Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Stemmingsproblemen
Twee jongeren

Persoonlijkheidsproblematiek

Toelichting op de aanbeveling

  • Betrek de huisarts, gz-psycholoog of kinder- en jeugdpsychiater erbij zodra je signalen krijgt dat er mogelijk sprake is van borderline en bipolaire problematiek (bijvoorbeeld als het kind hypomane fasen heeft). 

Zodra er signalen zijn die wijzen op borderline of op bipolaire problematiek (bijvoorbeeld hypomane fasen) schakel je als jeugdprofessional de huisarts of jeugd-ggz in voor diagnostiek. 

Persoonlijkheidsproblemen  

Stemmingsproblemen kunnen samengaan met de ontwikkeling van persoonlijkheidsproblemen, zoals een borderline persoonlijkheidsstoornis. Die persoonlijkheidsproblemen kunnen dan invloed hebben op het beloop van de stemmingsproblemen (Hutsebaut et al., 2019). Het criterium voor een persoonlijkheidsstoornis is dat de symptomen inflexibel, niet aangepast en chronisch zijn en subjectief lijden en/of significant disfunctioneren veroorzaken, ongeacht de leeftijd. Ook moeten de uit de persoonlijkheidsproblemen voortvloeiende gedragingen gedurende minstens een jaar aanhoudend inwerken op het dagelijks functioneren. Daarnaast kunnen de symptomen niet verklaard worden vanuit de ontwikkelingsfase of vanuit een As 1-stoornis. 

Stemmingsproblemen en een borderline persoonlijkheidsstoornis 

Soms is er bij kinderen en jongeren lastig een onderscheid te maken tussen een kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) en een kwetsbaarheid voor het ontwikkelen van een depressie. Een diagnose stellen is niet mogelijk zonder grondig diagnostisch onderzoek. Er zijn verschillende professionals die borderline problemen kunnen signaleren: de huisarts, de POH-GGZ, een jeugdprofessional in het sociale wijkteam en een jeugdprofessional in de jeugdzorg en -bescherming. Bij een vermoeden van borderlineproblemen moeten screening en doorverwijzing meteen plaatsvinden. Kinderen en jongeren die mogelijk een borderline persoonlijkheidsstoornis hebben, moeten worden doorverwezen naar de jeugd-ggz. Daarbinnen zijn er verschillende behandelmogelijkheden. Enerzijds sluiten die aan hoe sterk de borderlineproblemen zich ontwikkeld hebben tot een persoonlijkheidsstoornis, en anderzijds op de ernst van de problemen (Hutsebaut et al., 2019).  

Borderlineproblemen kunnen zich op verschillende manieren uiten bij kinderen en jongeren:  

  • Emoties niet kunnen reguleren
  • Extreme verlatingsangst
  • Impulsiviteit, ondoordacht schadelijk of zelfbeschadigend gedrag, suïcidaliteit, risicovol seksueel contact en agressief of grensoverschrijdend gedrag
  • Sociale isolatie en schoolverzuim
  • Plotselinge stemmingswisselingen of een gevoel van leegte, een gevoel van minderwaardigheid
  • Zwart-wit denken
  • Moeilijk positieve relaties aangaan of behouden
  • Stemmingsproblemen, angstproblemen, eetstoornissen en/of middelenmisbruik of -afhankelijkheid

Het is belangrijk dat je als jeugdprofessional deze uitingen kan herkennen. 

Vaak spelen langdurige en vroegkinderlijke negatieve ervaringen een rol en is er sprake van een verstoorde gehechtheid. Het behandelen van borderlineproblemen (in de jeugd-ggz) kan stemmingsproblemen doen afnemen, maar andersom is dat niet het geval (Hutsebaut et al., 2019).  

Zorg dat je ook het gezin bij de behandeling betrekt, en eventueel ook school. 

Stemmingsproblemen en een bipolaire stoornis 

Bipolaire stoornissen komen niet veel voor onder kinderen en jongeren. De impact van een bipolaire stoornis op het leven van een kind is wel groot. Daarom is hiervoor in deze richtlijn specifiek aandacht voor het (vroegtijdig) herkennen van bipolaire problemen of problematiek in wording. Kinderen en jongeren die mogelijk een bipolaire stoornis hebben, moeten worden doorverwezen naar de gespecialiseerde zorg (jeugd-ggz). 

Het is belangrijk dat je als jeugdprofessional oplet of de volgende symptomen aanwezig zijn die kunnen duiden op een bipolaire stoornis: 

  • Snelle schommelingen in stemming en gedrag, vaak geassocieerd met comorbide ADHD en gedragsstoornissen.
  • Zeer snelle, korte, terugkerende manische episodes die enkele uren tot een paar dagen duren (McClellan et al., 2007). Manische episodes zijn zeer sterke schommelingen in gedrag en gevoel.
  • Veranderingen in stemming, energieniveau en gedrag. Prikkelbaarheid, strijdlust en gemengde manisch-depressieve kenmerken komen vaker voor dan euforie.
  • Psychotische symptomen, sterk labiele stemmingen en/of gemengde manische en depressieve kenmerken (McClellan et al., 2007).
  • Chronisch manisch gedrag (McClellan et al., 2007). 

 Symptomen van bipolaire problemen verschillen tussen kinderen en volwassenen.