Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Uithuisplaatsing en terugplaatsing
Jongere met fiets

4. Begeleiden bij uithuisplaatsing en terugplaatsing

Vragen en aanbevelingen

Hulp en interventies voor ouders en kind

Welke hulp/begeleiding hebben ouders en kind nodig tijdens en na uithuisplaatsing? Welke interventies zijn hierbij effectief?

Aanbevelingen

Stel een hulpverleningsplan op

  • Stel voorafgaand aan de uithuisplaatsing samen met het gezin een hulpverleningsplan op waarbij de gedeelde verklarende analyse als basis dient. Neem hierin op wat ervoor nodig is om het kind te kunnen terugplaatsen, en op welke termijn.

Rollen en verantwoordelijkheden

  • Stem expliciet af wie betrokken zijn bij de uithuisplaatsing, wat ieders rol en verantwoordelijkheid is, wat ieders verhaal is over de uithuisplaatsing en hoe de samenwerking met alle partijen vorm krijgt.

Verwerking van de uithuisplaatsing

  • Besteed expliciet aandacht aan de manier waarop ouders en kind omgaan met gevoelens van rouw en verlies over de uithuisplaatsing. Traumasensitief werken is een aanpak die daarbij aansluit.

Zet in op behoud en herstel van contact

  • Zet na de uithuisplaatsing direct in op behoud en herstel van contact tussen kind, ouders en broers/zussen, in een omgeving die prettig en veilig is voor kind en ouders. Begeleid hierbij alle betrokkenen. Vraag naar de wensen en behoeften van het kind en de ouders wat betreft de frequentie en vorm van het contact.

Begeleid kinderen in hun ontwikkeling

  • Begeleid kinderen in hun ontwikkeling op basis van hun ondersteuningsbehoeften op het gebied van wonen, werk, sociale steun en welzijn en zet specifieke interventies in die gericht zijn op hun individuele problematiek, zoals traumagerelateerde problemen, gedragsproblemen en/of emotionele problemen.

Zet in op hulp aan ouders

  • Zet direct na de uithuisplaatsing in op hulp aan en/of behandeling van de problemen van ouders, wanneer de gedeelde verklarende analyse uitwijst dat dit nodig is.

Werk gericht toe naar terugplaatsing

  • Werk gericht toe naar terugplaatsing binnen een voor het kind aanvaardbare termijn. Maak hiervoor direct bij het besluit tot uithuisplaatsing een toekomstgericht plan. Zet daarbij interventies in die de ouder-kindinteractie verbeteren en de opvoedingsvaardigheden van de ouders vergroten. Betrek personen uit het netwerk die ook op de langere termijn een rol kunnen spelen.

Begeleiding na terugplaatsing

Welke hulp/begeleiding hebben ouders en kind nodig na terugplaatsing? Welke interventies zijn hierbij effectief?

Aanbeveling

Ondersteun ouders en kind na terugplaatsing

  • Ondersteun ouders en kind na terugplaatsing door direct begeleiding te bieden en effectieve interventies in te zetten of te continueren. Inventariseer en evalueer zorgvuldig in hoeverre opvoedingscapaciteiten van de ouder en de ontwikkeling en veiligheid van het kind zijn verbeterd. Inventariseer ook of het gezin hulp kan krijgen van het (informele) sociale netwerk en of de beschermende factoren bij kind, ouders en omgeving zijn toegenomen.