Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Seksuele ontwikkeling
Groep jongeren

Conflict van plichten

Toelichting op de aanbevelingen

  • Is er een ‘conflict van plichten’ (zwijgplicht versus plicht tot spreken), vraag dan advies aan de aandachtsfunctionaris kindermishandeling/seksualiteit of Veilig Thuis en raadpleeg de beroepsvereniging. Noteer de beargumentering om het beroepsgeheim te doorbreken in het dossier van het kind of de jongere. 

  • Heb je door signalen een vermoeden van seksueel misbruik of geweld (een ernstig misdrijf of een mogelijk strafbaar feit), overleg dan na zorgvuldige onderbouwde afweging met de politie, bij voorkeur via Veilig Thuis en met verwijzing naar een Centrum voor Seksueel Geweld.  

Beroepsgeheim en gegevensuitwisseling 

Als professional die zorg biedt aan cliënten, heb je een beroepsgeheim op grond van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG; Art. 88) en de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO; Art. 7.457 BW). Deze ‘zwijgplicht’ verbiedt je om informatie over de cliënt aan derden te geven, tenzij de cliënt je daarvoor toestemming geeft. Met toestemming van het kind en/of diens ouders (afhankelijk van de leeftijd) mag je altijd over de zaak overleggen met relevante andere, externe professionals. Daarbij is het belangrijk dat je als jeugdprofessional het kind en de ouders vooraf goed informeert, zodat voor hen duidelijk is waarvoor ze toestemming geven. Dat wil niet zeggen dat je alleen gegevens met andere professionals mag uitwisselen als het kind en/of de ouders (afhankelijk van de leeftijd) expliciet toestemming geven. Bij het beroepsgeheim gaat het erom dat je informatie geheimhoudt zolang dat mogelijk is en dat geheim zorgvuldig doorbreekt als dat nodig is. Bij vermoedens van mishandeling doe je als professional je best om toestemming voor bijvoorbeeld de melding te krijgen. Als dit niet lukt, kun je een wettelijke ‘plicht tot spreken’ hebben of een zogenaamd ‘conflict van plichten’. Als professional kun je vinden dat je je zwijgplicht moet doorbreken omdat een ander belang zwaarder weegt, bijvoorbeeld het belang van het kind of de jongere tegenover het belang van de ouder. Overleg dan met de consulent seksuele gezondheid of aandachtsfunctionaris kindermishandeling/seksualiteit en Veilig Thuis en noteer dit met beargumentering in het dossier. Bij vermoedens van kindermishandeling (zoals seksueel misbruik) heb je als geheimhouder bovendien het wettelijke recht om vermoedens te melden bij Veilig Thuis.  

Bij de afweging om privacygevoelige informatie zonder toestemming uit te wisselen met andere professionals is het van belang dat je de volgende vragen beantwoordt: 

  • Welk doel wil je bereiken met het geven van de informatie?
  • Kun je dit doel ook bereiken zonder de informatie te verstrekken?
  • Heb je echt al het nodige geprobeerd om toch toestemming te krijgen van de gezinsleden?
  • Weegt het gevaar of ernstig nadeel bij een van de gezinsleden (een of meer kinderen en jongeren) wel op tegen het belang dat een ander gezinslid bij geheimhouding heeft?
  • Wie heeft de informatie echt nodig om het gevaar of het ernstige nadeel voor het gezinslid af te wenden? Welke informatie heeft die professional echt nodig? 

Op het terrein van seksuele gezondheid hebben verschillende regio’s en gemeenten initiatieven voor structureel overleg (bijvoorbeeld rond seksueel gedrag, sexting, pornografie, seksuele dwang, loverboys/mensenhandel). Aan dergelijke netwerken doen vaak mensen uit meerdere disciplines mee, zoals leerkrachten, maatschappelijk werkers, de Jeugdgezondheidszorg en andere jeugdprofessionals. Zij behandelen de casuïstiek zoveel mogelijk anoniem of met toestemming van betrokkenen. Ook hier geldt dat het belang van het kind of de jongere zwaarder kan wegen dan het belang dat gediend is met handhaven van de zwijgplicht. Gegevensuitwisseling is mogelijk als je daarmee het seksueel riskante gedrag kunt voorkomen of stoppen. Zie ook de richtlijn Kindermishandeling

Overleg met politie of justitie 

Ook in contacten met politie of justitie bewaart je als professional het beroepsgeheim. 

Je kunt het beroepsgeheim doorbreken bij: 

  • toestemming van de cliënt;
  • een wettelijke plicht tot spreken (volgens de Wet op de lijkbezorging en de Wet publieke gezondheid);
  • een conflict van plichten: alleen met het vrijgeven van informatie aan politie of justitie kun je ernstige schade voor de cliënt of anderen voorkomen. Hiervan kan sprake zijn bij een ernstig misdrijf of een mogelijk strafbaar feit, binnen of buiten de hulpverlening, zoals:
    • seksueel misbruik
    • geweld
    • wapenbezit
    • ernstige vormen van lichamelijke kindermishandeling of lichamelijke verwaarlozing
    • eergerelateerd geweld
    • vrouwelijke genitale verminking
    • huwelijksdwang 

Te ondernemen stappen afstemmen met politie of justitie is ook belangrijk omdat gesprekken tussen jou als jeugdprofessional en (minderjarige) slachtoffers en getuige(n) het leveren van bewijs in een strafzaak kunnen belemmeren of beïnvloeden. Dit geldt zowel voor gesprekken met de ouders als met het kind, en zowel met als zonder toestemming. Zie ook de Handreiking Praten met kinderen bij mogelijk seksueel misbruik (Kwakman & Polders, 2017). Omgekeerd kan de politie aanvullende informatie verstrekken die relevant is voor jou als jeugdprofessional om een veiligheids- en risicotaxatie te maken voor het hele gezin. Ook Veilig Thuis kan aanvullende informatie navragen bij de politie over alle personen die direct betrokken zijn bij een melding. Indien nodig kan de politie assisteren om bij een huisbezoek of een gesprek de fysieke veiligheid te bewaken van het kind of de jongere en van jou. 

In Nederland kennen we daarnaast Veiligheidshuizen waarin politie, justitie, welzijn en zorg samenwerken rond casuïstiek waarin de diverse domeinen een rol spelen. In de meeste Veiligheidshuizen maken incidenten met huiselijk geweld (waaronder kindermishandeling, zoals seksueel misbruik) een belangrijk deel uit van de casuïstiek. Als jeugdprofessional kun je overleggen met het Veiligheidshuis of zelf benaderd worden voor overleg over een casus. Ook hiervoor geldt dat je als professional het beroepsgeheim bewaart tenzij je toestemming hebt van je cliënt.

Zie voor meer informatie het Handvat Gegevensuitwisseling in het Zorg- en Veiligheidsdomein, KNMG (2012) en de richtlijn Kindermishandeling

To do’s 

  • Leg ouders en kinderen de werking van het beroepsgeheim uit. Beloof kinderen en jongeren nooit dat je een geheim bewaart. Beloof wel dat je het kind of de jongere altijd informeert en niets achter diens rug om onderneemt.
  • Twijfel je over aangifte of overleggen met politie of justitie, overleg dan intern met de aandachtfunctionaris of je leidinggevende. Vraag advies aan Veilig Thuis en eventueel ook bij de beroepsvereniging. Maak vervolgens een gezamenlijke afweging en besluit wie aangifte doet (Veilig Thuis kan dit ook doen), welke informatie je deelt en met welk doel.
  • Wijs ouders op de mogelijkheid om aangifte te doen of op het bestaan van het tijdelijk huisverbod. Deze bestuursrechtelijke maatregel kan de politie, onder verantwoordelijkheid van de burgemeester, opleggen aan een pleger van huiselijk geweld (waaronder kindermishandeling).
  • Verwijs slachtoffers van seksueel misbruik (zowel binnen als buiten het gezin) naar een Centrum voor Seksueel Geweld. Doe dit bij (vermoeden van) verkrachting zo snel mogelijk en laat het slachtoffer niet eerst douchen.