Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Problematische gehechtheid
Groep kinderen met smartphone

Kernaanbevelingen

  1. Reageer invoelend en voorspelbaar op de kinderen die aan je zorg zijn toevertrouwd, zodat ze een veilige gehechtheidsrelatie kunnen opbouwen.
  2. Investeer in (de relatie met) het kind. Neem de tijd om samen activiteiten te ondernemen, geef het kind je volle aandacht. Luister en kijk goed. Benoem wat de kinderen met hun gedrag laten zien en benoem hun emoties. 
  3. Wees alert op gehechtheid door erop te letten of de kinderen zich op hun gemak voelen bij de persoon aan wie ze gehecht zijn.  
  4. Benadruk dat het niet de schuld van de ouders is dat het kind een problematische gehechtheidsrelatie heeft. Geef aan dat de ouders wel kunnen bijdragen aan herstel van de gehechtheidsrelatie. Zoek de samenwerking met ouders, zodat zij gemotiveerd zijn om door jou gecoacht te worden. 
  5. Stuur een problematische gehechtheidsrelatie tussen kind en ouder bij door de volwassene te begeleiden bij het sensitief en voorspelbaar reageren.  
  6. Screen altijd op problematische gehechtheid in de volgende situaties: 
    • Wanneer het kind opgroeit in een gezin waarin vermoedelijk mishandeling, verwaarlozing of huiselijk geweld aan de orde is (geweest); 
    • Wanneer het kind opgroeit in een gezin waarin één of beide ouders psychiatrische problemen heeft; 
    • Wanneer het kind opgroeit in een gezin waarin de stabiliteit en continuïteit van de ouder-kindrelatie bedreigd wordt of al doorbroken is. Bijvoorbeeld door het verlies van een gehechtheidsfiguur of door een ziekenhuisopname van het kind op jonge leeftijd. 
    • Wanneer het kind een ontwikkelingsstoornis, autistische stoornis of verstandelijke beperking heeft; 
    • Wanneer het kind geadopteerd is of opgroeit in een pleeggezin.
  7. Volg bij iedere plaatsing van een kind onder verantwoordelijkheid van Jeugdhulp het stappenplan Screening en diagnostiek. 
  8. Maak voor verbetering van de gehechtheidsrelatie tussen ouder en kinderen (tot ongeveer 7 jaar) gebruik van erkende preventieve interventies in de thuissituatie. Denk aan Video-feedback Intervention to promote Positive Parenting and Sensitive Discipline (VIPP-SD , 0-6 jaar), de Basic Trustmethode (2-12 jaar), Kortdurende video-hometraining (K-VHT, 0-4 jaar) en Shantala Babymassage individueel (0-1 jaar).
  9. Maak voor ouders en jonge kinderen die tot een risicogroep behoren gebruik van erkende interventies die zich specifiek op een bepaalde risicogroep richten. Bijvoorbeeld de Ouder-baby interventie voor moeders met een depressie, Parent-Child Interaction Therapy (PCIT) voor ouders van kinderen (2-8 jaar) met ernstige gedragsproblemen, of Nederlandse Interventie Kortdurend op Atypisch oudergedrag (NIKA) voor ouders van kinderen (0-6 jaar) met een verhoogd risico op gedesorganiseerde gehechtheid.
  10. Maak voor het verbeteren van de gehechtheidsrelatie tussen ouder en kinderen boven de 7 jaar gebruik van interventies uit de databank Effectieve jeugdinterventies, zoals Video-hometraining (VHT, 4-12 jaar), of de Basic Trustmethode. Daarnaast kun je gebruikmaken van behandelingen die op de website van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie (KJP) te vinden zijn. Zoals Sherborne Samenspel, Theraplay, Differentiatie- en Fasetherapie, en Dyadic Developmental Psychotherapy (DDP).
  11. Zie erop toe dat een kind met een problematische gehechtheidsrelatie over een langere tijdsperiode gevolgd wordt. 
  12. Besteed bij een kind met een problematische gehechtheidsrelatie ook altijd aandacht aan gedragsproblemen. En andersom, kijk bij een kind met gedragsproblemen ook altijd naar de gehechtheidsrelatie met de ouders.