Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Seksuele ontwikkeling
Groep jongeren

Problematische gehechtheid

Toelichting op de aanbeveling

  • Weet globaal hoe de seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren met problematische gehechtheid verloopt, en weet waarin deze kan verschillen van de seksuele ontwikkeling van leeftijdsgenoten. Gebruik deze kennis om een gezonde seksuele ontwikkeling te bevorderen en te ondersteunen vanuit een positieve insteek en om eventuele bijzonderheden te signaleren.

Hechting is een proces van interactie tussen een kind of jongere en één of meer ouders dat leidt tot een duurzame affectieve relatie. Kinderen en jongeren laten in hun gedrag zien of ze veilig gehecht zijn (ze gaan ervan uit dat de ouder hun signalen opmerkt en er direct en adequaat op ingaat) of onveilig gehecht (waarbij ze dat juist niet doen) (NJi, 2019). Er is een verschil tussen gehechtheidsproblemen en een hechtingsstoornis. Niet elk onveilig gehecht kind heeft een hechtingsstoornis. Zie ook de richtlijn Problematische gehechtheid

Invloed (on)veilige gehechtheid op seksualiteit en relaties 

In Nederland is met tussenpozen drie keer een grote groep jongeren onderzocht over seksualiteit: seksuele gevoelens, seksueel gedrag, seksuele ervaring, seksuele oriëntatie, genderidentiteitsontwikkeling en dergelijke (De Graaf, 2005; De Graaf et al., 2012; 2017). De uitkomsten van deze onderzoeken zeggen iets over het verband tussen veilige/onveilige hechting en seksueel gedrag en seksuele risico’s. Zo komt uit het onderzoek in 2005 naar voren dat verschillende niet-demografische factoren samenhangen met seksuele ervaring. Jongeren uit een gezin met relatief veel affectie, steun en betrokkenheid van de ouders doen het beter op seksueel gebied. Een warm gezinsklimaat betekent dat jongeren relatief veel affectie, hulp en steun van de ouders ervaren en dat ouders veel afweten van het reilen en zeilen van hun kind. Jongeren uit zo’n gezinsklimaat hebben een hogere interactiecompetentie: ze zeggen in het contact met de laatste partner assertiever en zelfverzekerder te zijn, meer controle te hebben en beter te kunnen praten. Deze jongeren beginnen ook iets later aan geslachtsgemeenschap en/of anale seks. Wanneer ze wel ervaring hebben met geslachtsgemeenschap, beschermen ze zich beter tegen zwangerschap. Ook beschermt een warm gezinsklimaat tegen ervaringen met seksuele dwang. Jongeren uit een warm gezin hebben zowel een kleinere kans weleens gedwongen te worden, als weleens iemand te dwingen tot seksuele handelingen. Het lijkt aannemelijk te stellen dat het hier vooral kinderen en jongeren betreft die veilig gehecht zijn. Maar omdat deze jongeren niet als veilig of onveilig gehecht gediagnosticeerd zijn, kunnen we dit niet met zekerheid zeggen. 

Emotionele verwaarlozing, en psychische en fysieke mishandeling thuis voor de leeftijd van 16 jaar hangen negatief samen met seksuele gezondheid in brede zin (De Graaf et al., 2017). Verwaarloosde of mishandelde jongeren zijn eerder seksueel actief, krijgen vaker te maken met een ongeplande zwangerschap en hebben een grotere kans op een negatieve ervaring met sexting of een ervaring met seksueel geweld in het algemeen. Ook hier lijkt het aannemelijk dat dit vooral onveilig gehechte jongeren betreft. Maar omdat deze jongeren niet zo gediagnosticeerd zijn, kunnen we dit niet met zekerheid zeggen. Tot slot hangt ook psychische gezondheid samen met seksuele gezondheid, hoewel hier – nog sterker dan bij emotionele verwaarlozing of mishandeling – geldt dat niets gezegd kan worden over de richting van deze verbanden. Zo hangt een goede psychische gezondheid samen met een latere seksuele start, consequent anticonceptiegebruik, minder vaak testen op soa’s, minder ervaringen met seksueel geweld en minder negatieve ervaringen met sexting (De Graaf et al., 2017). 

Deze bevindingen komen overeen met onze praktijkkennis over ouders van onveilig gehechte kinderen en jongeren. Het betreft vaak ouders met ernstig geschade intimiteitsgrenzen, die zelf niet assertief zijn en geen controle hebben over seksualiteit en intimiteit, of hierin doorgeschoten zijn en zelf ultieme controle willen hebben. Een voorbeeld van ultieme controle hebben op seksueel gebied is prostitutie.  

Kinderen en jongeren in de jeugdhulp en jeugdbescherming zijn vaker onveilig gehecht dan leeftijdsgenoten, vanwege de problematiek waardoor zij in de jeugdhulp en jeugdbescherming terecht zijn gekomen (Kuyper & Höing, 2017). Een veilige gehechtheid is een belangrijke randvoorwaarde voor intieme relatievorming op latere leeftijd. Ook een warm opvoedingsklimaat is relevant. Bij gehechtheidsproblematiek en/of onveilige gehechtheid is het van belang om te zien hoe je dit kunt compenseren, om te zorgen voor veiligheid en vertrouwen in de opvoedrelatie en/of hulpverleningsrelatie, en om alert te zijn op risicogedrag.