
5. Aanpak en interventies
Dit hoofdstuk richt zich op de vraag welk type behandeling of interventie het effectiefst is om ernstige gedragsproblemen aan te pakken. Belangrijk bij de beantwoording van deze vraag is de keuze voor de setting waarbinnen de behandeling zal plaatsvinden. Relevant zijn verder zowel het onderscheid tussen ambulante en residentiële behandeling als het verschil tussen kinderen tot 12 jaar en jongeren vanaf 12 jaar.
Doen zich (duidelijk) ernstige gedragsproblemen voor? Is er geen sprake van een crisis of van gezinsproblemen die de inzet van hulp belemmeren? En vormen andere problemen bij het kind of de jongere geen belemmering voor het starten van een interventie voor ernstige gedragsproblemen? Zet dan bij kinderen tot 12 jaar een ouderinterventie in die zich richt op opvoedingsvaardigheden.
Als deze interventie te weinig oplevert of als de gedragsproblemen bij aanvang al zeer ernstig zijn, dan is het nodig om kinderen van 8 tot 12 jaar naast die interventie ook cognitieve gedragstherapie aan te bieden. Zet bij jongeren vanaf 12 jaar – naast cognitieve gedragstherapie – gezinstherapie of een multisysteeminterventie in.
De interventies in dit hoofdstuk staan in de databank Effectieve jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut. Hier is ook een korte beschrijving te vinden van de genoemde interventies. Uitgebreidere informatie over indicaties of contra-indicaties staat in de handleiding of methodiekbeschrijving van de betreffende interventie.