
Juridische aspecten en gezagskader
Toelichting op de aanbeveling
-
Heb als jeugdprofessional oog voor de verschillende aspecten van een scheiding, Noodzakelijke kennis hiervoor is op de volgende gebieden: juridisch, relationeel, ouderschap en veiligheid.
Om ouders op een goede manier te betrekken bij de hulpverlening horen jeugdprofessionals zicht te hebben op de relevante juridische kaders bij een scheiding. Bij elke scheiding horen ze de inhoud van het ouderschapsplan te kennen en te weten hoe het gezag, de zorg en de omgang geregeld zijn. Zo nodig kun je het openbare gezagsregister raadplegen. Zo leert de jeugdprofessional wie van de betrokkenen welke informatie hoort te ontvangen en wie bevoegd is om besluiten te nemen.
Als jeugdprofessional hoor je ook kennis te hebben van mogelijke juridische maatregelen bij zeer conflictueuze scheidingen, zoals ondertoezichtstelling (OTS), uithuisplaatsing en de bijzondere curator. Zorg bovendien dat je op de hoogte bent van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, zodat je weet hoe te handelen bij (een vermoeden van) kindermishandeling. In dat geval is ook de richtlijn Kindermishandeling van belang.
De Ouderschapswijzer (Lam & Huitema, 2019) bundelt overzichtelijke kennis over soorten ouderschap volgens de wet, uitoefening van het ouderlijk gezag en bijbehorende rechten en plichten.
Relationele aspecten
Als jeugdprofessional doe je er goed aan in de omgang met kinderen in scheidingssituaties aandacht te schenken aan eventuele relatieproblemen tussen de ouders. Maak ouders ervan bewust hoezeer hun geruzie de ontwikkeling van hun kind negatief beïnvloedt. Zo mogelijk kun je de ouders zelf begeleiden bij hun conflicthantering of doorverwijzen naar andere hulpverlening, zodat zij emoties als jaloezie en verdriet kunnen verwerken.
Met een scheiding komen ook de opvoedvaardigheden van beide ouders in een ander licht te staan. Ze doorbreken de bestaande patronen, waardoor ze zichzelf dwingen om een nieuwe rol aan te nemen. Als jeugdprofessionals kun je ouders hierbij helpen door informatie en voorlichting te geven over ouderschap en stiefouderschap na een scheiding. Belangrijk aandachtspunt hierbij is de rol van een nieuwe partner, met of zonder eigen kinderen. Vaak is het raadzaam om ouders te verwijzen naar nuttige opvoedcursussen.
Ouderschapsaspecten
Het uit elkaar gaan van ouders en uiteenvallen van het gezin brengt beide ouders naar nieuwe rollen. Dit is extra belangrijk nu meer kinderen na een scheiding opgroeien in co-oudergezinnen, waarbij zij ongeveer evenveel tijd doorbrengen bij beide ouders (o.a. Poortman & Van Gaalen, 2017). Voor kinderen is regelmatig contact met beide ouders na een scheiding meestal positief voor de kwaliteit van de relatie met beide ouders, en voor hun welbevinden op korte en langere termijn. Het begrip ‘ouderschapsreorganisatie’ (Cottyn, 2009a en 2009b) verwijst naar het uit elkaar halen van ex-partnerschap en ouderschap: de partnerrelatie verdwijnt, maar het ouderschap blijft. Ouders moeten na de scheiding hun ouderschap opnieuw organiseren om hun ouderlijke taken te kunnen vervullen. Dit omvormen van partnerschap naar ouderschap is daarom een belangrijk onderdeel van veel ouderbegeleidingsprogramma’s.
Steeds meer kinderen krijgen te maken met een nieuwe partner van een of beide ouders. Een groot deel van de gezinnen na een scheiding bestaat dus uit ‘nieuwe’ gezinnen. Zorg dat je als jeugdprofessional weet dat dit bij kinderen kan leiden tot angst dat de nieuwe partner de plaats inneemt van de andere ouder. Ook kunnen kinderen bang zijn om de ouder kwijt te raken aan de nieuwe partner. Uit onderzoek blijkt dat een goede relatie tussen kinderen en stiefouders zorgt voor een groter welbevinden en minder psychologische, sociale en gedragsproblemen.
Oudergericht werken betekent dat alle jeugdprofessionals en -organisaties in het contact met ouders er rekening mee houden dat die zich kwetsbaar kunnen voelen over hun ouderschap. Zet ouders (opnieuw) in hun kracht als opvoeder door ouders als opvoeders te erkennen en mee te nemen in de hulpverlening en de belangrijke beslissingen. Dit betreft ook het tijdig informeren van de ouder die geen gezag heeft.
Veiligheidsaspecten
In conflictueuze scheidingssituaties is er een veel grotere kans op kindermishandeling en huiselijk geweld dan in niet-conflictueuze scheidingssituaties (Gutterswijk et al, 2017). Wees als jeugdprofessionals daarom bij conflictueuze scheidingen extra alert. Krijg je signalen van kindermishandeling en/of huiselijk geweld, ga dan op een niet-veroordelende toon het gesprek met de ouders aan en weet wanneer je een hulpverlener moet inschakelen die het eventueel van je kan overnemen.
Verdieping en onderbouwing
Goede hulpverlening
Professionals in de jeugdhulp en jeugdbescherming hebben de brede maatschappelijke taak om te ‘helpen bij het opgroeien en opvoeden’ (Zwikker et al., 2009). ‘Goede hulpverlening’ gaat niet alleen over effectieve interventies, maar zeker ook over effectieve professionals.
Zoals Van Yperen en Dronkers (2010) stellen, is de professional een cruciaal onderdeel van effectieve hulpverlening. Dit geldt uiteraard ook voor de hulpverlening bij problemen rond een scheiding. Of een professional effectief is, hangt volgens Van Yperen en Dronkers (2010) deels af van algemene capaciteiten, zoals een relatie kunnen opbouwen en werken volgens een duidelijke structuur.
De richtlijn Samen beslissen over hulp biedt handvatten, zodat je constructieve samenwerkingsrelaties kunt aangaan met kind en ouders en een basishouding van onvoorwaardelijke positieve waardering, echtheid en empathie kan aannemen. Ook specifieke capaciteiten zijn van belang. Zo hoort de professional te beschikken over deze kwaliteiten:
- Voldoende kennis over de specifieke doelgroep.
- Voldoende kennis over de rechten van kinderen.
- Vaardig in het inzetten en toepassen van de aangewezen specifieke hulpvormen, of hiernaar kunnen verwijzen.
- Vaardig in de communicatie met kinderen van alle leeftijden en diverse achtergronden.
- Vaardig in het respectvol behandelen van kinderen door aandacht te besteden aan hun persoonlijke situatie, welzijn en behoeften.
- Weten welke valkuilen er zijn bij de hulp aan een specifieke doelgroep en hoe je die kunt vermijden.
- Weet wanneer er sprake is van een specifieke kwetsbaarheid bij kinderen.
De laatste jaren streven de jeugdhulp en jeugdbescherming naar een meer integrale aanpak en meer samenwerking tussen professionals, ook uit verschillende disciplines. Rondom scheidingen spreken ze over de noodzakelijke verbinding tussen zorg en recht (Rouvoet, 2018). Daarbij zijn gespecialiseerde en ervaren gedragskundige professionals met voldoende juridische kennis nodig om een brug te slaan tussen rechtspraak en jeugdhulp (De Boer et al., 2016).
Overwegingen
In aanvulling op de literatuur heeft ook de praktijk aanbevelingen gedaan. Zij geven aan dat jeugdprofessionals meer kennis en vaardigheden moeten verwerven om met kinderen en hun ouders een gesprek te voeren over scheidingsproblematiek. Zo is het belangrijk om in gesprek met kinderen rekening te houden met de mogelijk specifieke behoeften en aan te sluiten bij wat zij kunnen en willen. Ook de locatie van het gesprek verdient aandacht, net als de hulpmiddelen die je eventueel kunt inzetten. Vervolgens moet je aan ouders duidelijk kunnen uitleggen dat kinderen loyaal willen blijven aan beide ouders. Dat kan veel problemen en leed voorkomen.
Zorg daarnaast als professionals dat je je bewust bent van je eigen grenzen en mogelijkheden. Zeker als er sprake is van trauma of andere problematiek bij een kind en/of ouders die een meer gespecialiseerde benadering vereist. Verder is het wenselijk dat ouders zich gestimuleerd voelen om het belang van hun kind voorop te stellen. Dit vraagt van jou als professional dat je de ouders erkent in hun ouderschap. Zij komen eerder in beweging als zij zich als ouders gehoord en gezien voelen. Expertise van motiverende gespreksvoering en oudergericht werken, is voor jeugdprofessionals daarom een voorwaarde. Ook bereik je meer als je het verlenen van hulp of overnemen van hulp kunt loslaten. Je taak is om het kind centraal te stellen in de communicatie rondom het ouderschap en om het proces te begeleiden. Training en deskundigheidsbevordering zijn daarom belangrijk.
Als jeugdprofessional doe je er bovendien goed aan zo snel mogelijk te onderzoeken of het gezin begeleiding nodig heeft. Waar mogelijk en zo nodig werk je daarbij multidisciplinair samen. Kies voor de meest laagdrempelige vorm van ondersteuning. In geval van complexe scheidingen kun je bijvoorbeeld een kindbehartiger inschakelen om het kind te monitoren.
Weet hoe de sociale kaart van hulp bij scheiding en relatieversterking in elkaar zit, zodat je ouders kan adviseren over het hulpaanbod. Welke professionals zijn er in de regio en wat is het aanbod? Denk aan mediators, kinder- en jeugdpsychologen, (school)maatschappelijk werk, systeemtherapeuten, scholen en specialistische zorginstellingen. Er is een heel scala aan programma’s, opleidingen, bij- en nascholingstrajecten, congressen, online mogelijkheden, enzovoorts. Een goed netwerk met belangrijke ketenpartners is belangrijk als je als jeugdprofessional de zaak rondom kind en ouders goed wilt oppakken.