
Preventieprogramma's
Toelichting op de aanbevelingen
-
Gebruik de preventieprogramma’s die passen bij de doelgroep en de setting (zie de tabel Overzicht selectieve en geïndiceerde preventieprogramma's).
-
Zet selectieve preventieprogramma’s in bij jongeren als er zorgen zijn over middelengebruik, bijvoorbeeld op basis van hun positieve score op de gebruikte screeningsinstrumenten.
-
Zet geïndiceerde preventie in bij jongeren die een positieve score hebben op de gebruikte screeningsinstrumenten.
Selectie van preventieprogramma’s
Hieronder staat een overzicht van aanbevolen programma’s en interventies. De keuze is vooral gebaseerd op de databank Effectieve jeugdinterventies (DEI) op de site van het Nederlands Jeugdinstituut. Het gaat om de volgende programma’s en interventies ter preventie.
Tabel: Overzicht selectieve en geïndiceerde preventieprogramma's
Naam interventie/ aanbod | Vorm | Thema | Doelgroep | Erkennings-niveau | Wie voert uit | Onderdeel basis-aanbod verslavings-zorg |
---|---|---|---|---|---|---|
Adviesgesprek Alcohol jongeren | Individuele aanpak | Alcohol | Jongeren van 12 t/m 23 jaar | Goed onderbouwd (DEI) | Gespeciali-seerde ggz/IVZ | Ja |
Alcohol alert | Interventie met game-elementen | Alcohol | Jongeren VO van 15 en 16 jaar | Goed onderbouwd (DEI; Loket gezond leven), verlopen. Niet in databank, nog wel ingezet in de praktijk. | Basisvoor-ziening, scholen, e-hulp | Nee |
| Groepsgerichte aanpak | Alcohol en drugs | Jongeren cluster 4 VSO van 12 t/m 14 jaar
| Goed onderbouwd (DEI; Loket gezond leven) | Basisvoor-ziening, scholen | Nee |
Helder op school: samen fris | Groepsgerichte aanpak | Alcohol en drugs | 13 t/m 15 jaar | Goed onderbouwd (DEI; Loket gezond leven) | Basisvoorziening, scholen | Nee |
Help, mijn kind kan niet zonder | Oudercursus | Alcohol en drugs | Ouders / verzorgers van jongeren van 12 tot 23 jaar | Goed onderbouwd (Loket gezond leven) | Gespeciali-seerde ggz/IVZ | Nee |
KopOpOuders | Ouderpro-gramma, groepscursus, zelfhulp | Opvoed-ondersteu-ning | Ouders en partners van ouders met psychische en/of verslavings-problemen met minimaal één kind van 1 tot 18 jaar | Goed onderbouwd (DEI)
| Gespeciali-seerde ggz/IVZ | Ja |
Leefstijl | Groeps-gerichte aanpak
| Sociaal- emotionele vaardighe-den | Kinderen in het regulier en speciaal basis- en voortgezet onderwijs, ouders en verzorgers, opvoeders | Goed onderbouwd (Loket gezond leven) N.B. Deze erkenning is ouder dan 5 jaar. De erkenningscommissie beoordeelt deze interventie opnieuw. | Scholen | Nee |
Moti-4 | Individuele aanpak | Gamen, gokken, alcohol en drugs | Jongeren van 14 t/m 24 jaar | Effectief volgens goede aanwijzingen (DEI) | Instelling, voorziening voor lichte hulp en ondersteu-ning | Ja |
Open en alert | Groepsgerichte aanpak | Alcohol en drugs | Jongeren in justitiële jeugdinrichting, de residentiële jeugdhulp, de lvb-zorg of het jongerenwerk, van 12 t/m 25 jaar | Goed onderbouwd (DEI)
| Instelling, gespeciali-seerde ggz/IVZ | Nee |
ROC Aanvalsplan | Groepsgerichte aanpak
| Alcohol en drugs | Leerlingen ROC/MBO van 16 tot 24 jaar | Erkenning DEI als ‘goed onderbouwd’, verlopen. Niet in databank, nog wel ingezet in de praktijk. | Basisvoorziening, scholen | Nee |
Samen Slagen | Groepsgerichte aanpak | Alcohol en drugs | Jongeren VSO cluster 4 onderwijs tussen 12 en 18 jaar | Erkenning DEI als ‘goed onderbouwd’, verlopen. Niet in databank, nog wel ingezet in de praktijk. | Basisvoorziening, scholen | Nee |
Sterker dan de kick | Individuele aanpak | Gamen, gokken, alcohol en drugs | Jongeren en volwassen met een lvb | Goed onderbouwd (Loket gezond leven) | Instelling, voorziening voor lichte hulp en ondersteu-ning, gespecialiseerde hulp | Nee |
Stopstone | Zelfhulp-app | Tabak | Jongeren uit het voortgezet onderwijs (12 t/m 18 jaar) | Goed onderbouwd (DEI) | E-hulp, Basisvoor-ziening | Nee |
Take it personal!+ | Groepsgerichte aanpak, individuele aanpak
| Alcohol en drugs | Jongeren met een lvb en gedragsproblemen, van 10 t/m 27 jaar | Goed onderbouwd (DEI; Loket gezond leven) | Scholen, instelling, Gespeciali-seerde ggz/IVZ
| Nee |
Triple P | Ouderpro-gramma | Integrale aanpak op opvoedvaar-digheden | Ouders/ verzorgers van jongeren van 2 tot 16 jaar met milde tot ernstige gedrags- en/of emotionele problemen | Eerste aanwijzingen voor effectiviteit (DEI; Loket gezond leven) N.B. Deze erkenning is ouder dan 5 jaar. De erkenningscommissie beoordeelt deze interventie opnieuw. | Diversen | Nee |
Verder staan in de Richtlijn Kinderen van ouders met psychische problemen en/of verslavingsproblemen (KOPP/KOV) verschillende interventies beschreven voor deze doelgroep. Specifiek voor het onderwijs is de Richtlijn Verslavingspreventie binnen het onderwijs. Verder is in het rapport ‘Preventie van cocaïnegebruik: inventarisatie en kansen voor de toekomst’ (2021) in paragraaf 3.2 een overzicht te vinden van Nederlandse interventies om verslaving te voorkomen.
Uitgelicht: Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO)
OKO (voorheen het IJslandse preventiemodel) is een wetenschappelijk onderbouwde omgevingsbenadering om middelengebruik onder jongeren te voorkomen. Het model is gericht op het implementeren van beleidsmaatregelen en lokale interventies die risicofactoren voor middelengebruik verminderen en beschermende factoren versterken binnen de domeinen gezin, peergroep (vrienden en leeftijdsgenoten), school, en vrije tijd. Lees meer over OKO.
Open & alert
Open & Alert is een interventie gericht op het voorkomen en verminderen van problematisch middelengebruik bij jongeren en jongvolwassenen van 12 tot 25 jaar in zorg- en welzijnsorganisaties. Het gaat hierbij om zogenaamde risicosettings waarvan bekend is dat jongeren er een verhoogd risico lopen op problematisch middelengebruik, zoals Justitiële Jeugdinrichtingen (JJi’s), de residentiële jeugdhulp, organisaties voor mensen met een lichte verstandelijke beperking (lvb) en het jongerenwerk.
Een vijfstappenplan moet zorgen voor de implementatie van beleid, deskundigheidsbevordering en structurele samenwerking met een instelling voor verslavingszorg. Zo realiseer je een open en alerte houding ten aanzien van middelengebruik bij het management en de professionals (pedagogisch medewerkers, begeleiders, gedragswetenschappers, therapeuten, jongerenwerkers) binnen deze risicosettings.
Belang van vroegsignalering
Hoe eerder en hoe meer een jongere gebruikt, hoe groter de kans op middelenproblematiek later in het leven. Preventie en vroegsignalering zijn daarom van belang om persoonlijke en sociale schade te voorkomen of te verhelpen. Een selectieve of geïndiceerde preventieve interventie werkt minder goed als de jongere tijdens de behandeling blijft gebruiken. Werkt de interventie niet voldoende, dan is het verstandig om op tijd door te verwijzen naar behandeling. In Aanpak en interventies gaan we hier verder op in.
Verdieping en onderbouwing
Verschil tussen selectieve en geïndiceerde preventie
Wat is selectieve preventie?
Hierbij gaat het om programma’s ter voorkoming en uitstel van middelengebruik bij jongeren die een grotere kans lopen om problemen met middelengebruik te ontwikkelen dan anderen. Deze programma’s zijn meestal op groepsniveau. Ze worden vaak aangeboden door of in samenwerking met de jeugdhulp en jeugdbescherming. Het gaat bijvoorbeeld om jongeren die opgroeien in bepaalde wijken, een problematische thuissituatie hebben of die regelmatig in contact komen met drugs. Onder deze categorie vallen ook programma’s op organisatieniveau, waarbij het gaat om beleid, regels, kennis en houding van medewerkers.
Voorbeelden van selectieve preventie zijn KopOpOuders.nl en Open en alert.
Effectieve componenten van selectieve preventie
Er is weinig bewezen effectief aanbod van selectieve preventie voor risicogroepen. De onderzoeken die er zijn, laten beperkte of geen effecten zien. Over het effect op alcoholgebruik zijn er meer positieve berichten. Volgens Van Deursen (in Zoon, 2012) zijn er namelijk wél aanwijzingen dat interventies gericht op de risicovolle kenmerken van jongeren effectief kunnen zijn om het alcoholgebruik te laten dalen. Dit is ook door anderen aangetoond (Conrod et al., 2013; Lammerset al., 2011; Oudejans & Spits, 2013).
Wat is geïndiceerde preventie?
Ook wel: vroeginterventie. Dit zijn interventies bij individuele jongeren om een toename in het middelengebruik of het ontstaan van problematisch middelengebruik te voorkomen. Bijvoorbeeld omdat ze te maken hebben met psychische problematiek, een ouder hebben met drugsproblematiek of omdat ze (problematisch) drugs gebruiken.
Een voorbeeld van geïndiceerde preventie is Moti-4.
Effectieve componenten van geïndiceerde preventie
Geïndiceerde preventieprogramma’s zijn bedoeld om jongeren te motiveren hun gedrag aan te passen. De sterkste effecten ontstaan door een combinatie van motiverende gespreksvoering en feedback over het middelengebruik. Waarbij het goed is om een vergelijking te maken met het middelengebruik van andere jongeren (normatieve feedback). Feedback past goed binnen e-health-interventies: een online advies op maat zonder tussenkomst van een hulpverlener. Daarvoor lijken jongeren bij uitstek geschikt. Niet alleen vanwege de grote rol van internet in hun generatie, maar ook door de anonimiteit en de online beschikbaarheid. Er is groeiend bewijs voor de effectiviteit van feedback via dit medium (Saxon et al., 2021, Schweren et al., 2021).
Effectiviteit van de interventies
Een deel van de interventies voor preventie, zijn door de onafhankelijke Erkenningscommissie (Jeugd)interventies beoordeeld op effectiviteit. Deze beoordeling is onderverdeeld in vier niveaus:
- Goed onderbouwd.
- Eerste aanwijzingen voor effectiviteit.
- Goede aanwijzingen voor effectiviteit.
- Sterke aanwijzingen voor effectiviteit.
Verder zijn al deze erkende interventies zijn goed uitvoerbaar.
Daarnaast zijn in deze richtlijn interventies opgenomen die afkomstig zijn uit de databank (I-database) van het Centrum Gezond Leven van het RIVM (Loketgezondleven.nl) en het overzicht van erkende gedragsinterventies van de Erkenningscommissie Justitiële Gedragsinterventies.
Er is weinig onderzoek gedaan naar het effect van interventies op jongeren als specifieke doelgroep. De meeste interventies halen daardoor hooguit niveau 1 van effectiviteit (‘Goed onderbouwd’). De keuze voor het opnemen van interventies in deze richtlijn wordt daardoor sterk bepaald door praktijkkennis over bijvoorbeeld de uitvoerbaarheid, het succes waarmee interventies zijn geïmplementeerd en hoezeer interventies passen bij de verschillende settings van de jeugdhulp en de jeugdbescherming. Is er voor een specifieke setting maar één interventie beschikbaar, dan wordt deze aanbevolen mits de interventie op minimaal niveau 1 effectief is.
Preventie door beleid
Preventie van middelengebruik bij jongeren kan vorm krijgen door beleid (denk aan regels rondom gebruik) en door vroegsignalering (met daaropvolgend geïndiceerde preventie). Op individueel niveau moeten selectieve en geïndiceerde preventie kennis, verwachtingen, houdingen, intenties, motivatie en vaardigheden veranderen, zodat jongeren gemotiveerd en in staat zijn om minder of geen middelen meer te gebruiken.