
Wet Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding
Toelichting op de aanbeveling
-
Ken de belangrijkste punten uit de Wet Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding en uit het ouderschapsplan. Informeer ouders over de wet en het ouderschapsplan en benut de kennis in gesprekken met ouders.
Deze wet verlangt van ouders van minderjarigen dat ze een ouderschapsplan toevoegen aan hun verzoek tot scheiding of beëindiging geregistreerd partnerschap. In dit ouderschapsplan moeten in ieder geval afspraken staan over:
- De manier waarop ouders de zorg en opvoeding verdelen (zorgregeling).
- Hoe ouders de omgang met de kinderen regelen (omgangsregeling).
- De manier waarop ouders elkaar informatie geven, elkaar consulteren en samen beslissingen nemen over belangrijke onderwerpen, zoals de schoolkeuze.
- De kosten van de verzorging en opvoeding (kinderalimentatie).
Als beide ouders gezag hebben over hun kind, heeft die na een scheiding recht op gelijkwaardige verzorging en opvoeding door beide ouders. Gelijkwaardig ouderschap betekent dat beide ouders wezenlijk contact hebben met hun kind en waardevolle zorg bieden. Ouders zijn niet verplicht om de verblijftijd gelijk te verdelen (50%/50%).
Verdieping en onderbouwing
Volgens het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) en het Burgerlijk Wetboek hebben kinderen en jongeren recht op omgang met beide ouders, tenzij dit niet in hun belang is. Dit betekent dat zij na een (echt)scheiding ook recht hebben op omgang met de uitwonende ouder. Onder omgang verstaan we dat er contact is tussen het kind en de uitwonende ouder (met of zonder gezag), zoals vastgelegd in de omgangsregeling. Beide ouders moeten zich hieraan houden. De belangen van het kind zijn en blijven het uitgangspunt. De begrippen ‘uitwonende ouder’ en ‘inwonende ouder’ zijn juridische termen. In de dagelijkse werkpraktijk kun je deze termen beter vervangen door termen die passen bij de dagelijkse opvoedpraktijk, zoals vader en moeder.
Wettelijke omgangsregels
Hoeveel contact beide ouders na de scheiding hebben met hun kind(eren) is een belangrijk twistpunt tussen gescheiden ouders. Als jeugdprofessional krijg je dus regelmatig te maken met deze problematiek. Zorg dat je voldoende bekend bent met de (wettelijke) omgangsregels tussen ouders en hun kinderen. Wees goed op de hoogte van de Wet Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Een flink deel (20 procent) van de kinderen en jongeren heeft na de scheiding geen contact meer met de uitwonende ouder (meestal de vader). Vaak willen kinderen en jongeren een van de ouders niet meer zien, soms kiest een ouder hier zelf voor.
Deelovereenstemming
Soms kunnen de ouders het niet eens worden, ondanks de hulp van een mediator of advocaat. In sommige gevallen is dan nog wel deelovereenstemming mogelijk. Ook kan een ouder alléén een verzoekschrift indienen. Wel is het dan belangrijk om te motiveren waarom het niet is gelukt om samen een ouderschapsplan op te stellen en wat de gewenste afspraken zijn. De andere ouder kan dan eventueel verweer voeren met hulp van een eigen advocaat.
Hoorrecht kinderen
Kinderen vanaf 12 jaar worden door de rechter gehoord. De rechter beslist vervolgens over de verdeling van de zorg. Het is dus niet zo dat kinderen vanaf 12 jaar zelf kiezen bij welke ouder zij gaan wonen en hoe de omgangsregeling eruitziet. Wel kunnen ze aangeven wat zij graag willen. Jongeren vinden het soms makkelijker hierover te spreken met een neutrale deskundige dan met hun eigen ouders.