende thuis kan een kind of jongere groeien, leren en herstellen van eventuele trauma's (NJi, z.d.-f).
- Logeerhuizen: een tijdelijk verblijf voor kinderen of jongeren, vaak bevinden zij zich in crisissituaties en is het een tijdelijke oplossing. Het doel is om tot rust te komen in een veilige omgeving en daarnaast aan problemen in de thuissituatie te werken of een geschikte volgende woonplek te vinden (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2023b).
- Kleinschalige voorziening: een woonvorm voor maximaal zes jongeren tussen de 8 tot 23 jaar. Ze verblijven dag en nacht in deze huiselijke omgeving op een instellingsterrein of in een woonwijk, waarbij een vast team van begeleiders hen ondersteunt. Tijdens hun verblijf in de gesloten of open residentiële jeugdzorginstelling krijgen ze intensieve behandeling en begeleiding, die is afgestemd op wat ze nodig hebben. Daarbij is aandacht voor wonen, zorg, onderwijs en werk, zowel tijdens het verblijf als erna (Van Schie et al., 2020, 2023).
- Jeugd-ggz: zorgvorm voor kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen of psychiatrische stoornissen, die baat hebben bij jeugdhulp met verblijf in een gespecialiseerde ggz-setting. Daar krijgen ze intensieve behandeling, therapie, begeleiding en/ of ondersteuning om te leren omgaan met hun psychische problemen en om hun functioneren te verbeteren (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2023a).
- Jeugdhulp voor kinderen of jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb): Zij krijgen specifieke ondersteuning op het gebied van wonen, leren, werken en relaties. Het doel is om met passende begeleiding, structuur en ondersteuning om de zelfredzaamheid en participatie te vergroten (NJi, z.d.-e).
- JeugdzorgPlus (gesloten jeugdhulp): voor kinderen en jongeren die niet bereikbaar zijn voor lichtere vormen van hulpverlening. Zonder behandeling vormen zij een risico voor zichzelf of hun omgeving. Het ontnemen van de vrijheid van kinderen en jongeren is een forse maatregel. Daarom moeten JeugdzorgPlus-instellingen aan hoge kwaliteitsnormen voldoen. Hiervoor bestaat sinds maart 2019 het Kwaliteitskader JeugdzorgPlus 2.0 (Jeugdzorg Nederland, 2019).
- Begeleid wonen: deze woonvorm is bedoeld voor jongeren met fysieke of psychische beperkingen/uitdagingen die (nog) niet helemaal zelfstandig kunnen wonen. Ze krijgen hulp bij hun gezondheid, financiën, huishouden en netwerk. Kamertraining is een vorm van begeleid wonen en helpt jongeren stap voor stap richting zelfstandigheid (Begeleid wonen, 2025).