Wees alert op factoren die goed genoeg opvoederschap kunnen beïnvloeden, zoals armoede, ouderproblematiek, lvb, psychische problematiek of verslaving.
Zorg waar mogelijk dat je deze wegneemt of compenseert vóórdat je werkt aan het versterken van opvoedcompetenties.
Monitor vervolgens of deze factoren stabiel blijven.