Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Kindermishandeling
Jongeren op muurtje met alleen voeten zichtbaar

Sociaal netwerk rond het gezin

Toelichting op de aanbevelingen

  • Breng de situatie in kaart door informatie te verzamelen over wat er goed gaat en waarover er zorgen bestaan, ten aanzien van de omgeving van het kind en het gezin.

  • Breng het sociale netwerk rond het gezin expliciet (bv. visueel) in kaart.

Sociaal netwerk rond het gezin

Bij een sociaal netwerk horen alle min of meer duurzame relaties die de ouders en kinderen hebben met:

  • andere personen (vrienden, buren, mantelzorger, sporttrainer, vrijwilligers en (uitgebreide) familieleden als ooms, tantes, neven en nichten, die in niet-westerse culturen vaak net zo belangrijk  kunnen zijn);
  • groepen (bv. voetbalteam, schoolklas, kerk of moskee);
  • instanties (bv. buurthuis, wooncoöperatie, hulpverlening).

Denk ook aan relaties via sociale media. In de beoordeling van het sociale netwerk gaat om het aantal relaties, de kwaliteit ervan, rol of functie, en de mate waarin men het gevoel heeft ‘erbij te horen’.

Eco- of sociogrammen

Er zijn vele varianten van eco- of sociogrammen. Het is gebruikelijk om het sociale netwerk weer te geven als een gelaagd model, meestal met cirkels of ringen:

  • Het gezin, de naaste of soms juist uitgebreide familie, goede vrienden en buren vormen de binnenste ring.
  • Daaromheen bevinden zich vrienden, leden van de uitgebreide familie en collega’s die verder van het gezin af staan.
  • In de buitenste schil staan groepen en instanties als de school, kerk, sportclub, enzovoorts.

Sociaal-maatschappelijke en sociaal-economische factoren

Breng ook de sociaal-maatschappelijke en sociaal-economische factoren in kaart. Voor het gezin als geheel gaat het bijvoorbeeld om de buurt waarin het gezin woont, de voorzieningen, de veiligheid op straat, de huisvesting (adequaat of niet), het gezinsinkomen en het vermogen daarvan rond te komen, eventuele schulden en het sociale netwerk.

Realiseer je dat het vaak gaat om statische factoren die niet of nauwelijks te beïnvloeden zijn. Hulp is dan gericht op het hanteren van deze problemen. In de exploratiefase is het belangrijk om na te gaan hoe ouders en kind omgaan met deze problemen en omstandigheden. Soms valt met praktische hulp (denk aan huisvesting, financiën, naschoolse opvang) te voorkomen dat direct ingrijpen nodig is, want opgelopen spanningen kunnen hierdoor beter hanteerbaar worden voor ouders.

Het in kaart brengen van het sociale netwerk kan drie functies hebben: 

  • het brengt informanten in kaart;  
  • om de context van het gezin te leren kennen;  
  • als ondersteuning bij een interventie. Deze ondersteuning valt op vier manieren te biedeng (Baartman, 2010; Ince et al., 2013):  
    • praktische ondersteuning 
    • psychologische of emotionele ondersteuning
    • informatieve en voorlichtende ondersteuning
    • normatieve ondersteuning (voorbeeld)functie

De aanwezigheid van een sociaal netwerk is een beschermende factor voor ouders en kinderen (zie Oorzaken en factoren). Dat geldt zowel voor gezinnen met als zonder veel problemen. Een sociaal netwerk kan kinderen beschermen wanneer er problemen of risicofactoren aan de orde zijn.

Doordat ouders en kinderen praktische of emotionele steun krijgen van mensen die het gezin goed kennen, is de kans kleiner dat opvoedingsproblemen escaleren en een kind terechtkomt in een problematische opvoedingssituatie. Gezinnen kunnen meer aan als er mensen zijn die hen praktisch en emotioneel ondersteunen. De jeugdprofessional kan het sociale netwerk op uiteenlopende manieren in kaart brengen: door hier gericht vragen over te stellen aan ouders en kinderen en anderen die hen goed kennen, en door het te visualiseren met bijvoorbeeld een sociogram, ecogram of netwerkkaart, of het driedimensionaal weer te geven met materiaal als Playmobil.