
1. Introductie
Waar gaat de richtlijn over?
De richtlijn Gezinnen met meervoudige en complexe problemen, voorheen de richtlijn Multiprobleemgezinnen, biedt handvatten voor de hulp aan gezinnen die kampen met langdurige, meervoudige en ernstige problemen en die volgens de betrokken hulpverleners niet of nauwelijks openstaan voor hulp. Een gezin is een samenlevingsverband van één of twee volwassenen met minimaal één thuiswonend kind (Bucx, 2011). Naar schatting is in 3 tot 5% van alle gezinnen sprake van meervoudige en complexe problemen (Van den Berg & De Baat, 2012). In absolute getallen gaat het om 75.000 tot 116.000 gezinnen in Nederland.
Een nieuwe naam
De eerste versie van deze richtlijn had als titel richtlijn Multiprobleemgezinnen. Deze titel roept vaak allerlei negatieve associaties op, alsof de richtlijn gaat over mensen die asociaal zijn, overlast veroorzaken en niet te corrigeren zijn. Ook hulpverleners hebben vaak een negatief beeld. Ze kunnen denken dat deze gezinnen moeilijk te benaderen zijn, vaak te laat komen, de verkeerde hulpvraag stellen bij de verkeerde instellingen, zich niet coöperatief opstellen en zich onttrekken aan hulpverlening.
Maar deze richtlijn biedt juist een ander perspectief en heeft een positieve benadering. Wanneer is ouderschap goed genoeg? Hoe kun je als hulpverlener de gezinsleden benaderen vanuit hun kracht en mogelijkheden in plaats vanuit hun problemen? Hoe definieer je met het gezin zelf wat de problemen zijn en waaraan ze moeten werken? En: hoe betrek je de omgeving van deze gezinnen er (weer) bij? De gezinnen zelf hebben vaak het gevoel dat het water hen tot de lippen komt, maar dat niemand in staat is om hen te helpen. Zij hebben vooral behoefte aan een ondersteunende houding en werkwijze van hulpverleners. Deze richtlijn beperkt hulpverleners niet in het handelen, maar daagt uit om bij complexe gezinssituaties van betekenis te zijn.
Daarom is bij de herziening van de richtlijn bewust gekozen voor de nieuwe naam ‘richtlijn Gezinnen met meervoudige en complexe problemen’. Deze naam is minder stigmatiserend, omdat de nadruk niet meer ligt op de ‘lastigheid’ van de gezinnen, maar op de complexiteit de problemen waarmee zij te maken hebben. Bovendien sluit de term beter aan bij de gebruikelijke wetenschappelijke benaming (in het Engels: families experiencing multiple problems). De nieuwe term erkent dat er binnen deze gezinnen sprake is van meerdere problemen, die om verschillende redenen complex zijn:
- De problemen spelen vaak al meerdere generaties.
- Ze zijn onderling nauw met elkaar verweven.
- Het is tot nu toe niet of onvoldoende gelukt om het gezin de juiste hulp te bieden.
Daarnaast hebben deze gezinnen vaak een beperkte sociale zelfredzaamheid, waardoor zij het lastig vinden om zelf de regie over hun leven nemen. De term beschrijft niet alleen beter wat er aan de hand is, maar heeft ook een minder veroordelende toon. Dit is belangrijk, omdat slecht uitgevoerde hulp, te weinig vasthoudendheid van hulpverleners en onvoldoende maatwerk net zo goed onderdeel zijn van de problematiek (Knot-Dickscheit et al., 2011). Meer informatie over de herkomst van de term vind je in Wat zijn gezinnen met meervoudige en complexe problemen?
Verwijzing naar andere richtlijnen
Door de complexe problematiek van deze gezinnen raakt deze richtlijn ook andere richtlijnen die voor de jeugdhulp en jeugdbescherming zijn ontwikkeld. De richtlijnen Uithuisplaatsing en terugplaatsing en Samen beslissen over hulp ondersteunen jeugdprofessionals bij het uithuisplaatsen van kinderen en jongeren, en het inzetten van hulp. Ook is er soms overlap met andere richtlijnen, bijvoorbeeld wanneer kinderen kampen met specifieke problemen of stoornissen. Ook hier zijn richtlijnen voor: ADHD, Problematische gehechtheid, Stemmingsproblemen en Ernstige gedragsproblemen. Ook bij problemen na een (echt)scheiding is er een specifieke richtlijn: Scheiding. Waar nodig verwijst de richtlijn Gezinnen met meervoudige en complexe problemen naar andere richtlijnen.
Doel van de richtlijn
Deze richtlijn is bedoeld voor jeugdprofessionals die werken met gezinnen die kampen met langdurige, meervoudige en ernstige problemen. Veel professionals vinden het moeilijk om de juiste hulp te bieden aan gezinnen met meervoudige en complexe problemen. Vaak schieten de bestaande handelingsprotocollen en methodieken voor deze gezinnen tekort. Werken met deze gezinnen vraagt om een andere aanpak, die ruimte geeft voor de creativiteit, flexibiliteit en betrokkenheid van hulpverleners. Daarmee is het ontwikkelen van een richtlijn voor deze gezinnen bijna een onmogelijke, zelfs tegenstrijdige opdracht. Een richtlijn verwijst namelijk naar regels, instructies en voorschriften.
In deze richtlijn proberen de auteurs juist geen regels te formuleren, maar mogelijkheden te creëren voor hulpverleners om beter aan te sluiten bij de persoonlijke situatie van een gezin. De richtlijn biedt een goed overzicht van de interventies die jeugdhulpverleners kunnen inzetten en de verschillende rollen die de ze kunnen vervullen.
Deze richtlijn biedt jeugdprofessionals:
- Een duidelijke definitie van gezinnen met meervoudige en complexe problemen.
- Praktische kenmerken en aanwijzingen voor een passende benadering van de gezinnen.
- Handvatten om de verzorging, opvoeding en veiligheid binnen deze gezinnen in kaart te brengen en te beoordelen.
- Richtlijnen voor de coördinatie van zorg rond de gezinnen.
- Een overzicht van interventies die je kunt inzetten, zodat kinderen veilig thuis kunnen opgroeien.
Het eindproduct is een richtlijn die jeugdprofessionals ondersteunt om hulp aan gezinnen met meervoudige en complexe problemen effectief vorm te geven, gebaseerd op de actuele wetenschappelijke inzichten en praktijkervaringen.
Uitgangsvragen
De richtlijn Gezinnen met meervoudige en complexe problemen is ontwikkeld door een werkgroep. De werkgroep die de richtlijn ontwikkelde, formuleerde vijf uitgangsvragen:
- Welk type gezinnen met meervoudige en complexe problemen en hulpvragen onderscheiden we?
- Wat houdt 'goed genoeg ouderschap' in? Wat moeten ouders minimaal bieden aan hun kind? Hoe brengen hulpverleners dit in kaart?
- Welke interventies zijn effectief voor verschillende gezinnen om 'goed genoeg ouderschap' te realiseren?
- Hoe geef je effectief casemanagement vorm, inclusief regie en coördinatie van zorg, voor gezinnen met meervoudige en complexe problemen?
- Hoe monitoren hulpverleners de voortgang en beoordelen ze of de hulp aanslaat?
Toelichting op begrippen
- Opvoederschap: iemand kan ‘ouder’ zijn van een kind, maar je wordt pas opvoeder in het contact met een kind en de omgeving van het kind. Opvoederschap is een complex aanpassingsproces.
- Gezinsplan: betekent hetzelfde als het familiegroepsplan, zoals in de Jeugdwet vermeld.
Basisinformatie
Op alle richtlijnen voor jeugdhulp en jeugdbescherming is basisinformatie van toepassing over de volgende onderwerpen:
- doelgroep van de richtlijnen
- gedeelde besluitvorming
- diversiteit
- beschikbaarheid interventies
- juridische betekenis van de richtlijnen
- begripsdefinitie kinderen, jongeren en ouders
Een algemene verantwoording van de werkwijze bij de ontwikkeling en herziening van de richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming vind je bij Over de richtlijnen.