Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Gezinnen met meervoudige en complexe problemen
Jongere schenkt koffie in

Veiligheid in een gezin

Toelichting op de aanbevelingen

  • Verzamel informatie over de veiligheid van het kind en deel je bevindingen steeds met de gezinsleden en andere betrokkenen. Leg hen uit dat de veiligheid van het kind centraal staat en waaruit die veiligheid bestaat. 

  • Neem beslissingen over de veiligheid van het kind en goed genoeg ouderschap nooit alleen, maar samen met een collega of een daartoe gekwalificeerde gedragswetenschapper. Maak gebruik van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het bijbehorende afwegingskader. 

  • Een veiligheidsplan is een aanvulling op of onderdeel van het gezinsplan. Stel dit altijd op samen met de gezinsleden, het sociale netwerk en de betrokken instanties en evalueer het regelmatig met elkaar. Maak hierover afspraken met elkaar. 

Als je de situatie in een gezin in kaart brengt, is het belangrijk om te starten met de basiszaken. Adequate verzorging en een veilige directe en bredere fysieke omgeving zijn essentieel bij de beoordeling van opvoedsituaties. Veiligheid is een belangrijke basisvoorwaarde voor een gezonde fysieke en psychische ontwikkeling van het kind (Ten Berge & Bakker, 2005). Andere basisvoorwaarden zijn: continuïteit in opvoeding en verzorging en stabiliteit in levensomstandigheden. Zijn deze voorwaarden afwezig, dan wordt de ontwikkeling van het kind serieus bedreigd en kan er onherroepelijke ontwikkelingsschade ontstaan (Zijlstra, 2012). 

Om de veiligheid te beoordelen, verzamel je informatie van verschillende gezinsleden, ook van kinderen zelf. Gebruik de handreiking Participatie van kinderen in de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor handvatten. Verzamel verder informatie door in gesprek te gaan met andere betrokkenen, zoals leerkrachten, buren en familieleden. Leg tijdens deze gesprekken ook (voorlopige) conclusies voor en bespreek ze (Ten Berge & Bakker, 2005). Hulpmiddelen en tools geeft een overzicht van instrumenten die je kunt gebruiken om de veiligheid in het gezin in kaart te brengen.  
 
Volgens de klankbordgroep is er bij deze gezinnen relatief vaak sprake van structurele onveiligheid in de vorm van chronische verwaarlozing. Ook blijkt dat eerdere onveiligheid een belangrijke voorspeller is voortoekomstige onveiligheid. Zo blijkt uit onderzoek dat de aanpak van huiselijk geweld weinig effect sorteert: in het merendeel van de deelnemende gezinnen was er na anderhalf jaarnog steeds geweld (Tierolf et al., 2014). Kijk daarom specifiek welke signalen van veiligheid en onveiligheid er nu en mogelijk in de toekomst kunnen zijn. Sinds januari 2019 kun je hiervoor de verbeterde Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en het bijbehorende afwegingskader raadplegen. Het afwegingskader geeft aan wanneer er sprake is van acute of structurele onveiligheid en vormt een leidraad bij de besluitvorming. Als jeugdprofessional moet je acute en structurele onveiligheid altijd melden bij Veilig Thuis. 

Veiligheidsplan 

De fase van planvorming begint nadat je informatie en signalen over (on)veiligheid hebt verzameld en je deze samen met de gezinsleden en een collega-jeugdprofessional of gekwalificeerde gedragswetenschapper hebt gewogen, besproken en beoordeeld. Is de veiligheid van het kind binnen het gezin niet voldoende gewaarborgd, stel dan met alle betrokkenen een veiligheidsplan op. Dit plan is een aanvulling op het gezinsplan. Het gezinsplan richt zich vaak op de lange termijn, het veiligheidsplan focust op concrete afspraken over hoe je de geconstateerde onveiligheid van dag tot dag en uur tot uur aanpakt. Het maakt duidelijk welke stappen het gezin en het netwerk nemen om dreigende onveiligheid te voorkomen en veiligheidsdoelen te bereiken (Lever, z.d.). 
 
Een veiligheidsplan heeft de volgende kenmerken (Lever, z.d.): 

  1. Het plan erkent en bespreekt openlijk de schade uit het verleden en de gevaren die in de toekomst kunnen optreden.
  2. Het plan wordt opgesteld en uitgevoerd met een breed netwerk rondom het gezin, dat actief meedenkt en bijdraagt.
  3. Het plan bevat duidelijke en haalbare doelen die bijdragen aan de veiligheid van kinderen en voldoen aan de veiligheidseisen.
  4. Het plan beschrijft concreet welke regels, acties en afspraken gelden binnen het gezin en het netwerk.
  5. Het plan bevat afspraken over hoe te handelen in situaties waarin de veiligheid in gevaar dreigt te komen, bijvoorbeeld door stress of triggers.
  6. Het plan is geen statisch document. Het wordt voortdurend aangescherpt, aangepast en getoetst om actueel te blijven.
  7. Het plan wordt onderschreven door alle betrokkenen, waaronder het gezin, het netwerk en hulpverleners. 

Ook bij het opstellen van het veiligheidsplan betrek je kinderen en je houdt hen op de hoogte van de afspraken in het veiligheidsplan. Zorg ook dat kinderen weten welke andere volwassenen bij het veiligheidsnetwerk horen, en hoe zij deze mensen kunnen bereiken (Lever, zonder datum).