Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Kindermishandeling
Jongeren op muurtje met alleen voeten zichtbaar

4. Signalering en diagnostiek

Vragen en aanbevelingen

Signalen

Wat zijn signalen van (verschillende vormen van) kindermishandeling?

Aanbevelingen

Kindsignalen

  • Weet wat (wetenschappelijk onderbouwde) signalen van kindermishandeling zijn.

  • Weet dat de meeste signalen van kindermishandeling aspecifiek zijn, en er dus niet één signaal kenmerkend of uniek is voor kindermishandeling.

Handelen professionals

Wat moeten jeugdprofessionals doen bij signalen van en risicofactoren voor kindermishandeling? Hoe kan de jeugdprofessional de situatie in kaart brengen en weten wat er aan de hand is?

Aanbevelingen

Overwegen: kan er sprake zijn van kindermishandeling? (Stap 0)

  • Stel standaard – in ieder geval bij de intake – neutraal geformuleerde vragen aan ouders en kind over de veiligheid in het gezin, nu of in het verleden en in de toekomst. 

  • Overweeg altijd bij alles wat je bij kinderen en hun ouders opmerkt als afwijkend, opvallend of zorgelijk rondom hun psychosociale omstandigheden, gedrag en ontwikkeling, psychische gesteldheid en fysieke kenmerken: ‘Kán hier sprake zijn van kindermishandeling?’

Vermoeden of verdenken

  • Werk bij een vermoeden of verdenking van kindermishandeling altijd in de geest van en volgens de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. 

  • Ga na of er sprake is van een acuut onveilige of levensbedreigende situatie voor het kind en de eventuele broertjes of zusjes, en handel in dat geval direct: overleg met je leidinggevende, gedragswetenschapper, vraag advies bij Veilig Thuis, overleg eventueel met de Raad voor de Kinderbescherming en de politie. Zie de richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing.

In kaart brengen van de psychische en lichamelijke gesteldheid

  • Breng de situatie in kaart door informatie te verzamelen over wat er goed gaat en waarover er zorgen bestaan, ten aanzien van: de veiligheid van het kind, en de psychische en lichamelijke gesteldheid van het kind.

  • Vraag bij een vermoeden van lichamelijke kindermishandeling en seksueel misbruik, een (jeugd-, huis-, kinder- vertrouwens- of forensisch) arts en/of het LECK (Landelijk Expertisecentrum Kindermishandeling) of Centrum Seksueel Geweld om de lichamelijke signalen te duiden.

  • Screen op traumasymptomen met behulp van de (gevalideerde) CRIES-13.

Ouders als risicofactor

  • Breng de situatie ten aanzien van de beide ouders in kaart door informatie te verzamelen over wat er goed gaat en waarover er zorgen bestaan.

  • Kijk naar de ouders als personen en als opvoeders. Ga na of er sprake is van een (licht) verstandelijke beperking, psychiatrische problemen en/of verslaving. Ga na wat de krachten van de ouders zijn. Ga na of er zorgen bestaan over de kinderen naar aanleiding van een Kindcheck. Gebruik een valide vragenlijst om de opvoedingskwaliteit van de ouders in kaart te brengen.

Sociaal netwerk rond het gezin

  • Breng de situatie in kaart door informatie te verzamelen over wat er goed gaat en waarover er zorgen bestaan, ten aanzien van de omgeving van het kind en het gezin.

  • Breng het sociale netwerk rond het gezin expliciet (bv. visueel) in kaart.

Raadplegen van en samenwerken met andere professionals (stap 2)

  • Weet wanneer je wel en niet informatie over gezinnen kan of moet delen, zoals informatie verstrekken aan professionals die daarom vragen, verzoeken om informatie bij andere professionals en uitwisselen in multidisciplinair overleg, zoals collega’s, aandachtfunctionarissen of leidinggevenden, Veilig Thuis, arts of specialist, hulpverleners betrokken bij het gezin, onderwijs, politie.

  • Overleg en stem af met de politie en Veilig Thuis als er sprake is van een mogelijk strafbaar feit, ernstige vormen van lichamelijke kindermishandeling, lichamelijke verwaarlozing, seksueel misbruik, eergerelateerd geweld, vrouwelijke genitale verminking of huwelijksdwang. Overweeg in zo’n situatie altijd aangifte te doen. Overweeg dat ook als alleen op die manier kindermishandeling tijdig en duurzaam te stoppen valt.

  • Wijs de ouder(s) op de mogelijkheid om aangifte te doen, of wijs hen op het tijdelijk huisverbod (bij partnergeweld en kindermishandeling).

  • Bij twijfel en melden: overleg met Veilig Thuis.

Samenwerken met ouders en kind (stap 3)

  • Overleg met en betrek ouders en kind in het gehele proces, tenzij er gegronde redenen zijn om daarvan af te wijken (bv. in verband met veiligheid).

  • Vraag toestemming van een 16+-jongere om met diens ouders te spreken en vraag toestemming aan de ouders van een kind jonger dan 12 jaar om met het kind apart te spreken.

  • Gebruik in de communicatie met ouders en kinderen geen vaktermen als ‘risicofactoren’. Gebruik liever formuleringen als ‘zorgen maken over’, ‘wat gaat goed en waarover zijn er zorgen’,  
    ‘zorgpunten/aandachtspunten’.

  • Beloof het kind geen geheimhouding; vertel wanneer en waarom je informatie moet delen met andere professionals.

  • Schakel wanneer nodig een professionele tolk in, of een collega die de taal spreekt.

Wegen van ernst en risico (stap 4)

  • Weeg alle (ongunstige en gunstige) factoren, de ernst en de risico’s en blijf dit gedurende het gehele proces telkens weer doen bij nieuwe informatie en signalen.

  • Ga aan de hand van het Afwegingskader na of er sprake is van acute of structurele onveiligheid.

Beslissen (stap 5)

  • Beslis nooit alleen.

  • Neem twee beslissingen op basis van de volgende vragen:

    • Is melden noodzakelijk? Dit is het geval bij acute of structurele onveiligheid.
    • Is hulp verlenen of organiseren (ook) mogelijk?

    Handel vervolgens naar deze beslissingen.

  • Spreek expliciet met betrokken professionals en ouders en kind af wie de regie heeft over de hulp rond het gezin.

  • Werk gestructureerd en methodisch naar een beslissing toe volgens de principes van ‘structured decision-making’. Doe dit multidisciplinair waar dat relevant is, en zoveel mogelijk in dialoog met de ouders (‘shared decision-making’).

  • Realiseer je dat het werken met (vermoedens van) kindermishandeling gepaard gaat met onzekerheden; ook voor ouders, kinderen en andere betrokkenen is het een onzekere tijd.

Verslag en communiceren

  • Houd in het cliëntdossier een volledig verslag bij, vermeld instemming of medeweten van ouders en kind en gebruik te vermelden en hanteer eenduidige taal.

Instrumenten voor veiligheids- en risicotaxatie

Welke instrumenten zijn beschikbaar voor veiligheids- en risicotaxatie?

Aanbevelingen

Veiligheidstaxatie

  • Gebruik voor risicotaxatie de CFRA of ARIJ.

  • Gebruik voor veiligheidstaxatie de ARIJ, Delta Veiligheidslijst of het Triage-instrument voor Veilig Thuis.