
Wegen van ernst en risico (stap 4)
Toelichting op de aanbevelingen
-
Weeg alle (ongunstige en gunstige) factoren, de ernst en de risico’s en blijf dit gedurende het gehele proces telkens weer doen bij nieuwe informatie en signalen.
-
Ga aan de hand van het Afwegingskader na of er sprake is van acute of structurele onveiligheid.
Bij Oorzaken en factoren zijn de wetenschappelijk onderbouwde risico- en beschermende factoren op een rij gezet. Maar er is geen wetenschappelijk bewijs dat deze factoren elkaar (helemaal) kunnen opheffen. Of dat de kans op kindermishandeling simpelweg een kwestie is van plussen en minnen van risico- en beschermende factoren. Het gaat hier om kansen dat deze factoren leiden tot kindermishandeling, onderzocht in groepen, die niet altijd in individuele situaties gelden. Wel is het waarschijnlijk dat de kans op kindermishandeling groter is als er meer dan drie risicofactoren aanwezig zijn (Sidebotham & Heron, 2006). Dit heet risicocumulatie of -opeenstapeling. Of het omgekeerde effect (in dezelfde mate) uitgaat van beschermende factoren, is niet bekend.
Intussen is wel duidelijk dat kinderen uit hoogrisicogezinnen minder profijt hebben van beschermende factoren (Luthar & Goldstein, 2004). Toch is het belangrijk dat je als jeugdprofessional zowel de risico- als beschermende factoren in kaart brengt. Inclusief de frequentie en duur waarin factoren spelen. Al deze informatie neem je mee in je afweging en inschatting van de ernst en impact van de kindermishandeling, welke acties en interventies er nodig zijn en welk effect je hiervan mag verwachten.
Een veiligheids- en/of risicotaxatie-instrument helpt bij het afwegen van de ernst van de kindermishandeling en/of het risico (van herhaling) voor kindermishandeling. Vraag bij twijfel altijd (opnieuw) advies bij Veilig Thuis.
In stap 4 weeg je het volgende af:
- Heb ik op basis van de stappen 0 tot en met 3 van de meldcode een vermoeden van kindermishandeling?
- Heb ik er alleen een vermoeden van, of is er sprake van acute of structurele onveiligheid?
Zie: Afwegingskader Jeugdprofessionals (2018).