
Veiligheid jeugdprofessional
Elke jeugd- en gezinsprofessional krijgt te maken met strijdende ouders, waarbij de emoties soms hoog oplopen. Van Montfoort et al. (2017) geven in hun handreiking voor sociale wijkteams en het onderwijs aan dat het belangrijk is om je eigen positie te kennen en goed je eigen veiligheid in de gaten te houden. ‘Wie denkt: als hulpverlener moet ik eerst letten op de veiligheid van het kind en dan pas op mijn eigen veiligheid, die adviseren wij te denken aan de veiligheidsinstructies in het vliegtuig. Ouders moeten eerst zelf het zuurstofkapje opzetten en dan pas dat van hun kind.’
Een goed voorbeeld hiervan zijn de afspraken die de medewerkers van Ouderschap Blijft (een vorm van ouderschapsbemiddeling en omgangsbegeleiding) onderling hebben gemaakt:
- Zorg ervoor dat je nooit als enige medewerker in een pand aanwezig bent, vooral ’s avonds en in het weekend.
- Vraag een collega om bij risicogesprekken aanwezig te zijn en/of neem een alarmknop mee.
- Stel de stoelen veilig op en bedenk vooraf wie waar zit.
- Als je naar een huisbezoek gaat, maak je vooraf een inschatting van de risico’s en mogelijke signalen van agressie. In overleg met een collega beoordeel je of voorzorgsmaatregelen nodig zijn.
Verdieping en onderbouwing
De medewerkers van Ouderschap Blijft werken met de Checklist Agressie Risico Inschatting Huisbezoek (ARIH, 2012). Met deze checklist maken ze voorafgaand aan een huisbezoek een goede risico-inschatting van signalen die kunnen wijzen op een verhoogd agressierisico (groen, oranje en rood). Met deze inschatting doen ze suggesties voor voorzorgsmaatregelen. In overleg met een collega (bij oranje) of de inhoudelijk verantwoordelijke (bij rood) stelt de medewerker vast wat in dit specifieke geval de juiste voorzorgsmaatregelen zijn.