Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Problematische gehechtheid
Groep kinderen met smartphone

4. Signalering en diagnostiek

Vraag en aanbevelingen

Instrumenten

Met welke instrumenten kan een problematische gehechtheidsrelatie worden gesignaleerd? Welke diagnostische instrumenten moeten (minimaal) afgenomen worden bij de ouders en/of het kind? 

Aanbevelingen

Stappenplan voor screening en diagnostiek

  • Wees alert op problemen met gehechtheid door erop te letten of kinderen zich op hun gemak voelen bij de persoon aan wie ze gehecht zijn. Raadpleeg eventueel de Lijst Signalen van Verstoord Gehechtheidsgedrag (LSVG) om te checken welke gedragingen van het kind kunnen wijzen op een problematische gehechtheidsrelatie. Deze lijst wordt nog niet afgenomen.

  • Benadruk in het contact met de ouders dat een combinatie van verschillende factoren bij kind, ouders en omgeving kan leiden tot een problematische gehechtheidsrelatie. Benadruk dat het niet de schuld van de ouders is dat het kind een problematische gehechtheidsrelatie heeft, maar dat de ouders wel kunnen bijdragen aan herstel van de gehechtheidsrelatie.

  • Heb oog voor de eigen problemen van de ouders. Vaak hebben ouders zelf een onveilig werkmodel van gehechtheid. Zo kunnen ouders zelf slachtoffer zijn (geweest) van mishandeling, verwaarlozing en/of huiselijk geweld. Ook kunnen er psychiatrische problemen zijn. Problemen op het werk, in de familie of het gezin (verlies, relatieproblemen, echtscheiding) hebben deregulerende effecten op ouders. Dit geldt ook voor stress in het algemeen. Deze problemen kunnen daarmee een veilige band met hun zoon of dochter in de weg staan. Steun ouders in het zoeken van hulp voor henzelf. En zorg voor een warme, dus begeleide overdracht als je ze verwijst naar een andere professional.

  • Zorg dat er gewerkt wordt aan eventuele psychiatrische problemen van de ouders, bijvoorbeeld door te verwijzen naar de huisarts voor doorverwijzing richting de ggz of het maatschappelijk werk.

  • Zoek de samenwerking met de ouders, zodat zij gemotiveerd raken om door jou gecoacht of begeleid te worden bij het herstel van de gehechtheidsrelatie met hun kind. Sluit daarbij zoveel mogelijk aan bij de mogelijkheden van de ouders. Vaak zijn ouders door jarenlange problemen met hun kind in een negatieve spiraal terechtgekomen en voelen ze zich incompetent. Het is daarom belangrijk dat ouders het vertrouwen in zichzelf als opvoeder terugvinden en overtuigd raken van het idee dat ze een positieve invloed kunnen uitoefenen op hun kind.

  • Volg bij iedere plaatsing van een kind het Stappenplan voor screening en diagnostiek.

  • Bestaat het vermoeden dat een kind een problematische gehechtheidsrelatie heeft, onderzoek dit dan systematisch, het liefst op meerdere manieren. Of laat dit onderzoeken.

  • Volg het stappenplan en zorg dat er bij een vermoeden altijd een gesprek met de ouders plaatsvindt over de ontwikkeling van de gehechtheidsrelatie. En dat er een kort instrument wordt afgenomen om gehechtheidsproblemen te kunnen signaleren: de Lijst Signalen van Verstoord Gehechtheidsgedrag (LSVG) of de Attachment Relationship Inventory – Caregiver Perception (ARI-CP) voor kinderen tot 5 jaar, en de Attachment Insecurity Screening Inventory (AISI) voor kinderen tussen 6 en 12 jaar. Het brede functioneren van het kind wordt in stap 2 onderzocht met de Child Behavior Checklist (CBCL)/ Teacher's Report Form (TRF)/ Youth Self Report (YSR) of Vragenlijst over Ontwikkeling en Gedrag (VOG).

  • Wanneer het nodig is om de gehechtheidsproblemen uitgebreider te onderzoeken (stap 3), neem dan een klinisch instrument af of laat dit afnemen. Observeer de interactie tussen ouder en kind, eventueel met behulp van een videocamera.

  • Voer onderzoek naar problematische gehechtheid zoveel mogelijk multidisciplinair uit. Dat wil zeggen dat bij het onderzoek een (GZ-)psycholoog of orthopedagoog-generalist, een psychotherapeut en vaktherapeuten betrokken zijn. Baseer het onderzoek ook op verschillende instrumenten, en volg een heldere procedure, zoals het stappenplan. Vaktherapeuten kunnen sowieso als gespecialiseerde professionals in een multidisciplinaire setting bijdragen aan het onderzoek naar verstoringen in de interactie als gevolg van problematische gehechtheid.

  • Let erop of de kinderen zich op hun gemak voelen bij de personen aan wie ze gehecht zijn. Voelen de kinderen zich veilig bij die persoon, laten ze zich troosten of helpen, luisteren ze doorgaans naar deze volwassene? Hebben ze samen plezier? Check eventueel in de Lijst Signalen van Verstoord Gehechtheidsgedrag welke gedragingen van het kind kunnen wijzen op een problematische gehechtheidsrelatie. Deze lijst wordt nog niet afgenomen.