
Seksuele ontwikkeling 6-12 jaar
Toelichting op de aanbeveling
-
Weet globaal hoe de seksuele ontwikkeling van kinderen in de leeftijdsgroep 6-12 jaar verloopt. Gebruik deze kennis in de begeleiding, voorlichting en adviezen voor kinderen en hun ouders.
Lichaam en zelfbeeld
In de leeftijd van 6-12 jaar beïnvloedt de beginnende productie van de hormonen testosteron en oestrogeen de lichamelijke ontwikkeling. Bij zowel jongens als meisjes ontstaat onder invloed van testosteron geleidelijk aan schaambeharing en enige versnelling in de lengtegroei. Bij meisjes begint de ontwikkeling van schaambeharing vaak eerder dan bij jongens. Testosteron zorgt naast de schaambeharing ook voor beginnende okselbeharing, het ontstaan van acne en een volwassen transpiratiegeur. In deze fase worden kinderen zich langzamerhand meer bewust van de mening van anderen. Ze vergelijken zichzelf ook met anderen of met hoe ze zouden willen zijn. Dat kan ze ook onzeker maken. Vanaf een jaar of 6 kunnen kinderen al ontevreden zijn over hun lichaam.
Seksuele gevoelens
Schaamte voor eigen naaktheid
Verlegenheid rond naakt zijn (rondlopen in je blootje, je uitkleden in het bijzijn van anderen) neemt met de leeftijd toe (De Graaf, 2016; Van der Vlugt, 2016; WHO Regional Office for Europe, 2010).
Verliefde gevoelens, seksuele opwinding en orgasme
Van kinderen van 9-12 jaar is 57% wel eens verliefd geweest; 44% heeft wel eens verkering gehad (De Graaf, 2016). Kinderen van 8-9 jaar kunnen ‘lekkere’ of ‘spannende’ plekjes op het lichaam aanwijzen, waarbij hoofd en schouders het meest genoemd worden (De Graaf & Rademaker, 2003; De Graaf & Rademaker, 2007). De ontdekking van deze lekkere of spannende plekjes hoort bij een gezonde seksuele ontwikkeling en een gezond lichaamsbesef. Ook voor de puberteit kunnen kinderen seksuele opwinding ervaren en kunnen zowel jongens als meisjes een orgasme ervaren.
Masturbatie
De eigen geslachtsdelen stimuleren komt voor vanaf de leeftijd van 1 jaar. Dit hoort bij een gezonde seksuele ontwikkeling. Door hun eigen geslachtsdelen aan te raken, ontdekken kinderen hun seksuele gevoelens. Daardoor kunnen ze leren wat ze prettig of niet prettig vinden. Sommige jongeren masturberen voor de puberteit. Het is onbekend voor hoeveel Nederlandse jongeren dit geldt, maar in internationaal onderzoek variëren de percentages tussen de 21% (Australische meisjes) en 62% (Zweedse jongens) (De Graaf, 2013). Ervaring met masturbatie neemt toe met de leeftijd (De Graaf et al., 2017).
Seksueel gedrag tussen kinderen onderling
Seksueel gedrag tussen kinderen onderling en in het openbaar komt voor en draagt bij aan een gezonde seksuele ontwikkeling, een gezond lichaamsbeeld, en aan lichaamsbesef. Bepaalde gedragingen komen minder vaak voor onder kinderen van 6-12 jaar (bijvoorbeeld vaginale, anale en orale geslachtsgemeenschap of het stoppen van voorwerpen in de vagina of anus van een ander kind). Zulk gedrag kán wijzen op onderliggende problematiek.
Seksueel contact en gedrag in het openbaar
Seksueel gedrag speelt zich vanaf 6 jaar vaker af buiten het gezichtsveld van volwassenen (De Graaf & Rademaker, 2007; Larsson & Svedin, 2002). De meeste kinderen pikken de ‘ongeschreven’ sociale regels van een cultuur gaandeweg hun ontwikkeling op en onttrekken zich met hun spel en gedrag aan het zicht van volwassenen. Sommige kinderen zijn hier sneller in dan andere.
Interesse in volwassen seksualiteit
Het tonen, aanraken en onderzoeken van geslachtsdelen bij een ander kind neemt af vanaf 10-11 jaar (De Graaf & Rademaker, 2007). Wel zoeken kinderen vaker informatie over seksualiteit op internet en bekijken ze meer seksueel getinte plaatjes (Roos & De Graaf, 2014). Dit kun je zien als interesse in/nieuwsgierigheid naar volwassen seksualiteit (De Graaf, 2005; Van der Vlugt, 2016; WHO Regional Office for Europe, 2010).
Genderidentiteit
Genderspecifieke ontwikkeling
Het is belangrijk om het experimenteren met verschillende genderrollen in deze leeftijdsfase te onderkennen als onderdeel van een gezonde ontwikkeling.
In alle facetten van het sociale leven zijn gendernormen aanwezig: in het gezin, in de media, op school en op straat. Internationaal is er veel overlap in de gehanteerde normen voor ‘mannelijk’ dan wel ‘vrouwelijk’ gedrag (Kaagesten et al., 2016). Zo verwachten mensen van jongens dat ze stoer en sterk zijn en op relationeel gebied het initiatief nemen. Meisjes ‘horen’ lief en beleefd te zijn, en aandacht te besteden aan hun uiterlijk zonder uitdagend te worden. Zulke traditionele gendernormen zijn een belangrijke determinant voor seksueel (risicovol) gedrag. Bij de start van de puberteit (10-14 jaar, ook wel de vroege adolescentie genoemd) worden gendernormen steeds belangrijker (Kaagesten et al., 2016). Tegen de heersende gendernormen ingaan leidt vaak tot negatieve (verbale, fysieke of psychologische) reacties (Yu et al., 2017).
Genderdysforie
Tussen 10-13 jaar wordt duidelijker of atypisch gendergedrag en/of onvrede met het eigen geslacht blijvend is of niet (De Graaf, 2013). Bij 73-94% van de kinderen met een atypische genderidentiteitsontwikkeling op jonge leeftijd verdwijnt de onvrede over het eigen geslacht weer voor het begin van de puberteit. Bij kinderen met genderdysforie wekken de (verwachte) lichamelijke veranderingen van de puberteit gevoelens van afkeer op. De onvrede met het eigen lichaam en gender neemt daardoor toe.
Seksuele oriëntatie
De seksuele oriëntatie (bijvoorbeeld heteroseksueel, lesbisch, homoseksueel of biseksueel) van een kind wordt aan het begin van de puberteit duidelijker. Voor een gezonde seksuele ontwikkeling van kinderen is het belangrijk om hun gevoelens serieus te nemen en te respecteren. Acceptatie van gevoelens draagt bij aan een gezonde seksuele ontwikkeling. Afwijzing van deze gevoelens kan juist emotionele en (psycho)sociale problemen veroorzaken (Heatherington & Lavner, 2008; Tharinger & Wells, 2000).
Internet en sociale media
In 2017 had 68% van de 10-jarigen en 92% van de 12-jarigen een smartphone; 49% van de kinderen van 10-12 gebruikte deze dagelijks (Kennisnet, 2017). Kinderen groeien tegenwoordig op met dagelijks gebruik van beeldschermen en social media. In de leeftijdsperiode van 6-12 jaar zijn ze steeds vaker zelfstandig actief op internet en met social media. Dit is een logische stap in hun ontwikkeling. Deze zelfstandigheid brengt echter ook risico’s met zich mee, zoals cyberpesten en ongewenste confrontatie met geweld of seksuele beelden. Er is nog weinig bekend over het effect van de confrontatie met seksuele beelden en beelden van seksuele opwinding (in het echt en via de media) bij kinderen van 6-12 jaar. Mogelijk ervaren jonge kinderen gevoelens van onzekerheid, boosheid of angst, vanwege de emotionele ontwikkelingsfase waar ze in zitten (Nikken, 2007).
To do’s 6-12 jaar:
- Stuur schaamte voor de eigen naaktheid niet bij. Ook kinderen hebben recht op privacy. Juist door ze serieus te nemen, leren kinderen op jonge leeftijd dat ze hun grenzen mogen aangeven en dat anderen deze respecteren.
- Leg samen met de ouders uit dat masturbatie privé is en niet in elke situatie en omgeving wenselijk of acceptabel is, en dat masturbatie geen pijn hoort te doen (leer zelfbeschadiging af).
- Overleg bij twijfel over seksueel gedrag met een gedragswetenschapper of aandachtsfunctionaris over het gedrag en de mate van zorg. Bepaal samen welke vervolgstappen nodig zijn om het gedrag te kunnen duiden, bijvoorbeeld gedragspatronen observeren en nadere diagnostiek. Soms hebben kinderen extra informatie nodig of een andere aanpak. Ook kunnen ouders moeite hebben om hun kind bij te sturen.
- Leer het kind of de jongere samen met de ouders sociale regels. Benoem bepaald gedrag, geef grenzen aan en leg uit waarom jullie begrenzen (Frans & Franck, 2014). Voor een gezonde seksuele ontwikkeling is het belangrijk om kinderen soms te begrenzen. Kinderen leren op die manier normen, waarden en sociale regels (Frans & Franck, 2014).
- Het is belangrijk dat je als ouders en jeugdprofessionals niet (ver)oordelend reageert op het uitproberen van genderrollen, maar kinderen ondersteunt en hun gevoelens serieus neemt. Zo voorkom je emotionele en sociale problemen (Heatherington & Lavner, 2008; Peate, 2008; Tharinger & Wells, 2000).
Verdieping en onderbouwing
Seksueel gedrag tussen kinderen onderling
Seksuele ervaringen, seksueel gedrag of contact tussen kinderen onderling komt regelmatig voor bij kinderen tussen 6-12 jaar. Het tonen, aanraken en onderzoeken van de geslachtsdelen met een ander kind neemt vanaf 10-11 jaar af. Ongeveer de helft van de Nederlandse kinderen van 9-12 jaar heeft wel eens verkering gehad. Op jongere leeftijd (9-10 jaar) spelen deze kinderen vooral samen. Van de oudere kinderen (12 jaar) knuffelt 32% met hun verkering, 23% geeft kusjes en 4% tongzoent (De Graaf, 2016). Onderstaande tabel laat zien welke gedragingen veel of juist minder voorkomen.
Tabel: Aard van vrijwillige seksuele contacten met andere kinderen (Larsson, 2002)
6-10 jaar | 11-12 jaar | |||
---|---|---|---|---|
Jongens (%) | Meisjes (%) | Jongens (%) | Meisjes (%) | |
Praten over seks | 30 | 28 | 55 | 54 |
Naar pornografische plaatjes kijken | 22 | 13 | 57 | 23 |
Zoenen en knuffelen | 34 | 44 | 40 | 46 |
Geslachtsdelen tonen | 28 | 23 | 11 | 7 |
Ander kind raakt jouw geslachtsdelen aan | 17 | 19 | 10 | 5 |
Aanraken en onderzoeken van geslachtsdelen ander kind | 17 | 19 | 9 | 5 |
Voorwerp in vagina of anus ander kind stoppen | 10 | 4 | 5 | 1 |
Ander kind stopt voorwerp in jouw vagina of anus | 2 | 2 | 2 | 1 |
Penis in mond van ander kind stoppen | 5 | - | 3 | - |
Ander kind stopt penis in jouw mond | 2 | 1 | 2 | 0 |
Vaginale geslachtsgemeenschap | 4 | 1 | 3 | 1 |
Anale geslachtsgemeenschap | 3 | 0 | 3 | 0 |