Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Gezinnen met meervoudige en complexe problemen
Jongere schenkt koffie in

Generalistische hulp

Toelichting op de aanbeveling

  • Verleen zowel praktische als psychosociale hulp aan het gezin en coördineer de hulp. Wees je hierbij bewust van je eigen grenzen en schakel gespecialiseerde hulp in wanneer nodig. Probeer het gezin en het netwerk meer de regie te laten nemen over de eigen situatie en blijf zo lang als nodig betrokken bij het gezin. 

Als vaste hulpverlener kun je deel uitmaken van een sociaal wijkteam, maar dit hoeft niet. Belangrijk is wel dat je een generalist bent die de wijk overziet, relaties onderhoudt met de instanties, de bewoners en de sociale kaart kent, beginnende problemen signaleert, direct hulp verleent, de regie voert en specialistische hulp inschakelt als dat nodig is. Als generalist beschik je daarnaast over brede kennis om ‘eerste hulp’ te kunnen bieden (Scholte et al., 2012). 

Bij generalistische hulp aan gezinnen met meervoudige en complexe problematiek is ook kennis van de andere domeinen nodig, zoals huisvesting en financiële hulpverlening. Ook help je het gezin te versterken, signaleer je eventuele problemen en ken je de weg om deze te verhelpen. Je schakelt gespecialiseerde hulp in, stemt de hulpverlening met andere betrokkenen af en treedt op bij crisissituaties. Als generalist heb je kennis van veelvoorkomende opvoedingsvragen, -risico’s en -problemen. Je kunt de veiligheid van kinderen inschatten en vergroten, en de mogelijkheden en de eigen kracht van gezinnen inzetten. 

Daarnaast kun je de mogelijkheden en de noodzaak van specialistische hulp inschatten en weet je welke interventies bij welke problemen effectief zijn (Berger et al., 2013). Wanneer je specialistische hulp inschakelt, is dit altijd tijdelijk. Hanteer je een specialistische aanpak, dan is die gericht op het bereiken van verandering en werk je aan specifieke doelen. Als deze doelen zijn bereikt, houd je de vinger aan de pols en ondersteun je het gezin de bereikte resultaten vast te houden. Dit wordt soms ook ‘nazorg’ genoemd. Soms is ‘drang en dwang’ nodig om een gezin met meervoudige en complexe problemen te veranderen. In Aanpak en interventies lees je hier meer over. 

Eén vaste hulpverlener

Gezinnen met meervoudige en complexe problemen moeten een vast aanspreekpunt te krijgen: een vaste hulpverlener met één telefoonnummer. De literatuur geeft verschillende termen voor deze ene hulpverlener: gezinscoach, zorgcoördinator, gezinsmanager, generalist, casusregisseur, casemanager, enzovoorts. Soms is de jeugdbeschermer vast aanspreekpunt. Deze richtlijn houdt waar nodig de terminologie van de literatuur aan, maar spreekt hier over de vaste hulpverlener van het gezin. 

De klankbordgroep en experts onderschrijven het belang van één vaste hulpverlener, maar geven ook aan dat één vaste hulpverlener kwetsbaar is. Wisselingen van vaste hulpverleners zijn onontkoombaar, door bijvoorbeeld ziekte, zwangerschap of het wisselen van baan. Ook valt het hulpverleners vaak zwaar om alleen de verantwoordelijkheid te dragen voor de hulp en de veiligheid van de kinderen in het gezin. De rol van vaste hulpverlener kan dan ook door twee personen worden ingevuld. Zo draagt de professional de verantwoordelijkheid niet alleen en kan een andere, vaste hulpverlener die al bekend is bij het gezin die rol overnemen.