
Risico-inschatting problemen
Toelichting op de aanbevelingen
-
Zorg bij de begeleiding van gezinnen met een ouder(s) met psychische en/of verslavingsproblemen voor algemene kennis over psychische en verslavingsproblemen.
-
Bepaal bij de aanmelding van een kind het risico op problemen. De Screening en Interventie Keuze-lijst (SIK-lijst) helpt hierbij. Ga na over welke onderdelen van de SIK-lijst al informatie beschikbaar is.
-
Vul tijdens een gesprek met de ouder(s) de nog ontbrekende informatie uit de SIK-lijst aan. Ontbreekt belangrijke informatie hierna nog steeds? Vraag deze dan op bij de huisarts of een andere verwijzer.
-
Maak vervolgens een inschatting van de aard en de ernst van de problemen, de mogelijkheden om te veranderen en de noodzaak om hulp te bieden. Hiervoor kun je de SIK-lijst gebruiken, en eventueel ook (screenings)instrumenten voor emotionele, gedrags-, traumagerelateerde, gehechtheids-en financiële problemen, of problemen met huiselijke relaties en/of gezin.
-
Gebruik voor verdere screening betrouwbare en goedgekeurde instrumenten.
-
Vraag toestemming aan ouders om contact op te nemen met de huisarts. Dit is mogelijk op elk moment in het traject. Bespreek met de huisarts de psychische en/of verslavingsproblemen van de ouder(s) en de hulp die zij ontvangen en houd hierbij rekening met de wettelijke regels over informatie-uitwisseling.
-
Maak bij een vermoeden van problemen een risico-inschatting voor het aangemelde kind en eventuele broertjes of zusjes.
-
Raadpleeg bij (vermoedens van) complexe scheiding, kindermishandeling, huiselijk geweld, ernstige gedragsproblemen of problematische gehechtheid de daarvoor ontwikkelde richtlijnen.
-
Volg bij (een vermoeden van) huiselijk geweld of kindermishandeling de meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2017) en het bijbehorende afwegingskader (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, 2019).
Niet alle kinderen van ouders met psychische en/of verslavingsproblemen ontwikkelen problemen. Wel hebben ze drie tot dertien keer meer kans op problemen dan kinderen die opgroeien in een gezin zonder deze problemen (zie Oorzaken en factoren).
Als kinderen opgroeien in een gezin met psychische en/of verslavingsproblemen bij één of beide ouders, kan dat grote gevolgen hebben voor hun ontwikkeling. Omdat het veel kinderen in Nederland treft, is het belangrijk dat je als jeugdprofessionals altijd nagaat of een van de ouders hiermee te maken heeft wanneer ze met gezinnen in contact komen. Is dit het geval, dan moet je beoordelen hoe ernstig de situatie is. Dit geldt ook voor eventuele broertjes of zusjes in hetzelfde gezin, omdat ook zij ook een groter risico hebben op problemen.
Jeugdprofessionals moeten de verschillende soorten psychische en verslavingsproblemen kennen, net als de belangrijkste signalen en symptomen. Als je de symptomen of het gedrag onvoldoende herkent, kan dit hulp in de weg staan. Daarnaast is het belangrijk dat je de gespreksvaardigheden hebt om met ouder(s) te praten over hoe hun problemen het kind beïnvloeden.
Lijst voor Screening en Interventie Keuze
De lijst voor Screening en Interventie Keuze (SIK-lijst) helpt om een goede risico-inschatting te maken (SIK-lijst; zie TOOLS; Beijers et al., 2010; Dorgelo et al., 1995). De lijst is vernieuwd en gratis te vinden via internet. De SIK-lijst met handleiding vind je onder Hulpmiddelen en Tools. Aandachtspunten en tips voor gesprekken met ouders en kinderen vind je daar ook.
Er zijn geen normscores beschikbaar. De SIK-lijst is niet beoordeeld door de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN). De betrouwbaarheid en validiteit zijn niet bekend. Verschillende beroepsgroepen kunnen de SIK-lijst als checklist gebruiken bij de hulp aan ouders en kinderen, zoals medewerkers van de ggz en de verslavingszorg en (uitvoerend) preventiewerkers. De checklist helpt je ook om de aard en ernst van de problematiek in te schatten en een interventie te kiezen.
De SIK-lijst is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek naar risico- en beschermende factoren en best practices uit de preventiesector van de ggz en de verslavingszorg. Het is een checklist met elf onderdelen die de belangrijkste risico- en beschermende factoren behandelt die je als jeugdprofessional kan beïnvloeden (zie Oorzaken en factoren).
De lijst inventariseert de erkenning van en hulp voor problemen bij de ouders, de ouder-kindrelatie, de ondersteuning van de (gezonde) ouder in de opvoeding, de copingvaardigheden van het kind en het ondersteunend netwerk voor zowel het kind als de ouders. De werkgroep heeft hieraan toegevoegd: ‘het verminderen van stress, angst en depressie tijdens de zwangerschap’ en enkele extra aandachtspunten voor de ouderrol, evenals de keuze voor passende interventies. De lijst gaat ervan uit dat een kind meer risico loopt op negatieve ontwikkeling als er meer risicofactoren aanwezig zijn en minder beschermende factoren. In zo’n geval is er ook meer behoefte aanhulp en ondersteuning.
Verdere screening
Op basis van de ingevulde SIK-lijst kan het nodig zijn om verder te screenen op emotionele of gedragsproblemen of het functioneren van het gezin. Als dit nog niet eerder is gedaan, kan je deze screening zelf starten. Er zijn verschillende betrouwbare screeningsinstrumenten beschikbaar voor het meten van emotionele en gedragsproblemen. Meer informatie hierover is te vinden in de databank Instrumenten van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). De beoordeling door de COTAN vind je in de online COTAN Documentatie.
De richtlijn raadt deze screeningsinstrumenten aan:
- Child Behavior Checklist (CBCL, versie 1,5 tot 5 jaar en versie 6 tot 18 jaar). Ouders, verzorgers of andere volwassenen die het kind of de jongere goed kennen, vullen de vragenlijst in. De versie van 1,5 tot 5 jaar is niet opgenomen in de COTAN.
- Strenghts and Difficulties Questionnaire (SDQ; 3 tot 16 jaar). Bij kinderen tot 11 jaar vult de ouder of leerkracht de lijst in. Is het kind 11 jaar of ouder, dan vult die de lijst zelf in, onder begeleiding van een volwassene.
- Youth Self Report (YSR; 11 tot 18 jaar), in te vullen door het kind.
- Caregiver-Teacher Report Form (C-TRF; 1,5 tot 5 jaar; niet opgenomen in de COTAN-documentatie) en Teacher’s Report Form (TRF; 6 tot 18 jaar).
- De (C-)TRF is de door de leerkracht of pedagogisch medewerker in te vullen versie van de CBCL.
- Richtlijn Problematische gehechtheid, voor de screening van hechtingsproblemen.
Voor het meten van het gezinsfunctioneren zijn er de volgende betrouwbare screeningsinstrumenten beschikbaar:
- Vragenlijsten Gezin en Opvoeding (VGO). Dit instrument meet het algemene gezinsfunctioneren en de opvoedproblemen in gezinnen met kinderen van 0 tot 18 jaar. Het is een set van verschillende vragenlijsten: de Opvoedingsbelasting Vragenlijst (OBVL), de Vragenlijst Gezinsfunctioneren Ouders (VGFO), de Verkorte Schaal voor Ouderlijk Gedrag (VSOG) en de Vragenlijst Meegemaakte Gebeurtenissen (VMG). De VGO en de VSOG zijn niet als geheel in de COTAN opgenomen, de OBVL, VGFO en VMG wel.
- Nijmeegse Ouderlijke Stress Index (NOSI). Met dit gezinsdiagnostisch instrument kun je achterhalen welke mogelijke stressbronnen binnen de opvoeding daadwerkelijk stress of belasting veroorzaken bij de ouders. De NOSI is oorspronkelijk bedoeld voor ouders met kinderen in de leeftijd van 7 tot 12 jaar, maar is zo opgezet dat die ook af te nemen is bij ouders van kinderen in de leeftijd van 2 tot ongeveer 13 jaar.
- Als uit de vragenlijst of andere informatie blijkt dat het kind het risico loopt om problemen te ontwikkelen, werk dan samen met de ouder(s) en het kind aan de aanbevolen interventies uit de SIK-lijst.