Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Uithuisplaatsing en terugplaatsing
Jongere met fiets

Verwerking van de uithuisplaatsing

Toelichting op de aanbeveling

  • Besteed expliciet aandacht aan de manier waarop ouders en kind omgaan met gevoelens van rouw en verlies over de uithuisplaatsing. Traumasensitief werken is een aanpak die daarbij aansluit.

Een uithuisplaatsing is zeer ingrijpend voor kinderen en hun ouders (Graham & Truscott, 2019; Huls, 2022; Quick & Scott, 2019; Shanks & Weitz, 2020). De laatste tijd is er meer aandacht voor de gevolgen van deze ingrijpende maatregel zoals het gevoel van rouw dat kinderen en ouders ervaren (Graham & Truscott, 2019; Salem & De Wilde, 2022). Zowel ouders als kinderen ervaren dat er een stigma vastzit aan een uithuisplaatsing, namelijk het idee dat de ouders niet goed (genoeg) zijn voor hun kinderen. In de periode vóór een uithuisplaatsing voelen ouders zich beoordeeld, en kinderen denken vaak dat zij de stress van hun ouders veroorzaken.

Erken als jeugdprofessional de gevoelens van ouders en kinderen. Geef hen ook de ruimte om te verwerken wat er gebeurt. Na een uithuisplaatsing hebben kinderen soms sterk tegenstrijdige gevoelens over hun eigen ouders. Het familiesysteem is doorbroken, en dat kan een sterk gevoel van verlies opleveren. Om het kind te helpen de uithuisplaatsing te verwerken, is het nodig dat je het kind ondersteunt bij het begrijpen en duiden van diens ervaringen. Praat bijvoorbeeld over de betekenis van ouders, familie en ‘thuis’. Benadruk dat het heel normaal is als het kind gevoelens van verlies, angst of boosheid ervaart.

Veel ouders hebben behoefte aan steun van andere ouders met dezelfde ervaringen (o.a. Quick & Scott, 2019; Salem & Wilde, 2022). Een steungroep helpt hen omgaan met het stigma dat ze ervaren. Het is ook belangrijk dat je als jeugdprofessional de ouders ondersteunt in het vormgeven van hun rol als ouder. Geef hen ruimte om hun emoties te uiten over de uithuisplaatsing. Zo kunnen zij het (tijdelijke) verlies van hun kind leren accepteren, evenals hun verdriet, angst en boosheid daarover. Dit vraagt om inlevingsvermogen van professionals. De methode Ouderbegeleiding na een opvoedingsbesluit kan hiervoor bruikbaar zijn. Deze methode is bedoeld voor ouders bij wie de beslissing is genomen dat hun kind gaat opgroeien in een pleeggezin en helpt hen om een nieuwe invulling te geven aan de relatie met hun kind.

Verwerken van de uithuisplaatsing

Diverse onderzoeken maken inzichtelijk dat het nodig is ouders en kinderen te ondersteunen in het opbouwen van een steunnetwerk dat tijdens de plaatsing en na terugplaatsing het kind en de ouders steun kan bieden (Funcheon et al., 2021; Kelly et al., 2021; McWey & Cui, 2021). Zowel bij de kinderen als bij de ouders kunnen allerlei emoties een rol spelen die impact hebben op het functioneren. Deze emoties vragen om duiding, begeleiding in het omgaan met de gevoelens en gedachten die daarbij horen, en soms ook om relativering.

Een aandachtspunt is om systemisch te denken en kijken naar de gevolgen van uithuisplaatsing voor het systeem waar het kind onderdeel van is en tijdelijk ook wordt. Want vaak is de hulp gericht op het kind als individu (Carr, 2019; Maltais et al., 2019). Dankzij lotgenotencontact (zoals een steungroep) kunnen ouders leren omgaan met alles wat de uithuisplaatsing met hen doet. Zij ervaren zo ook dat ze niet alleen zijn in hun ingewikkelde ervaringen, gevoelens en gedachten. Voor ouders is het daarbij belangrijk dat zij worden begeleid in het kijken naar het ouderschap en ondersteund worden in het vormgeven van hun rol als ouder. In Nederland is een methode ‘Ouderbegeleiding na opvoedingsbesluit’ beschikbaar. Deze methode helpt ouders met de uithuisplaatsing van hun kind om te gaan en een nieuwe invulling te geven aan de relatie met hun kind. Daarnaast is het noodzakelijk dat met hen gewerkt wordt aan problemen die ze ervaren in het dagelijks leven die mede hebben geleid tot het ingrijpende besluit van de uithuisplaatsing. Ook is aandacht nodig voor bijvoorbeeld financiële stress of andere maatschappelijke problemen die zij ervaren (Oomen & Kwint, 2015).

Trauma-informed care

Steeds meer onderzoek wijst op het trauma dat voorafgaat aan uithuisplaatsing, maar ook op het trauma dat een uithuisplaatsing veroorzaakt. Daarbij wordt gewezen op het belang van de inzet van trauma-informed care (TIC), waarbij aandacht is voor de achtergrond en ervaringen van zowel ouders als kinderen (Vervoort-Schel et al., 2022).

Gedeeld opvoederschap

Bij gedeeld opvoederschap delen pleegouders en beroepsopvoeders samen met de ouders de zorg voor en de verantwoordelijkheid over het kind. In de praktijk betekent dit dat al bij de kennismaking goede samenwerkingsafspraken worden gemaakt. Over praktische zaken en over omgang. Samenwerken is soms ingewikkeld en vaak wordt niet erkend welke de rol ouders blijvend hebben in het leven van hun kind. Het lectoraat Jeugd en Gezin van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) doet sinds 2014 onderzoek naar de samenwerkingsrelaties tussen opvoeders en ouders. Zij ontwikkelden de methodiek ‘de relationele route tot gedeeld opvoederschap’. Meer informatie over het onderzoek van de CHE is terug te vinden op Gedeeldopvoederschap.nl.