Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Toekomstgericht werken
Groep jongeren

1. Introductie

Inleiding

Deze richtlijn gaat over toekomstgericht werken: het begeleiden van jongeren in kwetsbare omstandigheden naar zelfstandigheid en (jong)volwassenheid. Veel jongeren die opgroeien naar volwassenheid hebben ondersteuning nodig uit hun omgeving. Dat geldt extra voor jongeren in kwetsbare omstandigheden. Daarbij gaat het ook vaker om professionele ondersteuning. Voor de professionals kan het een uitdaging zijn om jongeren hierbij te ondersteunen. Maar met de juiste inzet en in samenwerking met de jongere en het netwerk kan het cruciale winst opleveren. 

Het proces van werken aan de toekomst begint bij voorkeur al rond het zestiende jaar, zodat jongeren de overgang naar volwassenheid goed maken. Als professional laat je de jongere pas los als deze een voldoende stabiele basis heeft op de Big 5: support, wonen, school & werk, inkomen en welzijn, of als je de jongere op een goede manier hebt overgedragen aan anderen die hierbij verder kunnen helpen. De begeleiding richt zich nadrukkelijk op het organiseren van duurzame steun en een vangnet. Op deze pagina lees je meer over de definitie.

Achtergrond en doel

De basis voor de richtlijn is de verkenning die het Nederlands Jeugdinstituut in 2021 deed onder professionals, experts en jongeren. Deze verkenning kwam voort uit de constatering dat er steeds meer aandacht is voor toekomstgericht werken, maar dat professionals ook nog veel vragen hebben. De verkenning had als doel om uit te vinden welke knelpunten er rond toekomstgericht werken zijn, en of het wenselijk en mogelijk is om een richtlijn te ontwikkelen die handvatten geeft voor actie. Dat bleek het geval. Met deze richtlijn is er een kader voor professionals in de jeugdzorg, zodat zij jongeren die dit nodig hebben kunnen begeleiden naar volwassenheid met voldoende zelfstandigheid. 

Opbouw

Deze richtlijn behandelt vier uitgangsvragen die zijn afgeleid uit de knelpunten in de verkenning. Per uitgangsvraag geeft de richtlijn aanbevelingen, een toelichting en een onderbouwing. Dit gebeurt in drie inhoudelijke bouwstenen: 

  • De eerste inhoudelijke bouwsteen gaat over de basis: welke (werk)relatie is nodig om te zorgen dat jongeren voldoende vertrouwen hebben om zich open te stellen voor ondersteuning bij hun toekomst? Welke competenties vraagt dit van de professional?
  • De tweede inhoudelijke bouwsteen is de enige met twee uitgangsvragen. Deze gaat in op de aanpak van toekomstgericht werken. Welke instrumenten kun je inzetten, waarmee begin je en hoe kies je waar je eerst aan werkt?
  • De derde inhoudelijke bouwsteen gaat over samenwerken met het informele netwerk, zoals ouders. 

Waar relevant besteedt de richtlijn aandacht aan werken met jongeren met specifieke uitdagingen, zoals jongeren met een licht verstandelijke beperking (lvb) of Autismespectrumstoornis (ASS). Jongeren kunnen uiteraard ook andere problematiek of stoornissen hebben, die specifieke aandacht vragen bij opbouw van de werkrelatie en de aanpak van problemen. We gaan daar ook zo nu en dan op in, bijvoorbeeld als het gaat om jongeren met trauma’s. Ook behandelt de richtlijn hoe je zo afgestemd mogelijk omgaat met jongeren met een migratieachtergrond, aangezien dit specifieke aandachtspunten met zich kan meebrengen. Dit staat beschreven bij de ‘Verdieping en onderbouwing’. De richtlijn eindigt met een verantwoording en een literatuurlijst.

Uitgangsvragen

De richtlijn beantwoordt deze uitgangsvragen: 

  1. Hoe bouw je als jeugdprofessional een goede werkrelatie op als basis voor de begeleiding van jongeren naar een passend en duurzaam toekomstperspectief van waaruit zij hun leven zelf en zo zelfstandig mogelijk vorm kunnen geven?
  2. Hoe kun je als jeugdprofessional een jongere ondersteunen bij het vormen van een beeld van het eigen leven in de (nabije) toekomst?
  3. Hoe ondersteun je de jongere bij het concreter maken en realiseren van het eigen toekomstperspectief?
  4. Hoe kun je als jeugdprofessional samen met de jongere het sociale netwerk van jongeren in kaart brengen, zo nodig versterken en gezamenlijk in stelling brengen, en welke kennis en instrumenten zijn daarvoor beschikbaar?  

Doelgroep van de richtlijn

De doelgroep van de richtlijn Toekomstgericht werken bestaat uit professionals die jongeren van 16 tot 27 jaar begeleiden naar zelfstandigheid en (jong)volwassenheid. Deels betreft dit professionals die werken met jongeren die via jeugdzorg, jeugdbescherming of justitie verblijven in een jeugdhulpinstelling of pleeggezin. De jongeren die zij begeleiden moeten vanwege wetgeving sneller en meer geforceerd naar zelfstandigheid, vaak sneller dan jongeren die thuis wonen. 

Een deel van de doelgroep bestaat uit professionals die jongeren begeleiden die thuis wonen maar in hun omgeving onvoldoende en niet doorlopend gesteund worden bij gesprekken over de toekomst. Deze professionals zijn onder andere jongerenwerkers, medewerkers van een wijkteam, begeleiders op het mbo of in de maatschappelijke opvang. De richtlijn is ook relevant voor (regie)behandelaren in de volwassenen-ggz, omdat deze gaat over jongeren van 16 tot 27 jaar. 

In de volwassenen-ggz komen jongeren die ondersteuning nodig hebben bij de overgang naar volwassenheid soms pas later goed in beeld. Ook hier is het belangrijk om jongeren niet los te laten voordat zij een voldoende stabiele basis hebben op de Big 5 (support, wonen, school & werk, inkomen en welzijn), zodat je zeker bent van adequate aanvullende hulp naast of in aanvulling op de ggz-behandeling.

Definitie

Hier geven we de definitie van toekomstgericht werken. Deze sluit aan bij eerder onderzoek (zoals bij Plein 16-27) en bij gesprekken met jongeren over de overgang van 18- naar 18+. De belangrijkste inzichten daaruit vatten we hieronder kort samen.

De fase waarin jongeren overgaan naar volwassenheid is er een van kwetsbaarheden. Jongeren maken in deze fase allerlei veranderingen door, zowel sociaal-emotioneel, hormonaal, in hun identiteitsvorming- als in hun hersenontwikkeling. Ook krijgen ze te maken met veel nieuwe uitdagingen, vragen en verantwoordelijkheden. Afhankelijk van hun aanpassingsvermogen en al dan niet aanwezige steunbronnen kan er in deze fase meer risico zijn op het ontwikkelen van problematiek op verschillende leefdomeinen – van mentale gezondheid en schulden tot problematisch of bijvoorbeeld seksueel risicovol gedrag en verslaving. Voor jongeren die afhankelijk zijn van professionele hulp zijn er extra uitdagingen. 

Onderzoek laat steeds zien dat de overgang naar volwassenheid een specifieke aanpak en gezamenlijke inspanning nodig heeft. Bij toekomstgericht werken staan de jongere en het netwerk centraal. De relatie met hen vormt het vertrekpunt. De ondersteuning is zo ingericht dat deze steunend en betrouwbaar aanvoelt. Belangrijke elementen zijn: een stabiele basis, een positieve benadering, continuïteit in de begeleiding en werken aan een toekomstperspectief.

De jongeren die zijn geraadpleegd over de overgang van 18- naar 18+ beschreven tien aandachtspunten voor de benadering van jongeren. Zij noemden dat vijf zaken op orde moeten zijn om de stap naar volwassenheid te kunnen maken (Big 5). 

Jongeren zeggen: sta naast mij, werk positief, geef me tijd en ruimte, steun me praktisch, help me met verantwoordelijkheden en keuzes en laat mij de baas over mijn eigen leven zijn. En: help mij om een vangnet te creëren. Al deze onderwerpen komen terug in de Big 5 en worden in deze richtlijn uitgewerkt. Jongeren verwoorden deze ‘Big 5’ als volgt in een pamflet (Levvel):  

  1. De jongere heeft ten minste één volwassene om op te kunnen terugvallen en een ondersteunend netwerk.
  2. De jongere heeft een passende betaalbare woonplek.
  3. De jongere heeft een passende dagbesteding die aansluit bij het toekomstperspectief.
  4. De jongere is goed voorbereid op financiële zelfstandigheid en heeft een stabiel inkomen.
  5. Het gaat mentaal en lichamelijk goed genoeg met de jongere en deze weet steun te vinden als dat nodig is. 

Definitie van toekomstgericht werken in deze richtlijn

Toekomstgericht werken is een integrale aanpak in de begeleiding van jongeren bij de overgang naar volwassenheid, vanuit een persoonlijke, gelijkwaardige en coachende benadering. Het is daarbij belangrijk naast de jongere te staan en deze echt te zien, ook los van vragen of problemen die zij hebben. Net als andere leeftijdsgenoten zijn het jongeren met talenten en mogelijkheden die het nodig hebben om ook zo te worden gezien. 

Toekomstgericht werken betekent met en vanuit het potentieel, de wensen (en het plan) van de jongere te werken, in doorgaande lijnen van ondersteuning en gericht op het verkrijgen van een stevige basis op alle leefdomeinen van de Big 5: support, wonen, school & werk, inkomen en welzijn. Dit alles binnen de mogelijkheden die de maatschappij biedt. 

Het uiteindelijke doel is dat de jongeren om wie het gaat net als andere leeftijdsgenoten, het vertrouwen en vermogen ontwikkelen om op eigen benen te staan, eigen keuzes te maken, mee te doen en een plek te vinden in de maatschappij. Met andere woorden: dat er ruimte is om de basisbehoeften van competentie, autonomie en verbondenheid te vervullen, zoals dat past bij hun leeftijd en ontwikkelingstaken (Deci & Ryan, 2000; Spanjaard & Slot, 2015).

Randvoorwaarden

Of een professional een jongere goed kan begeleiden in toekomstgericht werken, hangt van meer af dan van expertise, kennis en hulpmiddelen. Het gaat er ook over of je als professional ondersteuning vindt in de eigen organisatie en de randvoorwaarden daarbuiten. Er zijn vaak wachtlijsten voor hulp en ondersteuning. De voorzieningen die nodig zijn om de Big 5 op orde te krijgen en een jongere goed te los te laten zijn niet altijd aanwezig. Soms kunnen ze ook niet benut worden door regels en kaders, bijvoorbeeld die rond huisvesting en inkomen. 

Ook de samenwerking met ketenpartners, lokaal of landelijk beleid kan toekomstgericht werken ondersteunen of belemmeren, vooral bij de overgang van 18- naar 18+. Lang was er een ‘harde knip’ tussen de zorgstructuur voor jongeren en volwassenen in Nederland, waardoor jongeren vanaf 18 jaar geen aanspraak meer konden maken op jeugdhulp en plotseling moeilijker toegang hadden tot belangrijke hulpbronnen, zoals emotionele en materiële steun. Inmiddels wordt er geëxperimenteerd met verlengde jeugdzorg en pleegzorg, maar er zijn nog steeds belemmeringen. Juridische kaders, wet- en regelgeving en andere randvoorwaarden hebben veel impact op hoe goed jeugdprofessionals jongeren kunnen helpen. 

Deze richtlijn gaat niet heel uitgebreid in op de belemmerende randvoorwaarden, behalve als het gaat om adviezen over het nemen van besluiten wanneer zaken niet op orde zijn. Toch willen we de randvoorwaarden in deze inleiding expliciet benoemen. Het is essentieel dat randvoorwaarden verbeteren, zodat professionals de zorg kunnen leveren die deze richtlijn voorstaat.

Basisinformatie

Op alle richtlijnen voor jeugdhulp en jeugdbescherming is basisinformatie van toepassing over de volgende onderwerpen:

  • doelgroep van de richtlijnen
  • gedeelde besluitvorming
  • diversiteit
  • beschikbaarheid interventies
  • juridische betekenis van de richtlijnen
  • begripsdefinitie kinderen, jongeren en ouders

Naar de basisinformatie

Een algemene verantwoording van de werkwijze bij de ontwikkeling en herziening van de richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming vind je bij Over de richtlijnen.