Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Toekomstgericht werken
Groep jongeren

3.2.1. Kleine stappen

Toelichting op de aanbeveling

  • Stimuleer met het zetten van kleine stappen dat de jongere het toekomstperspectief verder gaat verkennen, en daarmee kleine positieve ervaringen opdoet in de richting van het gecreëerde toekomstperspectief.  

Kleine stappen

Als de jongere meer zelfinzicht en een beter toekomstbeeld heeft gecreëerd, is het tijd om stappen te zetten. Kleine positieve ervaringen in de richting van het toekomstbeeld motiveren om door te gaan. Als jongeren deze stappen uit eigen keuze maken –  ook al zijn het andere stappen dan je als jeugdprofessional zou zetten – vergroot dat de autonomie en daarmee de motivatie om in beweging te komen en blijven. 

Keuzevrijheid houdt in dat jongeren soms keuzes maken die afwijken van degene je als jeugdprofessional zou maken. Ook bepalen zij wat ze eerst willen doen. Je kunt jongeren daarbij het beste ondersteunen door hen te stimuleren vooral te gaan verkennen, dingen uit te proberen en met mensen om hen heen het gesprek aan te gaan. Ze hebben de ruimte nodig om te experimenteren en de toestemming (of het toelaten) om hierin fouten te maken. Dat gaf ook de klankbordgroep van jongeren aan die betrokken was bij de totstandkoming van deze richtlijn.  

“Mensen zagen waar ik goed in was, en ik zat ook in een omgeving waarin ik fouten mocht maken. Ik mocht ‘meedoen’. Het hielp me mijn zelfvertrouwen te bouwen, en mijn karakter te ontwikkelen. Als ik voelde dat ik iets wilde, kreeg ik de ruimte om ermee te experimenteren.”  

Steunen en sturen 

Jeugdprofessionals in de ontwikkelwerkgroep geven aan dat ze bij het maken van een toekomstplan regelmatig worstelen met de balans tussen steunen en sturen. Ze vinden het een uitdaging om mee te gaan met wat de jongere wil en tegelijkertijd rekening te houden met de haalbaarheid van de plannen en het beoordelingsvermogen van jongeren. De professionals noemen dit een glijdende schaal, waarbij ze regelmatig van accent wisselen. Voor de balans tussen steunen en sturen (of: relationeel begrenzen) is hun relatie met de jongere van doorslaggevend belang. Bij sturen gaat het vaak over het overzien van gevolgen, anticiperen, plannen en remmen. Ze kiezen ervoor om de jongere een kritische spiegel voor te houden en hen te bevragen, zodat die meer weloverwogen eigen keuzes maakt, maar soms ook leert van de gevolgen van onhandig keuzes. Dit proces gaat samen met het nemen van verantwoordelijkheid en het ondergaan van de consequenties van keuzes. Hierbij zijn vertrouwen, samenwerken en een goede relatie onmisbaar. 

De jongeren in de klankbordgroep vonden de steun vooral behulpzaam om toestemming aan zichzelf te geven, en te erkennen wat zij zelf echt willen. Zij gaven aan dat jeugdprofessionals vooral goed in staat zijn om jongeren te motiveren om stappen te zetten als de werkrelatie sterk is ontwikkeld en zij de jongere goed hebben leren kennen. Zie Werkrelatie voor meer informatie over de competenties, de werkrelatie tussen jeugdprofessional en jongere, en het vinden van de juiste balans bij het motiveren richting het toekomstperspectief.  

Werkzame elementen 

Als jeugdprofessionals kun je jongeren op verschillende manieren activeren in de richting van hun toekomstbeeld. De tool Up2U helpt bij het faseren en uitvoeren van het toekomstplan. Jeugdwerkers zien vaak twijfel bij jongeren. Eén van hen zegt: “Je moet ervoor zorgen dat ‘de wipwap’ doorslaat naar daadwerkelijke verandering. Het proces is belangrijk.” Lees hier meer over in de handleiding motiverende mentor/coachgesprekken in de jeugdhulp

Onderzoek laat een aantal werkzame elementen zien: 

  • Stimuleer jongeren om met hun leeftijdsgenoten over hun toekomst te praten (Zandbergen et al. 2020).
  • Creëer actief mogelijkheden om te experimenteren met elementen van het toekomstperspectief.
  • Zorg voor doorlopende begeleiding en zet extra (externe) interventies in om te werken aan bijvoorbeeld life skills en (cognitieve) vaardigheden en mentoring (Cook, 1994 in Naccarato & DeLorenzo, 2008).
  • Werk samen met andere jeugdprofessionals en het informele netwerk.  

Waarde van samenwerken 

Voor jongeren in de levensfase van 16 tot 27 jaar is het belangrijk om doorlopende ondersteuning te organiseren, en te werken aan een stabiele basis op de Big 5. Samenwerking is een belangrijke competentie hierbij, vooral als het gaat om het afstemmen van hulp tussen kern- en ketenpartners, netwerken, buurt, wijk, gemeenten, corporaties, en het omgaan met inkomen en schulden. Alles moet passen bij de vraag van de jongere. De waarde van samenwerking is nog groter als je in een complexe maatschappelijke context werkt, zoals het tekort aan woonruimte. 

De toelichting bij deze aanbeveling is gebaseerd op bevindingen uit het onderzoek Fieldlab Toekomstplannen Jongeren (Zandbergen, Abu Ghazaleh, Essen & Englander, 2020), aangevuld met tips en praktijkervaringen van jongeren en professionals die betrokken waren bij de totstandkoming van deze richtlijn.