
Vlaggensysteem
Toelichting op de aanbevelingen
-
Bespreek zorgen, signalen en risico’s rond de seksuele ontwikkeling met het kind of de jongere en diens ouders en overleg met bijvoorbeeld de consulent of aandachtsfunctionaris seksualiteit/kindermishandeling, vertrouwenspersoon, deskundige (op gebied van seksualiteit) of Veilig Thuis.
-
Volg bij vermoedens van onder andere seksueel misbruik de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Om seksueel gedrag van kinderen en jongeren adequaat te duiden en beoordelen, adviseren we het zogeheten Vlaggensysteem (Frans & Franck, 2014), ontwikkeld door Sensoa (Vlaams Expertisecentrum voor seksuele gezondheid). Voor het inschatten en beoordelen van het gedrag gebruikt het Vlaggensysteem zes criteria, vier beoordelingscategorieën (zichtbaar als vier verschillend gekleurde vlaggen), een normatieve lijst en pedagogische reacties.
Dit zijn de vier beoordelingscriteria:
- acceptabel/oké (groene vlag)
- licht grensoverschrijdend (gele vlag)
- ernstig grensoverschrijdend (rode vlag)
- zeer ernstig grensoverschrijdend (zwarte vlag)
De zes criteria zijn:
- Wederzijdse toestemming: wil het kind of de jongere het zelf, wil het eventuele andere kind of de jongere het ook, vinden beiden het seksuele gedrag prettig?
- Vrijwilligheid: kiest het kind of de jongere er zelf voor, durft die nee te zeggen?
- Gelijkwaardigheid: zijn het kind of de jongere en de ander ongeveer even sterk, oud, slim en populair, of is er een machtsverschil?
- Ontwikkelingsadequaat: doet het kind of de jongere niets waar die te jong of te oud voor is, past het seksuele gedrag bij de ontwikkelingsleeftijd van het kind of de jongere?
- Contextadequaat: is het seksuele gedrag van het kind of de jongere gepast, stoort of choqueert het anderen in de omgeving niet?
- Zelfrespect: heeft het kind of de jongere zicht op de gevolgen van zijn gedrag, neemt die geen risico’s met mogelijk schadelijke gevolgen?
De zogenaamde ‘normatieve lijst’ van het Vlaggensysteem is wetenschappelijk onderbouwd, wordt regelmatig herzien, is in overeenstemming met de richtlijn en kan helpen om seksueel gedrag te beoordelen en duiden. Ook de in het Vlaggensysteem geadviseerde pedagogische reacties hebben we geïntegreerd in deze richtlijn.
Pedagogische reactie per beoordelingscategorie
Met de zes criteria bepaal je of gedrag oké is (groene vlag), licht grensoverschrijdend (gele vlag), ernstig grensoverschrijdend (rode vlag) of zeer ernstig grensoverschrijdend (zwarte vlag). Werk als jeugdprofessional zo nodig multidisciplinair samen om gedrag aan deze criteria te toetsen. Veel seksueel gedrag van kinderen en jongeren is gezond. Ze experimenteren immers vanaf jonge leeftijd met seksualiteit. Ze proberen gedrag uit en ontdekken hun eigen lichaam en dat van anderen. Dit gedrag is nodig voor een gezonde seksuele ontwikkeling.
Bij ‘licht grensoverschrijdend’ seksueel gedrag volstaat het om af te leiden of het gedrag te benoemen en te begrenzen. Kinderen en jongeren moeten soms namelijk nog leren welk seksueel gedrag wel of niet acceptabel of toelaatbaar is. Het is belangrijk om dit op een begrijpelijke manier uit te leggen.
‘Ernstig grensoverschrijdend seksueel gedrag’ moet je beslist afleren en bijsturen, bijvoorbeeld door er consequenties, een waarschuwing of een straf aan te verbinden.
Bij ‘zeer ernstig seksueel grensoverschrijdend gedrag’ is ingrijpen noodzakelijk. Dit kan door het gedrag te verbieden, er straf of sancties aan te verbinden of begeleiding te geven om herhaling te voorkomen. Extra observaties zijn wenselijk. Let op: het Vlaggensysteem is een pedagogisch instrument gericht op het kind of de jongere die seksueel grensoverschrijdend gedrag vertoont.
Aan de vlaggen is een pedagogische reactie gekoppeld. De normatieve lijst is een wetenschappelijk onderbouwde tabel met voorbeelden van seksuele activiteiten en gedragingen per leeftijdscategorie (0-18 jaar). Deze regelmatig bijgewerkte lijst is gebaseerd op recente onderzoeksgegevens over het seksuele gedrag van kinderen en jongeren op verschillende leeftijden. Gebruik deze lijst om te checken of de gekozen pedagogische reactie en vlag ook zo in de literatuur wordt beschreven.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag bijsturen/begeleiden (geel/rood)
Als jeugdprofessional stop of stuur je het gedrag van een kind of jongere bij seksuele grensoverschrijding met een gele of rode vlag. Reageer zoals beschreven in het Vlaggensysteem: vertel kinderen en jongeren, ouders en andere professionals dat het belangrijk is om dit gedrag bij te sturen door het gedrag te benoemen, te begrenzen en uit te leggen waarom je het begrenst. Dit is nodig omdat kinderen en jongeren experimenteren met seksualiteit en mogelijk zelf de risico’s onvoldoende overzien. In dat geval moet je maatregelen nemen om het gedrag bij te sturen, zodat dit niet meer kan gebeuren. Overleg met een collega kan hierbij helpen, denk bijvoorbeeld aan een gedragswetenschapper of andere deskundige.
Begeleiding en behandeling bij ernstige seksuele grensoverschrijding (zwart)
Als jeugdprofessional grijp je in bij seksuele grensoverschrijding met een zwarte vlag volgens het Vlaggensysteem. Reageer zoals beschreven in het Vlaggensysteem.
Het gedrag van de pleger is mogelijk een signaal voor onderliggende problematiek. Laat in zo’n geval gedragspatronen bij de pleger observeren door een deskundige professional, die de betekenis van het gedrag kan duiden. Het gedrag kan bijvoorbeeld komen door een gedragsstoornis, problematische gezinssituatie, (seksuele) kindermishandeling of verwaarlozing. Analyseer de situatie als jeugdprofessional (waar nodig samen met collega’s uit andere disciplines) en gebruik hierbij de informatie over de seksuele ontwikkeling van specifieke groepen (zie Wat is de seksuele ontwikkeling?) Duid zo mogelijk onderliggende problematiek. Bespreek mogelijke vormen van hulpverlening en behandeling (bijvoorbeeld in de ggz) afhankelijk van de onderliggende problematiek met het kind of de jongere – slachtoffer en pleger –, ouders, collega’s, gedragswetenschappers of andere deskundigen, en als dat nodig is met Veilig Thuis.
Meld als jeugdprofessional de situatie bij de verantwoordelijke teammanager en leg de situatie geanonimiseerd voor aan de aandachtsfunctionaris, deskundige op gebied van seksualiteit, gedragswetenschapper of Veilig Thuis. Volg hierin de stappen van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het protocol van de organisatie/instelling.
Zie voor verwijscriteria en signalen van (seksuele) kindermishandeling de richtlijn Kindermishandeling. Overleg als jeugdprofessional met het kind of de jongere (slachtoffer) over aangifte bij de zedenrecherche en – gelet op de wettelijke leeftijdsgrenzen – over het eventueel betrekken/informeren van de ouders. Zie Randvoorwaarden voor wettelijke kaders. Wijs het kind of de jongere (slachtoffer) ook op het recht op hulp en zorg bij één van de Centra Seksueel Geweld binnen zeven dagen na een verkrachting of aanranding. Overleg bij jonge kinderen met de ouders en eventueel met Veilig Thuis of de zedenrecherche.
Vlaggensysteem residentiële jeugdzorg
Onder de naam Vlaggensysteem RJ is het Vlaggensysteem doorontwikkeld voor de residentiële jeugdzorg. Dit gebeurde binnen het project Gezond seksueel gedrag in de residentiële Jeugdzorg, dat van 2013 tot 2017 is uitgevoerd door een consortium van Accare Jeugd GGZ, Avans Hogeschool, Movisie, Rutgers en TNO. Zij hebben bijvoorbeeld tekeningen voor de residentiële jeugdzorg ontwikkeld met situaties die zich hier kunnen voordoen, en die aansluiten bij de kinderen en jongeren. Ze zijn daardoor herkenbaar, zowel voor professionals als voor kinderen en jongeren. De gedragingen op deze tekeningen, zogeheten situatiekaarten, zijn beoordeeld met een vlag. De beoordeling en weging van het gedrag – aan de hand van de criteria – is beschreven op de achterzijde van de situatiekaarten. Dit is in lijn met de reguliere versie van het Vlaggensysteem. Ook zijn er richtlijnen ontwikkeld om adequaat te beoordelen en handelen in de residentiële jeugdzorg. Hiervoor zijn onder meer onderzoeksresultaten (Van Zenderen et al., 2015) en de doelen van het Vlaggensysteem (Janssens et al., 2017) gebruikt.