
5. Aanpak en interventies
Voor interventies rond de seksuele ontwikkeling geldt altijd de volgende aanbeveling:
Sluit aan bij de leefwereld, ontwikkelingsfase en competenties van een kind of jongere:
- Houd rekening met diens specifieke kwetsbaarheden en behoeften.
- Respecteer de privacy van het kind of de jongere en houd daar rekening mee.
- Gebruik thema's zoals lichamelijke ontwikkeling, zelfvertrouwen, en relaties als aanknopingspunten in het eerste gesprek, creëer een vertrouwensband en bespreek later ook de meer gevoelige onderwerpen (grensoverschrijding, risico’s).
Preventie, advies en begeleiding
Geef kinderen en jongeren (en hun ouders) als jeugdprofessional betrouwbare en begrijpelijke informatie over relaties en seksualiteit en over hoe je eigen verantwoorde keuzes maakt. Gebruik bijvoorbeeld de Sense-website, educatief lesmateriaal en foldermateriaal. Informeer kinderen en jongeren en hun ouders over het belang van veilige, prettige en gewenste seksualiteit. De voorbereiding op seksuele activiteit vraagt extra aandacht bij kinderen vanaf 10 jaar.
Bijsturen
Vraag als jeugdprofessional naar seksualiteit en seksueel gedrag, en naar betekenis en context. Geef dan betrouwbare informatie over een gezonde seksuele ontwikkeling, waarin contact prettig, gelijkwaardig en veilig is. Informeer daarnaast over seksuele risico’s (zoals soa’s, zwangerschap, seksuele dwang en online seks), en hoe je deze voorkomt. Vertel ook dat je seksuele contacten kunt weigeren.
Als jeugdprofessional kun je samen met de ouders seksueel gedrag bijsturen door het te benoemen, te begrenzen en uitleg te geven. Gebruik hierbij het Vlaggensysteem.
Zie Competenties voor tips en tools rond cultuursensitief werken.