Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Toekomstgericht werken
Groep jongeren

4.1.2. Netwerk uitbreiden en versterken

Toelichting op de aanbeveling

  • Investeer in de uitbreiding en versterking van het netwerk van jongeren die geen of een klein netwerk hebben. Ook ervaringsdeskundigen die eerder soortgelijke ervaringen hebben meegemaakt, kunnen een bron van steun zijn. De jongere kan zich gemakkelijker in hen herkennen.

Beperkt netwerk 

Omstandigheden in het leven van jongeren, zoals vaak verhuizen, kunnen ertoe leiden dat zij kleinere en kwetsbaardere netwerken hebben, of terughoudend zijn in het aangaan van nieuwe contacten. Ook jongeren met een beperking of een lvb hebben vaker dan gemiddeld een kleiner netwerk. Als het eigen netwerk onvoldoende mogelijkheden voor steun biedt, is het belangrijk dat je als jeugdprofessional de jongere helpt bij het vinden en opbouwen van nieuwe contacten. Dit is, zeker bij weerstand van de jongere, geen gemakkelijk proces. Het vraagt veel aandacht van de jeugdprofessional, in gesprekken met de jongere en het zoeken van geschikte mogelijkheden. Je kunt de jongere bijvoorbeeld meenemen naar buurtactiviteiten, uitjes of sportactiviteiten.  

Een andere manier om het netwerk te vergroten, is mee te denken over een bijbaan of te wijzen op sociale initiatieven. Zo pakt organisatie Join Us eenzaamheid bij jongeren aan door real-life en online ontmoetingen tussen jongeren te ondersteunen. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zien Join Us als ‘good practice’. Ook Maatjes gezocht van het Oranjefonds helpt mensen om hun netwerk uit te breiden door ze te koppelen aan vrijwilligers. Via dit project kan een jongere voor langere tijd een coach, mentor, buddy of maatje krijgen.  

Ervaringsdeskundigheid  

Ook ervaringsdeskundigen kunnen een bron van steun zijn. Zij hebben vanuit eigen ervaringen in hun jeugd deskundigheid opgebouwd en kunnen zich daardoor goed verplaatsen in de jongere. De jongere kan zich gemakkelijk in ervaringsdeskundigen herkennen. De jeugdprofessional moet daarbij kritisch kijken of er een match is tussen de ervaringsdeskundige en de jongere. Ervaringsdeskundigen vind je onder andere via stichting ExpEx. Zij zijn voor eenmalige gesprekken of een langere periode in te zetten. Soms willen jongeren die je ondersteunt hierna zelf ook hun eigen ervaringen inzetten voor anderen. Ook hiervoor is het nuttig om een lijntje te hebben met een netwerk van ervaringsdeskundigen, zoals ExpEx.   

In de verdieping en onderbouwing lees je hoe je het netwerk van jongeren met een lvb versterkt. 

Dit helpt om de aanbeveling in praktijk te brengen:

Aandachtspunten versterking netwerk bij jongeren met een lvb

Jongeren met een lvb hebben vaker kleinere sociale (familie)netwerken en minder wederkerige relaties met een risico op isolement tot gevolg (zie ook de factsheet Sociale netwerken van mensen met een verstandelijke beperking van de Associatie van Academische Werkplaatsen VB. De beperktere sociale informatieverwerking en sociale vaardigheden van deze jongeren zorgen voor meer onzekerheid en conflicten binnen sociale relaties, waardoor die vaak kwetsbaarder zijn en lastiger uit te breiden. Verder is er soms te weinig aandacht voor het verlies van vrienden/sociaal netwerk na het einde van de schoolcarrière (zie ook AW Kajak handreiking Passende transitiezorg voor jongeren met een LVB plus bijkomende psychische of gedragsproblematiek).  

Uitbreiding netwerk  

Als de jongere een beperkt sociaal netwerk heeft, kan de professional helpen dit op te bouwen of uit te breiden. Sommige jongeren hebben bijvoorbeeld veel verhuizingen meegemaakt en zijn niet meer gemotiveerd om een netwerk op te bouwen, zo werd in de ontwikkelwerkgroep benadrukt. Ook dan blijft het belangrijk dat de jeugdprofessional jongeren motiveert toch een sociaal netwerk op te bouwen, bijvoorbeeld via nieuwe activiteiten. Eenzaamheid en het ontbreken van een sociaal netwerk kunnen grote gevolgen hebben voor het welbevinden van jongeren (De Vries et al., 2021).  

Specifiek bij jongeren met een lvb is het uitbreiden van het netwerk een extra aandachtspunt. De handreiking Transitiezorg voor jeugdigen met een LVB plus bijkomende psychische problemen stelt (p. 40): een deel van de jongeren met lvb ervaart “een gebrek aan psychosociale en praktische ondersteuning vanuit ouders of het sociaal netwerk door onder andere verstandelijke beperkingen van de ouders, instabiliteit van relatie(s) binnen hun sociaal netwerk, verblijf binnen residentiële of pleegzorg, en taalbarrières. Bij jongeren en jongmeerderjarigen met een lvb is er vaker sprake van een conflictueuze gezinssituatie en zijn er vaker wisselingen in de zorg of van steunfiguur geweest, waardoor er beperkt (of geen) goede gehechtheidsrelaties zijn opgebouwd en steunfiguren beperkter of niet beschikbaar waren of zijn. Ze hebben daardoor vaker moeite met het accepteren van hulp van anderen en zijn vaker zorgmijdend (hun ouders ook).”