Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Stemmingsproblemen
Twee jongeren

Signalering

Toelichting op de aanbeveling

  • Houd bij het signaleren en vaststellen van stemmingsproblemen rekening met de fase van ontwikkeling waarin het kind zich bevindt. Zet de symptomen van het kind af tegen wat als normaal gedrag wordt gezien op die leeftijd en houd rekening met het karakter van het kind. 

Wat zijn signalen van stemmingsproblemen? 

De symptomen van stemmingsproblemen verschillen per leeftijdsfase: hoe jonger een kind is, hoe fysieker de symptomen (De Wit, 1997). Dit zijn bekende signalen per leeftijdsgroep: 

  • Bij een baby/dreumes: ontroostbaar huilen, slaap- en eetstoornissen, apathie, zich terugtrekken. 
  • Op peuter- en kleuterleeftijd: een droeve gelaatsuitdrukking en lichaamshouding, geen plezier hebben, niet speels zijn, geen symbolisch spel spelen, scheidingsangst, een lichamelijke en emotionele groeiachterstand, onrealistische ‘magische’ schuldgevoelens. 
  • In de basisschoolleeftijd: een droeve stemming, geen plezier hebben, schuldgevoelens, het idee slecht te zijn, lusteloosheid, problemen met eigenwaarde, suïcidale gedachten, negatieve gedachten over de toekomst, erg bezig zijn met ziekte en dood, minder actief zijn dan voorheen. 
  • Bij adolescenten: een droeve stemming, geen plezier hebben, schuldgevoelens, het idee slecht te zijn, lusteloosheid, problemen met eigenwaarde, suïcidale plannen of daden, minder actief zijn dan voorheen, minder motivatie om iets te presteren, ontevredenheid over lichaam, seksualiteit en relaties. 

Stemmingsproblemen signaleren 

Het is lastig om stemmingsproblemen bij kinderen en jongeren te signaleren, doordat sommige kenmerken nu eenmaal horen bij het opgroeien. Zo komt het bij jongeren veel voor dat zij sombere gevoelens, angst, verlegenheid, geremdheid, eenzaamheid of een laag zelfvertrouwen hebben – zónder dat dit zorgelijk hoeft te zijn. Zulke emoties gaan vaak (maar lang niet altijd) over als jongeren ouder worden (Van Rooijen & Ince, 2012). Daarnaast is het signaleren van stemmingsproblemen bij kinderen en jongeren lastig, omdat je de symptomen makkelijk kunt missen. Die springen namelijk minder in het oog dan bijvoorbeeld gedragsproblemen (Postma & Schulte, 2008). Ook kunnen de problemen gemaskeerd worden door bijvoorbeeld gedragsproblemen of bijkomende problematiek.  

Het uiten, interpreteren en bespreken van symptomen van een depressie verschilt ook per cultuur. Dat is iets om als hulpverlener rekening mee te houden (Intercultureel Addendum Depressie, 2012). Zo kunnen er verschillende woorden gebruikt worden om hetzelfde gevoel uit te drukken (zoals ‘uit evenwicht zijn’), of kunnen lichamelijke klachten meer of minder op de voorgrond staan in de beschrijving van de klachten. 

Als jeugdprofessional hoor je competent en deskundig te zijn in het signaleren van stemmingsproblemen. Observerend vermogen, gespreksvaardigheden en kennis van gedrags- en ontwikkelingsproblemen zijn hierbij van belang (Postma & Schulte, 2008). Om signalen van stemmingsproblemen goed op te pikken, is het goed om een screeningsinstrument te gebruiken, naast de klinische blik. De beoordeling van stemmingsproblemen moet plaatsvinden door gekwalificeerde gedragsdeskundigen en psychiaters.