Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Ernstige gedragsproblemen
Twee kinderen geven highfive

1. Introductie

Waar gaat deze richtlijn over?  

De richtlijn Ernstige gedragsproblemen biedt handvatten voor de diagnostiek en behandeling van ernstige gedragsproblemen van kinderen – binnen de context van hun gezin en schoolomgeving. Het gaat hierbij om kinderen van 3 tot 18 jaar. Hun problematiek betreft minstens één van de volgende vijf typen gedrag: 

  • ernstig dwars en opstandig
  • prikkelbaar, boos of woedend
  • anderen ergeren
  • antisociaal
  • agressief 

Uitgangsvragen 

Deze richtlijn geeft antwoord op vijf uitgangsvragen:  

  • Waaraan kun je ernstige gedragsproblemen en zich ontwikkelende gedragsstoornissen herkennen? Hoe ziet het diagnostisch proces eruit na de aanmelding van kinderen of jongeren over wie het vermoeden bestaat dat ze gedragsproblemen hebben? Welk type diagnostische instrumenten moet bij welke leeftijdsgroep worden ingezet?
  • Welk type interventie is het meest effectief voor welke leeftijdsgroep? Welke interventies zijn in welke behandelsetting het meest geëigend? Welke interventies kunnen een negatief effect hebben op gedrag?
  • Welke specifieke opvoedingstechnieken van beroepsopvoeders die kinderen of jongeren in groepsverband behandelen (dagbehandeling en residentieel) dragen bij aan de vermindering van gedragsproblemen?
  • Hoe kunnen jeugdprofessionals cognitief-gedragstherapeutische principes toepassen in de dagelijkse praktijk?
  • Hoe kunnen jeugdprofessionals bevorderen dat kinderen of jongeren met gedragsproblemen naar school (blijven) gaan?  

Uniforme richtlijn 

Een uniforme richtlijn voor de diagnostiek en behandeling van deze ernstige gedragsproblemen draagt eraan bij dat de diagnostiek en behandeling het juiste kwaliteitsniveau behalen. Dit is om meerdere redenen belangrijk:  

  • Ernstige gedragsproblemen hebben een negatieve invloed op de kwaliteit van leven van het kind. Die problemen verstoren bijvoorbeeld hun relatie met ouders, broers en zussen. Ook belemmeren ze het functioneren op school en de opleidingsmogelijkheden. Verder bemoeilijken de ernstige gedragsproblemen het aangaan van contacten met leeftijdgenoten die wél goed functioneren.
  • Ernstige gedragsproblemen bij het kind leiden vaak tot handelingsverlegenheid bij ouders, hulpverleners en beroepsopvoeders (professionals die betrokken zijn bij de opvoeding van kinderen). Het is voor hen lastig om consequent de juiste opvoedingsvaardigheden toe te passen.
  • Wanneer een kind met ernstige gedragsproblemen delinquent gedrag vertoont, is ook de schade voor het slachtoffer, zijn omgeving en de samenleving aanzienlijk. 

Vanwege de ernstige gevolgen van de problematiek – voor het kind, diens omgeving en de maatschappij – is het van groot belang om op tijd in te grijpen. Zo valt te voorkomen dat gedragsproblemen zich ontwikkelen tot gedragsstoornissen.  

Voor wie is deze richtlijn bedoeld? 

De richtlijn is bedoeld voor professionals in de jeugdhulp en jeugdbescherming. Zij krijgen handvatten om effectief invulling te geven aan de diagnostiek en behandeling van kinderen met ernstige gedragsproblemen. Ook helpt de richtlijn hen om de juiste ondersteuning te bieden bij de opvoeding en begeleiding van deze kinderen. Hierbij gaat het specifiek om ondersteuning aan ouders en beroepsopvoeders in de opvoedingscontext (gezin en school).  

Het volgen van (de aanbevelingen in) de richtlijn betekent niet altijd dat de gedragsproblemen volledig verdwijnen. Maar het leidt er wel toe dat de gedragsproblemen verminderen en beter hanteerbaar worden – voor de kinderen zelf én voor hun opvoeders.  

De richtlijn bestaat uit verschillende hoofdstukken. Deze zijn allemaal bedoeld voor professionals in de jeugdhulp, maar ze zijn niet voor elk van deze professionals even relevant. Daarnaast zijn enkele hoofdstukken ook relevant voor andere beroepsgroepen. Toelichting:

  • Kenmerken ernstige gedragsproblemen, Oorzaken en factoren en Signalering en diagnostiek zijn relevant voor zowel professionals in de jeugdhulp als voor andere mensen die in hun werk te maken hebben met kinderen. Denk bij die laatste mensen aan medewerkers in de kinderopvang, de jeugdgezondheidszorg en het onderwijs. Zij zijn vaak de eersten die opmerken dat er iets met een kind aan de hand is.
  • Aanpak en interventies is vooral belangrijk voor jeugdprofessionals en gedragswetenschappers die een rol spelen in de besluitvorming rond de indicatiestelling. Ook gedragswetenschappers die als behandelcoördinator de behandeltrajecten van kinderen en hun gezin coördineren, kunnen er hun voordeel mee doen. Tot slot kan deze informatie nuttig zijn voor jeugdhulporganisaties die een keuze moeten maken voor de zorg die zij willen aanbieden. 
  • Opvoedingstechnieken beroepsopvoeder is vooral relevant voor jeugdprofessionals in gezinshuizen, dagbehandeling en residentiële jeugdhulp. Daarnaast is het nuttig voor de gedragswetenschappers en leidinggevenden die deze jeugdprofessionals inhoudelijk aansturen.
  • Competenties is relevant voor zowel ambulant en residentieel werkende jeugdprofessionals als de gedragswetenschappers en leidinggevenden die deze jeugdprofessionals inhoudelijk aansturen. Dit onderdeel gaat over de gewenste houding en vaardigheden van de jeugdprofessional bij het bouwen aan een constructieve samenwerkingsrelatie met kinderen/jongeren en ouders, als er sprake is van (ernstige) gedragsproblemen. Ook komt aan de orde hoe jeugdprofessionals cognitieve technieken of middelen kunnen inzetten in aanvulling op cognitieve gedragstherapie. 
  • Samenwerken met onderwijs is relevant voor zowel jeugdprofessionals als gedragswetenschappers en leidinggevenden die deze jeugdprofessionals inhoudelijk aansturen.

Basisinformatie

Op alle richtlijnen voor jeugdhulp en jeugdbescherming is basisinformatie van toepassing over de volgende onderwerpen:

  • Doelgroep van de richtlijnen
  • Gedeelde besluitvorming
  • Diversiteit
  • Beschikbaarheid interventies
  • Juridische betekenis van de richtlijnen
  • Begripsdefinitie kinderen, jongeren en ouders

Naar de basisinformatie

Een algemene verantwoording van de werkwijze bij de ontwikkeling en herziening van de richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming vind je bij Over de richtlijnen.