Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Kindermishandeling
Jongeren op muurtje met alleen voeten zichtbaar

Beschermende factoren

Toelichting op de aanbevelingen

  • Weet wat (wetenschappelijk onderbouwde) beschermende factoren van kindermishandeling zijn, maar besef dat deze factoren in ieder individueel geval anders werken.

  • Weet dat beschermende en (veiligheid)bevorderende factoren van groot belang zijn in relatie tot risicofactoren, en kijk altijd naar beschermende en (veiligheid)bevorderende factoren wanneer je risicofactoren constateert.

Beschermende factoren kunnen tegenwicht bieden aan risico’s waaraan kinderen blootgesteld zijn. Deze beschermende factoren kunnen de negatieve werking van risicofactoren beperken maar niet per definitie compenseren. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat kinderen uit hoogrisicogezinnen juist minder profiteren van mogelijke beschermende factoren. Het beschermende effect ervan is bij kinderen in hoogrisicogezinnen namelijk kleiner dan bij kinderen in laagrisicogezinnen (Luthar & Goldstein, 2004; Vanderbilt-Adriance & Shaw, 2008a; 2008b).

Belangrijkste beschermende factoren

Er is weinig onderzoek gedaan naar beschermende en veiligheidsbevorderende factoren voor kindermishandeling. In het Protective Factor Framework (Development Services Group, 2013) blijken de volgende belangrijkste beschermende factoren.

Intrapersoonlijke factoren

Intrapersoonlijke factoren bij het kind zelf die de impact van kindermishandeling op het kind gunstig kunnen beïnvloeden:

  • Gevoel van perspectief, zingeving.
  • Eigen effectiviteit beleving (positieve interne ‘locus of control’ oftewel ‘ik bepaal en beïnvloed mijn leven zelf’).
  • Vermogen tot zelfregulatie.
  • Oplossingsvermogen.
  • Sociale vaardigheden.
  • Positieve betrokkenheid bij activiteiten.

Interpersoonlijke factoren

Beschermende factoren bij de ouder(s) of andere volwassenen:

  • Opvoedvaardigheden, competenties ouder(s).
  • Positieve invloedrijke andere volwassenen (niet-professionals uit eigen netwerk).
  • Welzijn van de ouder(s).

Omgevingsfactoren

Beschermende factoren in de omgeving van het kind:

  • Positieve schoolomgeving.
  • Stabiele woonsituatie. 

Soorten factoren 

Beschermende factoren zijn relevant voor het schatten van de grootte van een risico op kindermishandeling, voor de impact van kindermishandeling op kinderen en voor het succes van (preventieve) interventies bij kindermishandeling.

Er is onderscheid tussen deze twee soorten factoren:

  • Beschermende factoren: dit zijn factoren die een direct gunstige invloed hebben op de ouder-kindrelatie en omstandigheden, zodat actuele kindermishandeling afneemt of stopt, of de impact van de mishandeling kleiner wordt. Bijvoorbeeld: er is een sociaal netwerk of een familielid bij wie het kind in de weekenden terechtkan.
  • (Veiligheids)bevorderende factoren, moderators of buffers: dit zijn factoren die het gedrag van ouders of kind zodanig beïnvloeden dat kindermishandeling (of escalatie of herhaling) wordt voorkomen, ongeacht de aanwezigheid van risicofactoren (Folger & Wright, 2013; Jenson & Fraser, 2011; Kraemer et al., 1997). Hieronder valt bijvoorbeeld vroege begeleiding van tienerouders of ouders met een lvb.

Veerkracht en sociale steun 

Naast de factoren in het Protective Factor Framework worden ook de factoren ‘veerkracht’ en ‘sociale steun’ in de literatuur beschreven.

Veerkracht (resilience) van zowel ouders als kinderen komt in veel studies als positieve factor naar voren (Horton, 2013; Langford et al., 2001; Sahlberg, 2012). Kenmerken van veerkrachtige kinderen zijn: een gemakkelijk temperament, flexibiliteit, oplossings- en planningsvaardigheden en sociale vaardigheden in combinatie met een ondersteunende sterke gezinsband, aanwezige (beide) ouders, een intact gezin en steun uit de nabije omgeving (zowel van leeftijdsgenoten als van familie en professionals) (Sahlberg, 2012).

Sociale steun/functionerend sociaal netwerk is volgens meerdere studies ook een beschermende factor. Bij laagopgeleide moeders beschermt een hoog niveau van sociale steun: het risico op kindermishandeling is dan maar half zo groot (Li et al., 2011).

Kaufman en Charney (2001) onderzochten waarom sommige kinderen ondanks kindermishandeling goed functioneren en zich normaal ontwikkelen. De betrokkenheid van warme, stabiele andere verzorgenden bleek de belangrijkste factor. 

Er zijn vier functies van sociale steun te onderscheiden (Ince et al., 2013). Deze zijn toepasbaar bij zowel ouders als kinderen:

  1. Emotionele steun bij vragen, twijfels en problemen van ouders en kinderen (bijvoorbeeld buren of ouders van vriendjes/vriendinnetjes).
  2. Praktische steun (bijvoorbeeld voor oppas of hulp in de huishouding; of kleding via de kerk voor de kinderen).
  3. Informatieve ondersteuning met advies, informatie of feedback die de kennis en vaardigheden van ouders en kinderen kan vergroten (bijvoorbeeld de Kindertelefoon voor de kinderen en jongeren zelf, websites als ‘Feel the Vibe’, en informatie voor ouders vanuit de jeugdgezondheidszorg/opvoedloketten).
  4. Normatieve ondersteuning door het stellen van gedragsnormen en modellen van gewenst gedrag (denk aan een oma die met haar zoon praat over zijn alcoholgebruik en agressie in het gezin van haar kleinkinderen).