Diversiteit en cultuursensitief werken

Diversiteit verwijst naar aspecten waarop mensen kunnen verschillen. Denk aan leeftijd, opleidingsniveau, sociaaleconomische status, sekse, genderidentiteit, religie, etniciteit, levensovertuiging en (fysieke) kenmerken. Als jeugdprofessional kom je met deze verschillen in aanraking. Aandacht voor diversiteit is daarom een integraal onderdeel van de richtlijnen.
Cultuursensitief werken
Cultuursensitief werken gaat onder andere over het besef en kennis over wat cultuur is en hoe dit van invloed kan zijn op de relatie die je hebt met kinderen, jongeren en hun ouders. Ook betekent het dat je zelfkennis hebt over jouw culturele bagage en wat dit voor invloed heeft. Wil je hier meer over weten? Bekijk dan deze infographic van Pharos en lees deze handreiking die je helpt om te reflecteren op je eigen handelen.
Persoonsgericht werken
Bij persoonsgericht werken kijk je naar de mens die je voor je hebt en wat voor deze persoon van betekenis is. Cultuursensitief werken en intersectionaliteit zijn onderdeel van persoonsgericht werken. In dit visiedocument van Pharos lees je meer over deze begrippen en hoe ze zich tot elkaar verhouden.
Professionals die persoonsgericht werken, met oog voor cultuursensitiviteit en intersectionaliteit, leren de ouders en hun kinderen echt kennen. Je bent beter in staat om verbinding te maken, waardoor je beter kunt aansluiten bij de persoon die tegenover je zit.
Een relatie opbouwen
Om een goede werkrelatie te kunnen opbouwen, is goed contact met kinderen, jongeren en ouders van belang. Niet iedereen vindt het namelijk even makkelijk om hulpverleners te vertrouwen. Je moet daarom voldoende tijd nemen om een relatie en vertrouwen op te bouwen. Houd er ook rekening mee houdt dat kinderen, jongeren en ouders een ander referentiekader kunnen hebben. Ze denken bijvoorbeeld dat het gedrag van hun kind een andere oorzaak heeft dan jij als professional denkt, of ze kijken anders tegen opvoeden aan.
Onderzoek met welke verwachtingen de ouders komen en wees je bewust van de verwachtingen die jij van de ouders hebt. Ouders kunnen ook weerstand hebben tegen de bemoeienis van (overheids)instanties bij de opvoeding van hun kind. In zulke situaties is meer tijd nodig om het vertrouwen te winnen.
Aansluiten bij kinderen, jongeren en ouders
Er zijn ook ouders die niet goed met het gangbare schriftelijke materiaal uit de voeten kunnen, bijvoorbeeld doordat ze de taal niet goed machtig zijn, praktisch zijn opgeleid of een licht verstandelijke beperking hebben. Zij kunnen ook moeite hebben met bepaalde interventies, omdat bijvoorbeeld de taal of het abstractieniveau niet goed aansluit. Je doet er daarom goed aan om te zorgen voor begrijpelijk voorlichtingsmateriaal, en voor een interventie te kiezen die aansluit bij de capaciteiten van zowel het kind als de ouders.
Zie ook:
Generieke module over diversiteit voor de ggz
Visiedocument: cultuursensitief werken van Pharos
Persoonsgerichte zorg in de eerste lijn-adviezen van Pharos