Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Kindermishandeling
Jongeren op muurtje met alleen voeten zichtbaar

Herstelgerichte behandeling

Toelichting op de aanbevelingen

  • Ga na welke hulp, gericht op de eigen (psychiatrische en psychosociale) problemen, ouders en kinderen nodig hebben.

  • Geef kinderen vanaf ongeveer 8 jaar (of jonger, afhankelijk van ontwikkelingsleeftijd) minimaal psycho-educatie die het kind o.a. ‘ontschuldigt’ en uitlegt dat ieder kind recht heeft op veiligheid.

  • Bied kinderen die getuige zijn geweest van geweld in huis een gerichte interventie aan, ingebed in een gezinsgericht programma; bied hen zo nodig ook aanvullend individuele traumabehandeling aan.

  • Werk zoveel mogelijk met goed onderbouwde interventies en programma’s.

Een herstelgerichte behandeling (van het kind, ouders en/of andere gezinsleden) heeft meer kans van slagen als het volgende het geval is:

  • Naast de behandeling wordt er psycho-educatie gegeven, ook zonder dat er sprake lijkt van (direct) aanwijsbare schade bij het kind.
  • De behandeling helpt om het gebeurde in het juiste perspectief te plaatsen: geweld (verbaal of fysiek) is niet de juiste manier om conflicten op te lossen; geweld is geen normaal onderdeel van gezinsrelaties; iemand onder controle houden met geweld is niet normaal (“we weten uit onderzoek dat …”).
  • De ouders staan achter de behandeling, nemen de problemen van het kind serieus nemen en erkennen wat er gebeurd is.
  • De behandeling is integraal, dat wil zeggen: gericht op verschillende problemen van het kind en het systeem daaromheen.
  • Het grote geheel blijft voortdurend in beeld, maar daarbinnen is wel vastgesteld wat er éérst moet, wat daarbij meteen meegenomen kan worden en wat beter opgepakt kan worden nadat andere problemen zijn opgelost.
  • De situatie rondom het kind is veilig en er wordt gewerkt aan het stoppen van de kindermishandeling. Dit wil overigens niet zeggen dat er afgewacht moet worden en er niet eerder aan de behandeling begonnen kan worden.

(Bron: Gezondheidsraad, 2011)

Interventies gericht op de behandeling van traumagerelateerde problemen

Interventies voor het verwerken van traumagerelateerde problemen bij kinderen en jongeren staan in de richtlijn Traumagerelateerde problemen. In deze richtlijn zijn vijf effectieve interventies aanbevolen die het kind of de jongere helpen om posttraumatische stressklachten te verminderen. Het gaat om de volgende interventies: 

  • EMDR
  • Imaginaire Exposure
  • KIDNET
  • Schrijftherapie
  • Traumagerichte Cognitieve Gedragstherapie

De interventies Imaginaire Exposure, KIDNET, Traumagerichte Cognitieve Gedragstherapie en Schrijftherapie worden meestal ingezet vanaf de leeftijd van 6 jaar. De interventie EMDR is al vanaf de babyfase te gebruiken.

Overige interventies 

In de tabel hieronder vind je een overzicht van andere interventies die gericht zijn op de (therapeutische) behandeling van kinderen om de negatieve gevolgen van kindermishandeling zoveel mogelijk terug te dringen. Ook staan hier interventies voor kinderen die getuige zijn geweest van huiselijk geweld.

Tabel: Overzicht van overige interventies gericht op herstel en behandeling

Interventie

 

 

 

Doel

 

Doelgroep

Effectiviteit volgens de databank Effectieve jeugdinterventies (DEI) en/of het KJP

Asja

(Dorrepaal et al., 2011)

Een gestructureerd programma voor meisjes in de prostitutie. Het programma is erop gericht de meisjes afstand te laten nemen van dat verleden en een nieuw begin te maken om te zorgen dat het meisje veilig en beschermd is tegen het loverboy-circuit; dat ze leeftijdsadequaat functioneert en zich fysiek, sociaal-emotioneel, psychisch, cognitief en seksueel goed ontwikkelt.Meisjes van 12 tot 23 jaar die via loverboys in de prostitutie terecht zijn gekomen of die het risico lopen daarin te belanden.

DEI: Goed onderbouwd.

 

Piep zei de muis

 

Groepsbijeenkomsten voor kinderen die thuis veel meemaken op het gebied van stress en spanningen. Doel is het voorkomen van ernstige psychische problemen bij kinderen.Kinderen (4-8 jaar; resp. 8-12 jaar) die opgroeien in een gezin met lage SES en ten minste één ouder met psychische en/of verslavingsproblemen.DEI: Goed  onderbouwd.
Tijd voor Toontje (Hell et al., 2012)Groepsprogramma voor jonge kinderen en hun moeders in de (vrouwen)opvang. Het betreft een doorlopend groepsaanbod, dat op een vast moment in de week plaatsvindt, met als doel de gevolgen van huiselijk geweld bij kinderen te voorkomen en/of verminderen en ruimte/voorwaarden te creëren voor stabiele hechting tussen kinderen en moeders.Kinderen van 0 tot 10 jaar en hun ouders, die in een (vrouwen)opvang verblijven en getuige dan wel slachtoffer zijn (geweest) van huiselijk geweld in het gezin.DEI: Goed Onderbouwd
 Billie BoemGroepsbijeenkomsten voor kinderen die thuis veel meemaken op het gebied van stress en spanningen. Doel is het voorkomen van ernstige psychische problemen bij kinderen.Kinderen (4-8 jaar; resp. 8-12 jaar) die opgroeien in een gezin met lage SES en ten minste één ouder psychische problemen en/of verslavingsproblemen.Niet in de DEI.
Blijf van mijn mama af!Ouder-kindpsychotherapie voor jonge kinderen die getuige of slachtoffer zijn (geweest) van huiselijk geweld. Doel is de emotionele en fysieke veiligheid van het kind te herstellen in geval van huiselijk geweld.Kinderen (0-5 jaar) en hun ouders die te maken hebben met huiselijk geweld.

Niet in de DEI.

KJP: werkzaamheid moet nog onderzocht worden.

 

En nu ik! (Reijmers et al., 2015)Groepsprogramma voor kinderen die huiselijk geweld hebben meegemaakt het voorkomen en/of verminderen van posttraumatische stress-symptomen en internaliserend en externaliserend probleemgedrag bij kinderen (7 toten met 12 jaar) die gewelddadige ruzies tussen hun ouders/opvoeders hebben meegemaakt.Kinderen van 7 tot en met 12 jaar en hun verzorgende ouders die te maken hebben gehad met gewelddadige ruzies en geweld tussen de ouders/verzorgers van het kind. Kinderen kunnen ook deelnemen wanneer zij (nog) geen problemen vertonen.DEI: Erkenning verlopen.

Horizonmethodiek

(versie seksueel misbruik en trauma)

 (Cohen et al., 2004; Wolzak, 2006)

Groepsbehandeling met twee versies: 

  • Voor kinderen die seksueel misbruik hebben meegemaakt binnen of buiten hun gezin. Doel is de negatieve gevolgen van het misbruik voor het (sociale) functioneren van het kind te herstellen. Ouders leren hun kind optimaal steun te bieden.
  • Voor kinderen die getuige zijn geweest van geweld in het gezin.

 

Voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar.

Niet meer opgenomen in de DEI. De erkenning is verlopen.

KJP: werkzaamheid moet nog bewezen worden. In 2010 omschreven als ‘goed onderbouwd’.

Let op de kleintjes (De Ruiter, 1999; Lamers-Winkelman, 2003)

Groepsbijeenkomsten waarin kinderen leren hoe zij hun emoties kunnen uiten en hoe daar goed mee om te gaan. Naast de bijeenkomsten voor kinderen zijn er parallel bijeenkomsten voor de (verzorgende) ouders.

Meer specifieke doelen zijn:

  • Zorgen dat het kind diens ervaringen kan verwerken.
  • Zorgen dat de gevolgen van die ervaringen verminderen en het kind zich meer beschermd gaat voelen.
  • Moeder ondersteunen in haar ouderrol.
Kinderen van 6 tot 12 jaar die getuige zijn (geweest) van geweld in huis; en hun moeders.

Niet in de DEI.

Niet vermeld door KJP.

Basis voor veel psycho-educatieve programma’s die zich richten op jonge kinderen die te maken hebben met geweld.

Storm en Spetters (Van Heteren, 2014)Groepsbijeenkomsten voor kinderen en ouders met als doel het herstellen van vertrouwen en negatieve gevolgen door seksueel misbruik.Kinderen in de leeftijd van 4 tot 7 jaar die te maken hebben gehad met geweld in huis; hun verzorgende ouder.Niet meer opgenomen in de DEI. De erkenning is verlopen.
Heibel ThuisGroepsprogramma voor jongeren die huiselijk geweld hebben meegemaakt, en hun ouders. Doel is het verminderen van de gevolgen van huiselijk geweld bij de jongere door het voorkomen en/of verminderen van de ontwikkeling van sociale, internaliserende en/of externaliserende gedragsproblematiek bij de jongere.Jongeren van 12 tot 16 jaar die getuige zijn geweest van geweld tussen hun ouders en zich in een (redelijk) stabiele thuissituatie bevinden. De jongeren vertonen (voortekenen/ signalen van) gedrags- en/of emotionele problematiek gerelateerd aan het huiselijk geweld. De intermediaire doelgroep bestaat uit de ouders/verzorgers van de jongere.DEI: Niet erkend, de doelen sluiten onvoldoende aan op de doelgroep.

De onderbouwing van de aanbevolen traumagerelateerde interventies is opgenomen in de richtlijn Traumagerelateerde problemen.

Het niveau van bewijs van de overige herstelgerichte interventies tijdens en na kindermishandeling is (afgaand op Nederlands onderzoek) aan de lage kant. Als die bekend is, is ook de beoordeling door de expertgroep Trauma en Mishandeling van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie gerapporteerd in de tabel (KJP; www.kenniscentrum-kjp.nl). Slechts een klein deel van de genoemde interventies is door deze expertgroep beoordeeld. 

  • De Nederlandse Horizonmethodiek (een vorm van traumagerichte cognitieve gedragstherapie bij seksueel misbruik en trauma) is door het KJP in 2010 beschreven als theoretisch goed onderbouwd voor de behandeling van seksueel misbruikte kinderen. Deze methodiek is niet meer opgenomen in de databank Effectieve jeugdinterventies, omdat de erkenning is verlopen. De Horizonmethodiek blijkt (seksuele) gedragsproblemen, angst, depressie, posttraumatische stress en dissociatieve problemen te verminderen (Bicanic, 2002; Huiskes & Plugge, 2004). Zes maanden na de behandeling blijken gedragsproblemen nog verder afgenomen te zijn (Huiskes & Plugge, 2004).
  • Herstelgerichte interventies hebben meer kans van slagen wanneer de hulp zich richt op meerdere domeinen en betrokkenen (kind, ouders, het gezin), ‘abuse-specifiek’ is, een cognitief-gedragsmatig uitgangspunt heeft, in samenhang en op maat aangeboden wordt, gericht is op het gehele gezin, een substantiële duur en intensiteit heeft, uitgaat van de kracht van het gezin, en tot slot als de ouders achter de behandeling staan, de problemen van hun kind serieus nemen en erkennen wat er gebeurd is (Gezondheidsraad, 2011; Ten Berge et al., 2012).
  • Bij herstel en behandeling heeft een systeemgerichte benadering de voorkeur.
  • Doorgaans is psychotherapie nodig voor kinderen om hun trauma te kunnen verwerken.

De gevolgen van blootstelling aan partnergeweld tussen de ouders zijn schadelijk, en vergelijkbaar met de gevolgen die kinderen ondervinden als zij zelf mishandeld worden (Kitzman et al., 2003). Niet alleen het kind heeft hulp nodig, maar ook de ouders. Tierolf et al. (2014) adviseren voor duurzaam herstel in deze gezinnen een ‘gelaagde’ aanpak die bestaat uit:

  • bescherming en stoppen van het geweld;
  • aanpak van risicofactoren die het geweld in stand houden;
  • praktische hulp bij de consequenties van relationeel geweld (huisvesting, financiën);
  • behandeling van de problematiek van alle gezinsleden;
  • pedagogische hulp voor een veilige opvoeding.

Hulp aan gezinnen waarin partnergeweld speelt, is in eerste instantie gericht op het creëren van veiligheid. Het stoppen van het geweld vermindert traumaklachten bij kinderen en vergroot hun gevoel van veiligheid. Behalve dat ouders hulp wordt geboden is het belangrijk dat zij zich bewust worden van de gevolgen van partnergeweld op hun kind(eren), en dat zij leren het geweld met hen bespreekbaar te maken. Een belangrijk deel van deze kinderen heeft tevens gespecialiseerde traumabehandeling nodig. Daarnaast zijn er laagdrempelige programma’s voor kinderen die getuige zijn geweest van partnergeweld.