
Hulp voor ouder en kind
Toelichting op de aanbevelingen
-
AIs er sprake is van een scheiding of heftige conflicten tussen de ouders, richt de begeleiding dan zowel op de ouders als op het kind, en betrek zo nodig ook het netwerk.
-
Als blijkt dat een kind ernstige problemen heeft vanwege chronische ouderlijke conflicten, onderneem dan eerst meerdere pogingen om de ouders te leren hun conflicten te beheersen.
Passende zorg en hulp
Leid op tijd naar passende zorg zoals de ggz voor volwassenen, maar verzeker je ook van passende hulp aan het kind. Zo nodig kan de rechter de zorg- of omgangsregeling opnieuw beoordelen. Het juridische systeem kan conflicten ook laten escaleren, daarom heeft het voorkeur dat ouders er samen proberen uit te komen of hulp zoeken in relatie-ondersteuning zoals familiemediation. Stel daarnaast vast of het kind een plek of een persoon bij wie die het verhaal kwijt kan. Zo nodig kun je het kind wijzen op een kindbehartiger (vertrouwenspersoon) of op buddyplatform Villa Pinedo.
Netwerk benutten bij hulp na scheiding
Volgens de Jeugdwet is de kring van mensen rond een kind de eerste vorm van sociale steun. Sinds het stelsel is aangepast, doet de jeugdhulp een groter beroep op het netwerk rond gezinnen. Ook tijdens en na een scheiding speelt het netwerk van kinderen en ouders een rol in het functioneren van het gezin. Groenhuijsen (2014) noemt het sociale netwerk van het kind een van de belangrijkste belangen na een scheiding.
Onderzoek toont onder andere de steunende rol van grootouders aan. Zij kunnen hun kleinkinderen een gevoel van continuïteit, identiteit en familiegeschiedenis meegeven. Ook voor de ouders zelf zijn de grootouders een belangrijke bron van steun, zowel praktisch als emotioneel. Daarnaast zijn overige familieleden, vrienden en kennissen in omgeving belangrijk.
Tegelijk kunnen deze mensen ook de problemen tussen ouders juist verergeren en conflicten verder laten escaleren. Finkenauer et al. (2015) leggen uit hoe het sociale netwerk het risico op ouderlijke conflicten kan verhogen wanneer die de vergevingsgezindheid tussen beide ouders vermindert. Zo kan het sociale netwerk dus positieve én negatieve invloed hebben. Het is belangrijk dat je als jeugdprofessional oog hebt voor die rol en invloeden.
De wereld buitenshuis en op school wordt voor kinderen belangrijker na een scheiding, en wisselingen daarin zijn lastig (Groenhuijsen, 2014). Goed contact tussen ouders en school is belangrijk voor kinderen. Dit wordt na een scheiding vaak ingewikkelder, doordat er meer lijnen ontstaan, er overeenstemming tussen ouders ontbreekt en ouders niet samen naar de ouderavond willen of kunnen komen. Help als jeugdprofessional bij de communicatie tussen ouder(s) en school. Steeds meer scholen hebben een ‘protocol gescheiden ouders’, waarin staat hoe de school met die situatie omgaat. Veel scholen werken met interventieprogramma’s, zoals KIES. De school is een laagdrempelige en toegankelijke plek voor deze programma’s. De trainingen vinden plaats op school, tijdens de lessen.
Verdieping en onderbouwing
Hulp aan het kind of aan de ouders
Op wie moet de hulp zich richten als een kind met problemen na een scheiding wordt aangemeld bij een jeugdprofessional? Uit onderzoek blijkt dat de hulp zich zowel op het kind als op de ouders moet richten (Amato, 2006; Duijvesteijn & Noordink, 2013; Leon, 2003; Treffers et al., 1999). Geef de hoogste prioriteit aan pogingen om de conflicten tussen de ouders te verminderen, hen te leren geen ruzie te maken in het bijzijn van hun kind en te wijzen op het belang van het maken van gezamenlijke afspraken over hun kind. Het welzijn van het kind is daarbij steeds leidend.
Zorg dat de positie van beide ouders helder en onderdeel van de hulpvraag moet zijn, vanaf het eerste contact. En betrek beide ouders actief, ongeacht het gezag. In het belang van een grondige diagnostiek van de scheidingssituatie kun je de escalatieladder van Glasl (zie Hulpmiddelen en tools) gebruiken om samen met ouders duidelijk te krijgen in welke fase van het scheidingsproces zij zich bevinden.
Uitgangspunt in het contact met ouders blijft dat de jeugdprofessional zich niet moet richten op de conflictueuze communicatiestijl, maar op de manier waarop ouders gezamenlijk (vanuit een wij-benadering) vorm willen geven aan hun contact. Dit betekent dat zij hun wensen en belangen bespreekbaar maken en dat je hen in het gesprek op hun ouderrol aanspreekt.
Ouders communiceren en handelen vanuit hun positie als ouder voor hun kind. Zij zijn samen verantwoordelijk voor hun kind en moeten zich ervan bewust zijn dat die de emotionele steun van beide ouders nodig heeft. Streef er als professional altijd naar dat je beide ouders ziet en spreekt.
Open communicatie
Stimuleer ouders om op een niet-belastende manier over elkaar te praten, zo rustig mogelijk en zonder de andere ouder te diskwalificeren. Geef ouders de ruimte voor hun emoties, zodat ze samen met de andere ouder kunnen bouwen aan gezamenlijke afspraken over hun kind. Dit vraagt van een professional een nieuwsgierige en empathische houding in het contact met de ouders. Dat wil zeggen dat je werkelijk nieuwsgierig bent naar de gedachten en gevoelens van de ouders, veel open vragen stelt, de ambivalentie of strijd die de ouders laten zien erkent en doorvraagt. Bij ouders met een licht verstandelijke beperking is het van belang om te visualiseren wat bij de rol van de ene ouder en wat bij rol van de andere ouder hoort. Ook is het aan te raden om meer op instructieniveau te communiceren.
Voorbeelden van open vragen zijn:
- Wat vindt u vervelend aan de huidige situatie?
- Op welke manier houdt dit u bezig?
- Wat zou u anders willen?
- Hoe zou u zich voelen als het anders zou gaan?
- Wat kunt u doen om het contact met de andere ouder en uw kind(eren) te verbeteren?
- Wat en wie zou u steun kunnen bieden bij veranderingen?
- Hoe belangrijk is deze steun voor u?
Deze vragen kunnen ouders motiveren om met elkaar in gesprek te gaan en samen hun gedeelde zorgen kenbaar te maken en om te voorkomen dat zij in een strijd blijven vastzitten.
Vaardigheden en technieken voor de professional
Naast een empathische houding zijn vaardigheden in reflectief luisteren en herkaderen belangrijk. Bijvoorbeeld als een ouder zegt: ‘Ik heb het al zo vaak geprobeerd, en het is niet gelukt.’ Dan zou een reactie kunnen zijn: ‘Hieruit blijkt dat u een echte doorzetter bent, zelfs al wordt u tegengewerkt.’ Of als een ouder zegt: ‘Ze liegt altijd en is niet te vertrouwen.’ Dan zou je als hulpverlener kunnen zeggen: ‘Ik hoor dat vertrouwen een belangrijk aandachtspunt voor u is en dat u afspraken vast wilt leggen’.
Ook oplossingsgericht werken, motiverende gespreksvoering en mediationtechnieken kunnen helpen. Denk aan zogenaamde schaalvragen. Deze kun je gebruiken om de mate waarin ouders problemen ervaren te verhelderen, en de motivatie en het vertrouwen te meten. ‘Stel, u heeft een schaal van 1 tot 10. Bij 1 is uw probleem het ergst en 10 staat voor de dag waarop een wonder gebeurde. Hoe erg was het probleem de afgelopen tijd? Neem plaats op de schaal en licht dit toe. En wat maakt dat u al op deze stap zit? Wat kunt u doen of heeft u nodig om een stap hoger te komen op de schaal? Aan welke kleine veranderingen kunt u zien of u dichter bij uw doel komt?’
Vertel aan ouders dat kinderen zeggen:
- Laat ons alsjeblieft geen kant kiezen.
- Maak geen ruzie waar wij bij zijn.
- Zeg geen slechte dingen over elkaar tegen ons.
- Geef ons de tijd om te wennen aan de nieuwe situatie.
- Luister echt naar wat we te zeggen hebben.
- Neem ons serieus in onze wensen en verlangens.
- Geef ons de ruimte om van jullie beiden te houden.
- Vergeet niet dat jullie samen voor ons gekozen hebben.
(Bron: Pinedo & Vollinga, 2018).
Informatie voor ouders
Als professional probeer je zoveel mogelijk toegankelijke informatie te verschaffen aan ouders en kinderen, geef je hun de gelegenheid om hun verhaal te doen en wensen en behoeften aan te geven, en bied je hun – waar mogelijk – de juiste zorg, of verwijs je door. Daarnaast is het voor ouders en kinderen ook nuttig om op een laagdrempelige manier zelf op zoek te gaan naar informatie over hun scheidingssituatie. Een informatiebron is het kennisplatform KEES (Projectgroep KEES, 2017). Het doel van dit platform is het beperken van de problemen die kinderen in problematische scheidingssituaties ervaren, en ook om problemen vroegtijdig te signaleren en passende hulp in te zetten. Platform KEES verschaft hiervoor overzichtelijke informatie over programma’s en instrumenten.
Lvb-ouders
Wanneer ouders met een licht verstandelijke beperking (lvb) scheiden, is dat voor hun kind (en henzelf) vaak nog ingewikkelder dan voor andere gezinnen. Het kind en de ouders kunnen moeite hebben met bepaalde interventies, omdat deze uitgaan van een taalvaardigheid en een abstractievermogen die bij deze groep niet voldoende aanwezig is. Als jeugdprofessional heb je daarom extra kennis en deskundigheid nodig om lvb-gezinnen bij een scheiding te begeleiden. Zorg voor begrijpelijk en ook visueel voorlichtingsmateriaal, en kies voor een interventie die aansluit bij de capaciteiten van zowel de ouders als het kind.
Organisaties zoals Reinaerde, Altra, Expertisecentrum William Schrikker Groep en Idris, ontwikkelden speciaal voor deze groep ouders methodieken en tools om het gesprek te voeren met ouders en kinderen. Ze zijn nog niet uitgebreid op effectiviteit onderzocht. Lees ook de richtlijn Diagnostisch Onderzoek LVB (Douma et al., 2012) en de richtlijn Effectieve Interventies LVB (De Wit, et al., 2011) voor meer informatie over deze doelgroep. Zorg in het contact met deze ouders dat je hen niet ondervraagt maar ook niet overvraagt.