
Ernstige gevolgen van een (complexe) scheiding
Toelichting op de aanbeveling
-
Besef dat kinderen of jongeren voor, tijdens of als gevolg van een complexe scheiding te maken kunnen hebben met huiselijk geweld en kindermishandeling.
De gevolgen van een (complexe) scheiding kunnen sterk in ernst verschillen. Een ouderlijke scheiding is altijd pijnlijk, maar gaat regelmatig gepaard met veel conflicten en soms ook met geweld. Dit geweld kan lichamelijk en psychologisch zijn en zowel de partner als hun kind treffen. Getuige zijn van geweld tegen een ouder kan een kind of jongere ernstige schade toebrengen. Dit is een vorm van kindermishandeling.
Als een scheiding met veel conflicten verloopt, zijn de gevolgen ernstiger. Ongeveer 10 procent van de kinderen en jongeren ervaren klachten als stress, gehechtheidsproblemen, loyaliteitsconflicten en parentificatie of wil een van de ouders niet meer zien. Volgens de wet hebben ernstige problemen een ernstig nadeel voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van het kind. Het is niet precies duidelijk wanneer daar sprake van is, maar stress, gehechtheidsproblemen, chronische loyaliteitsconflicten, een van de ouders niet meer willen zien en/of parentificatie zijn wel signalen van ernstige problemen (Amato, 2010; Kelly & Johnston, 2001).
Verdieping en onderbouwing
Stress
Kinderen en jongeren kunnen een scheiding ervaren als een stressvolle situatie waarover zij zelf geen controle hebben en waarop zij geen invloed kunnen uitoefenen. Bij oncontroleerbare stressvolle situaties hebben zij de neiging om het probleem te negeren of te ontkennen, kunnen zij blijven hangen in negatieve emoties, of kunnen zij bepaalde mensen gaan ontwijken (Van der Ploeg, 2013). Hoe kinderen en jongeren met stress rond de scheiding omgaan, hangt onder andere af van de band die zij vóór de scheiding hebben opgebouwd met beide ouders en van het gedrag van de ouders na de scheiding. In gevallen van complexe scheiding kan de stress de vorm aannemen van post-traumatische stressklachten. Bijvoorbeeld als kinderen herhaaldelijk zijn blootgesteld aan hevige conflicten tussen hun ouders en/of huiselijk geweld, (o.a. Schoemaker et al., 2016). Hoe zij met deze stress omgaan, heeft gevolgen voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid voor de rest van hun leven.
Gehechtheid
Voor jonge kinderen is het heel belangrijk om een veilige band op te bouwen met de belangrijkste verzorgers. Voor veilige gehechtheid zijn gunstige omstandigheden nodig, zoals een beschikbare ouder of verzorger die rust, veiligheid en stabiliteit biedt en vertrouwen geeft. Deze omstandigheden staan onder druk na een scheiding (o.a. Brumariu & Kerns, 2010; Nair & Murray, 2005). Zie hiervoor de richtlijn Problematische gehechtheid. Voor jonge kinderen is het belangrijk dat zij de band met de gehechtheidsfiguren (ouders) voortzetten. Een veilig contact met beide ouders is voor hen cruciaal. Stress en conflicten tussen ouders, verminderde sensitiviteit en responsiviteit, onrust en sterke verschillen tussen twee huishoudens, kunnen leiden tot een zorgelijke gehechtheid, zoals onveilige gehechtheid (o.a. Riggio, 2004; Groenhuijsen, 2014). Zo’n onveilige gehechtheid gaat samen met minder zelfvertrouwen, minder veerkracht, probleemgedrag inclusief criminaliteit, psychische problemen en psychiatrische aandoeningen.
Ernstige loyaliteitsconflicten
Langdurige conflicten tussen de ouders kunnen leiden tot ernstige loyaliteitsconflicten bij hun kinderen. Van den Eerenbeemt (2003) gaat hier uitgebreid op in, net als de Amerikaans-Hongaarse kinderpsychiater Ivan Boszormenyi-Nagy (1973). Loyaliteit is de vanzelfsprekende verbondenheid tussen ouders en kind die ontstaat bij de geboorte. Volgens de theorie is een kind altijd loyaal aan beide biologische ouders. Alle kinderen krijgen in de loop van hun leven met loyaliteitsconflicten te maken. Dat is normaal: loyaliteit en loyaliteitsproblemen komen ook voor bij niet-scheidingssituaties. Maar bij een scheiding is het vaak niet eenvoudig om loyaal te blijven aan beide ouders. Bij loyaliteitsconflicten doen één of beide ouders een zwaar tegengesteld beroep op hun kinderen. Bij een complexe scheiding dwingen ouders hun kinderen soms (bewust of onbewust) om te kiezen. Dan ontstaat er een innerlijk conflict, omdat kinderen van nature loyaal willen zijn aan beide ouders. Behalve als een ouder hen vaak bekritiseert, afwijst, verwaarloost en/of mishandelt.
Sociaalwetenschappelijk onderzoek meet loyaliteitsconflicten vaak met vragen als: ‘Heb je vaak het gevoel dat je tussen je beide ouders in staat?’ En: ‘Voelt het alsof je moet kiezen tussen je beide ouders?’ Moeten kiezen is een hopeloze opgave voor een kind of jongere, waardoor die probeert te schipperen tussen beide ouders. Zo kan het zijn dat een kind thuiskomt van een weekend bij de andere ouder en bij het afscheid zegt dat het erg leuk was, maar tegen de andere ouder zegt dat het vreselijk vervelend was. Uit onderzoek blijkt dat het voor een kind belangrijk is goedkeuring te krijgen van de ene ouder om het bij de andere ouder fijn te hebben.
Parentificatie
Parentificatie is een begrip dat werd geïntroduceerd door Boszormenyi-Nagy (1973). Deze pionier van de contextuele therapie beschrijft hoe het bij parentificatie om gezinsomstandigheden gaat waarbij kinderen verantwoordelijk worden (gemaakt) voor welbevinden van hun ouder. Ze voelen zich geroepen om oneigenlijke zorgen op zich te nemen. Zo groeien kinderen als het ware te snel op. Kinderen mobiliseren daarbij de nodige krachten en talenten. Parentificatie kan op latere leeftijd voor uiteenlopende problemen zorgen (Kinet, 2010). Parentificatie komt veel voor na een ouderlijke scheiding (Peris et al., 2008; Aelen et al., 2013).
Contactweigering
Conflicten tussen de ouders kunnen zo heftig en chronisch zijn dat er voor kinderen niets anders op zit dan partij te kiezen. Dat gebeurt ook als ze op een andere manier veel last hebben van de scheiding. Uiteindelijk kan het kind dan zeggen: ‘Ik wil mijn vader/moeder nooit meer zien.’
Kinderen kunnen geldige en niet-geldige redenen hebben om een ouder niet meer te willen zien na de scheiding. Voorbeelden van geldige redenen zijn bijvoorbeeld mishandeling, misbruik of verwaarlozing. Soms lijken er geen geldige redenen te zijn, maar spelen een of beide ouders of de omgeving een rol in de contactweigering. Dit heet ouderafwijzing, ouderonthechting, ouderverstoting of oudervervreemding. PAS: Parental Alienation Syndrome, of PA: – Parental Alienation. Vanuit de wetenschap is er nog onvoldoende consensus over het gebruik van deze termen (o.a. Rowen & Emery, 2018). Wetenschappers en jeugdprofessionals zijn het ook niet eens over de inhoud van het verschijnsel. De reden dat ze terughoudendheid zijn in het maken van duidelijke afspraken komt mogelijk door de complexe situaties van kinderen die een van hun ouders niet meer willen zien. Maes (2019) pleit ervoor om contactbreuk bij complexe scheiding vanuit een systemisch perspectief te benaderen: elk gezinslid heeft een rol in het geheel.
Complexe omgangsproblematiek
De minister voor Rechtsbescherming stelde in opdracht van de Tweede Kamer een Expertteam ouderverstoting/complexe omgangsproblematiek in (juli 2019) om de positie van ouders en kinderen in situaties van PA te verbeteren. Het onderzoek naar de ervaringen en meningen van betrokken ouders, kinderen en deskundigen leidde tot een adviesrapport. Voorafgaand aan het onderzoek is een gezamenlijke visie op de problematiek geformuleerd (zie bijlage 1 van het rapport).
Het is moeilijk om exact te weten hoe vaak je problemen bij kinderen en jongeren rond de scheiding ‘ernstig’ kunt noemen. Ongeveer 70.000 thuiswonende kinderen en jongeren krijgen jaarlijks te maken met de scheiding van hun ouders. Naar schatting hebben ongeveer 20.000 van hen min of meer ernstige problemen. Ongeveer 7.000 kinderen en jongeren lijden eronder dat zij een van beide ouders niet meer zien, oudere iets vaker dan jongere. Kinderen en jongeren met zeer ernstige problemen hebben vaak ouders die terecht zijn gekomen in het juridische circuit. Onder probleemjongeren en grote zorggebruikers bevinden zich relatief veel die een scheiding hebben meegemaakt (Amato, 2010; Haverkort & Spruijt, 2012; Leon, 2003).
Psychotrauma na een scheiding
Tijdens een scheidingsproces kunnen kinderen zeer ingrijpende ervaringen meemaken, waardoor ze afhankelijk van hun leeftijd, veerkracht en de steun van verzorgers een psychotrauma kunnen overhouden. Voorbeelden van zulke ervaringen zijn:
- Acute verlating
- Verbaal en fysiek geweld
- Confrontatie met politie
- Gedwongen scheiding van de veilige hechtingsfiguur op een moment dat een kind ernstige stress heeft
- Meemaken dat een ouder (of beide ouders) ernstige stress heeft
- Extreme straf door een primaire verzorger
- Het chronisch ontbreken van aandacht en belangstelling
Verwijs kinderen door naar deskundigen als je vermoedt dat zij zulke ervaringen meemaken.
Tot op heden is er geen onderzoek bekend dat zich helemaal richt op trauma bij kinderen en jongeren na scheiding. In onderzoek onder de algemene groep kinderen en jongeren na scheiding zijn echter aanwijzingen dat zij kampen met vroegkinderlijk psychotrauma (zie o.a. Van der Kolk, 2016; Perry, 2013). Bovendien blijkt bij psychologische problemen bij volwassenen in de therapeutische praktijk ook dat onbehandeld vroegkinderlijk trauma een rol speelt. En dat dit psychologische, neurologische en cognitieve schade heeft veroorzaakt, waarmee zij als volwassenen nog kampen. Dit vroegkinderlijke trauma is vaak terug te voeren op gedrag van primaire verzorgers, en kan een rol spelen voor, tijdens en na scheiding. (Zie over trauma: Blaustein & Kinniburgh, 2010; De Roos et al., 2017).