
Doelen opstellen
Toelichting op de aanbeveling
-
Ondersteun de gezinsleden bij het opstellen van heldere, concrete en meetbare doelen en neem deze op in het gezinsplan. De doelen geven een duidelijke richting aan de hulp die het gezin ontvangt. De gezinsleden zijn eigenaar van deze doelen. De doelen zijn geformuleerd in hun eigen woorden en inspireren en engageren hen.
In het gezinsplan is een beperkt aantal heldere en concrete doelen opgenomen die aangeven waar alle acties en hulp toe moeten leiden. Doelen blijken mensen te motiveren en te activeren. Ook zorgen ze ervoor dat gezinsleden zich bewuster worden van wat ze kunnen doen om de doelen te bereiken (Van Yperen & Van der Steege, 2006). Wanneer gezinnen concrete en heldere doelen formuleren, helpt dat om stress te verminderen en het gevoel van controle terug te krijgen (Slot et al., 2002). De kans dat gezinnen doelen halen, is groter als ze zelf doelen opstellen die ook echt belangrijk voor hen zijn (I.K. Berg, 2000; Dekkers et al., 2011). Het gezin moet ook het gevoel hebben dat het doel echt te bereiken is. Werk als jeugdprofessional daarom met concrete kortetermijndoelen in plaats van met langetermijndoelen (Van Yperen & Van der Steege, 2006).
Gezin als eigenaar
Van Yperen en Van der Steege (2006) hebben op een rij gezet hoe je als jeugdprofessional het gezin eigenaar maakt van de doelen.
- Maak onderscheid tussen de persoonlijke doelen van het gezin en de maatschappelijke doelen. Maak duidelijk wat het verschil is tussen die doelen.
- Ga een goede dialoog aan met het gezin. Geef hen de ruimte in dat gesprek, maar durf ook de leiding te nemen en kennis in te brengen.
- Sluit aan bij het motivatiestadium waarin het gezin zich bevindt.
- Zorg dat iedereen het eens is over de doelen door deze duidelijk te bespreken en samen vast te stellen. Daarnaast geldt dat iedereen in het hulpverleningsproces eigen doelen mag hebben, zolang dat maar duidelijk is en de doelen elkaar niet tegenwerken.
- Laat de gezinsleden voor de doelen zo veel mogelijk hun eigen woorden kiezen. Vermijd onnodig vakjargon.
Meer informatie over samen met gezinsleden doelen opstellen, vind je in de richtlijn Samen beslissen over hulp.
Doelen opstellen
Houd bij het opstellen van doelen de volgende vuistregels aan (Van Yperen & Van der Steege, 2006):
- Werk stapsgewijs aan doelen. Met tussendoelen en actiepunten werk je met kleine stappen toe naar de eindsituatie die je wilt bereiken.
- Controleer of er doelen nodig zijn die te maken hebben met diagnostische of informatieve vragen, of met voorwaarden voor hulpverlening, zoals motivatie.
- Formuleer de doelen zo SMART mogelijk. Dit betekent dat het doel specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden is. Zie ook Verdieping en onderbouwing.
- Verzamel duidelijke voorbeelden van veelgebruikte doelen binnen een behandelmodule die als inspiratie kunnen dienen.
- Maak de hulp eenvoudig en overzichtelijk. Beperk het aantal doelen tot maximaal vijf. Bij gezinsleden met een lichte verstandelijke beperking is het beter om aan maximaal drie doelen tegelijk te werken.
Doelen koppelen
Formuleer doelen zo dat ze duidelijk laten zien wat het verschil is tussen een gezonde ontwikkeling en een ernstig bedreigde of verstoorde ontwikkeling (Slot et al., 2002). In de praktijk is het vaak lastig om ontwikkelingsuitkomsten concreet en helder te beschrijven. De klankbordgroep adviseert daarom om de doelen te koppelen aan goed genoeg opvoederschap. Als jeugdprofessional blijf je gedurende je betrokkenheid bij het gezin steeds kritisch kijken: kan het kind zich thuis voldoende ontwikkelen? Lees meer over goed genoeg opvoederschap in Wat zijn gezinnen met meervoudige en complexe problemen?
MAGIE-doelen
Veel professionals vinden het lastig om gezin te ondersteunen bij het opstellen van doelen en het SMART formuleren ervan. De werkgroep raadt aan om de SMART-doelen te combineren met MAGIE-doelen, om te stimuleren dat je de doelen samen met het gezin opstelt en bespreekt. MAGIE staat voor: meetbaar, acceptabel, gecommuniceerd, inspirerend en engagerend. Je kunt MAGIE-doelen verduidelijken door ze te vertalen naar SMART-doelen. Daarin geef je duidelijk aan welke resultaten je wanneer wilt bereiken. Ga voor meer uitleg en voorbeelden naar Verdieping en onderbouwing.
Verdieping en onderbouwing
SMART-doelen formuleren
SMART staat voor: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. (Dekkers et al., 2011; Van Yperen, Meyknecht & Diephuis, 2004).
- Specifiek houdt in dat je het doel duidelijk en concreet hebt omschreven. De betrokkenen moeten een duidelijk verband zien tussen de doelstelling en de activiteiten die van hen gevraagd worden. Hoe preciezer het doel geformuleerd is, hoe gemakkelijker je er invulling aan kunt geven.
- Meetbaar gaat over het systeem, de methode of de procedure die nodig is om te bepalen in hoeverre je het doel op een bepaald moment bereikt hebt.
- Acceptabel betekent dat er draagvlak bij het gezin is. Wanneer het gezin het niet eens is met je doelen is de kans groot dat ze die niet halen of dat de verandering niet beklijft. Door het gezin bij het kiezen en formuleren van de doelen te betrekken, vergroot je het draagvlak.
- Realistisch betekent dat het doel haalbaar moet zijn. Een onbereikbaar doel demotiveert mensen en een te laag gesteld doel daagt mensen niet uit en is onbevredigend.
- Tijdgebonden houdt in dat de doelstelling een duidelijke start- en einddatum heeft.
MAGIE-doelen
Een MAGIE-doel is:
- Meetbaar: Is het doel meetbaar?
- Acceptabel: Is er draagvlak en motivatie om eraan te werken?
- Gecommuniceerd: Is het doel besproken met het kind en de ouders?
- Inspirerend: Is het een doel dat zorgt voor motivatie?
- Engagerend: Zet dit doel het kind en de rest van het gezin in beweging? Kunnen de betrokkenen zich eraan verbinden?