
Ouders begeleiden
Toelichting op de aanbevelingen
-
Bied ouders ondersteuning bij het reguleren van hun eigen reacties of motiveer hen zo nodig om zelf hulpverlening te zoeken, zoals traumazorg, zodat zij hun kind goed kunnen blijven ondersteunen.
-
Begeleid ouders bij het herstel van de veiligheid en de structuur voor het kind door een dagelijkse routine thuis aan te bieden, de schoolgang voort te zetten, gezond slaapgedrag te stimuleren, plezierige activiteiten te ondernemen en vermijdingsgedrag tegen te gaan.
Als kinderen last hebben van de gevolgen van ingrijpende gebeurtenissen, kunnen ouders helpen door een rustig baken te zijn. Hier lees je meer over wat jeugdprofessionals ouders kunnen adviseren om dit voor hun kind te doen. Uiteraard in goed overleg en uitgaande van de kracht en mogelijkheden van ouders. Wanneer de ouder zelf de dader is van een ingrijpende gebeurtenis, gaat het advies op voor een andere volwassene met wie het kind vertrouwd is. De adviezen zijn voornamelijk gestoeld op gebundelde praktijkkennis, ervaring en literatuur (Coppens & Van Kregten, 2018; Crouch et al., 2018; website van National Child Traumatic Stress Network).
Beschikbaarheid ouder
De fysieke en emotionele beschikbaarheid van de ouder kan het gevoel van veiligheid van een kind vergroten. De ouder kan uitleggen dat deze voor het kind zal zorgen en – voor zover de ouder die kennis heeft – uitleggen wat er hierna gaat gebeuren. Het is belangrijk dat ouders ervoor zorgen dat het kind niet wordt blootgesteld aan gesprekken of televisiebeelden waar ze bang van worden. Gewone dagelijkse routine is goed voor het kind, zoals vaste bedtijden, een verhaaltje of knuffel en samen dingen doen die de ouder en het kind allebei leuk vinden. Als een ouder weg moet, vertelt die het kind hoe lang die wegblijft en waarheen, en is er een vertrouwd iemand beschikbaar.
Ouders kunnen zo geschrokken zijn van de gebeurtenis dat ze hun kind extra willen beschermen. Dit kan soms functioneel zijn, bijvoorbeeld als er nog steeds een concrete dreiging is. In andere gevallen is het niet gunstig. Bijvoorbeeld als ouders het kind na een ongeluk steeds met de auto naar school brengen, terwijl het kind zelf weer kan fietsen. Stimuleer ouders dan om mee te fietsen of hun kind zelf te laten gaan.
Emoties uiten
Wanneer ze zich onveilig, bang of bezorgd voelen, kunnen kinderen ‘lastig’ gedrag laten zien. Ook kunnen ze het gedrag van de dader herhalen. Dit acting out-gedrag kan een vraag om hulp zijn. De ouder kan het kind helpen om diens gevoelens te benoemen en te benadrukken dat deze gevoelens er mogen zijn. Vervolgens kan de ouder het kind uitleggen dat het oké is om je boos te voelen, maar dat je een ander niet mag slaan. De ouder kan het kind helpen om emoties te uiten zonder de ander pijn te doen, door te praten, spelen, sporten en tekenen. De ouder volgt daarbij het tempo en initiatief van het kind.
Co-regulatie
De ouder kan het kind helpen om een begrijpelijk verhaal te maken van de ingrijpende gebeurtenis en de periode erna. Zo kan het kind de gebeurtenis plaatsen en ermee omgaan. Jonge kinderen kunnen via spel nadoen wat ze hebben meegemaakt. Het is belangrijk dat ouders het verhaal feitelijk houden, zich na de gebeurtenis niet richten op het uitdiepen van emoties en kalm reageren (Siegel, 2007). Ouders kunnen het kind helpen met co-regulatie (Hirschler-Guttenberg et al., 2015): ze beïnvloeden het emotie- en stressniveau van het kind zo dat die de eigen emoties en stress weer kan hanteren. Met co-regulatie van volwassenen leren kinderen hun emoties en stress in toenemende mate te beheersen en zo hun zelfregulatie te vergroten. Wanneer het voor ouders te ontregelend is om het verhaal van het kind te horen, doen zij er goed aan om hulp voor zichzelf te zoeken. Lukt het ouders niet om kalm te blijven – waardoor ze bijvoorbeeld ontregelen, blokkeren of boos worden – dan is het belangrijk dat ze zich daarna proberen te herpakken en het kind uitleggen wat er gebeurde.
Reacties ouders
Ouders kunnen hun kind het beste helpen als zij zich goed voelen en goed voor zichzelf zorgen. Door overbelasting, eigen traumaklachten en/of andere psychische problemen kan een ouder tijdelijk niet of minder beschikbaar zijn voor een kind. Ouders kunnen bijvoorbeeld kampen met schaamte en schuldgevoelens omdat ze niet aanwezig waren bij de ingrijpende gebeurtenis, of niet in de gelegenheid waren om het kind te beschermen en te steunen. Door probleemgedrag van het kind, kunnen ouders meer stress in en moeilijkheden met de opvoeding ervaren. Ook voor ouders met beperkte cognitieve en aanpassingsmogelijkheden kan het moeilijker zijn om adequaat te reageren op de signalen van hun kind. Algemene adviezen aan ouders om hun eigen stressniveau te verlagen zijn:
- Zorg voor voldoende nachtrust
- Eet gezond
- Beweeg regelmatig
- Drink geen alcohol
- Zorg voor momenten van ontspanning
Is de ouder zelf getraumatiseerd doordat die de ingrijpende gebeurtenis óók heeft meegemaakt, of hierover heeft gehoord? Of heeft de ouder last van een eerdere onverwerkte ingrijpende gebeurtenis? Dan is het verstandig dat die zelf hulp zoekt om dit te verwerken. Als het niet lukt om voldoende beschikbaar te zijn voor het kind, heeft de ouder begeleiding nodig om die beschikbaarheid te vergroten. Ook kun je kijken of een andere volwassene in de omgeving van het kind meer steun kan bieden.
Do’s
De jeugdprofessional ondersteunt en adviseert de ouders om:
- In de buurt van het kind te zijn en beschikbaar te zijn. Als de ouder weg moet, geef dan uitleg waarheen en voor hoelang, en zorg dat er een vertrouwd persoon bij het kind blijft.
- Te zorgen voor dagelijkse routine, met vaste bedtijden, een verhaaltje of knuffel.
- Samen met het kind activiteiten te ondernemen die beiden plezierig vinden.
- Te benadrukken dat het ervaren van emoties oké is en het kind te ondersteunen bij het benoemen van emoties en die op een passende manier te uiten, praten, spelen, sporten of tekenen.
- Empathisch te reageren, dagelijkse structuur te bieden en het tempo en initiatief van het kind te volgen.
- Het kind te helpen om van de ingrijpende gebeurtenis en wat daarna gebeurde een begrijpelijk verhaal te maken. En het verhaal feitelijk te houden, met oog voor de emoties, zonder deze verder uit te diepen.
- Zelf hulp te zoeken als het verhaal van het kind te ontregelend is of als de ouder zelf getraumatiseerd is geraakt door deze of een eerdere ingrijpende gebeurtenis.
- Goed voor zichzelf te zorgen met voldoende nachtrust, gezonde voeding, voldoende beweging en ontspanning.
- Te stimuleren dat het kind alledaagse activiteiten blijft ondernemen. Ook de spannende, om vermijding te voorkomen.
Don’ts
De jeugdprofessional ontraadt ouders om:
- Het kind te confronteren met beangstigende gesprekken of televisiebeelden die voor volwassenen zijn bedoeld.
- Het kind de schuld te geven van de ingrijpende gebeurtenis.