Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Kindermishandeling
Jongeren op muurtje met alleen voeten zichtbaar

Veiligheidstaxatie

Toelichting op de aanbevelingen

  • Gebruik voor risicotaxatie de CFRA of ARIJ.

  • Gebruik voor veiligheidstaxatie de ARIJ, Delta Veiligheidslijst of het Triage-instrument voor Veilig Thuis.

Gebruik een instrument voor veiligheidstaxatie om na te gaan in hoeverre er actueel, dus op dit moment, bedreigingen zijn in de veiligheid of ontwikkeling van het kind.

Leidend zijn daarbij de volgende vragen (Ten Berge et al., 2012):

  • Is er sprake van acuut of direct gevaar voor het kind?
  • Is er sprake van structurele onveiligheid voor het kind?
  • Is er sprake van bedreigend nalaten of handelen van de ouders?
  • Zijn er signalen bij het kind die wijzen op kindermishandeling?
  • Welke gevolgen heeft de kindermishandeling voor het kind?

Veiligheidstaxatie-instrumenten zijn: de ARIJ-Veiligheidstaxatie, de LIRIK, het Triage-instrument Veilig Thuis, Delta Veiligheidslijst.

Risicotaxatie

Gebruik een risicotaxatie-instrument om de risico’s voor de veiligheid in de toekomst in kaart te brengen. Zo valt met effectieve hulp de kans op (herhaling van) kindermishandeling te verkleinen. Bij risicotaxatie wordt een inschatting gemaakt van kindermishandeling in de (nabije) toekomst of van de kans op herhaling.

Risicotaxatie geeft antwoord op de vragen:

  • Wat kan er gebeuren?
  • Hoe waarschijnlijk is het dat dit gebeurt?
  • Hoe ernstig is het als dit gebeurt?

Risicotaxatie-instrumenten zijn: de ARIJ-Risicotaxatie, CARE-NL, de CFRA-NL en RiS.

Behoeftetaxatie

Gebruik een behoeftetaxatie-instrument om na te gaan welke dynamische risicofactoren – en andere zorgbehoeften – aanwezig zijn en aanknopingspunten bieden voor hulpverlening. Bij risicogestuurde zorg gaat het dan vooral om factoren die kindermishandeling veroorzaken en/of in stand houden. Bij herstelgerichte zorg gaat het om factoren die het gevolg zijn van kindermishandeling (Van der Put et al., 2018). 

Behoeftetaxatie-instrumenten zijn: de ARIJ-Veiligheidstaxatie en het Triage-instrument Veilig Thuis.

Doorgaans geven risicotaxatie-instrumenten een betere inschatting van de kans op kindermishandeling dan wanneer professionals zelf, zonder instrument, een inschatting maken (o.a. White & Walsh, 2006).

Risicotaxatie-instrumenten zijn te onderscheiden in ‘actuariële’ en ‘klinische’ instrumenten. Bij een klinisch instrument bepaalt de beoordelaar of ersprake is van een hoog, gemiddeld, of laag risico (professioneel of klinisch oordeel), terwijl dit bij actuariële instrumenten met een statistisch onderbouwde score wordt bepaald (Van der Put & Assink, 2018). Valide actuariële instrumenten met score geven betrouwbaardere uitkomsten dan klinische instrumenten zonder score (o.a. Aegisdóttir et al., 2006; Van der Put & Assink, 2018).

Onderzoek laat zien dat risicotaxatie-instrumenten onbedoeld ook schadelijke effecten kunnen hebben, als er te weinig aandacht is voor de implementatie en borging in de organisatie (Gillingham & Humphreys, 2010). Het gebruik van (vooral ICT-)instrumenten kan volgens auteurs een doel op zich worden, onvoldoende de complexiteit van de problematiek belichten, schijnzekerheid bieden, onvoldoende gevalideerd blijken, et cetera. Het is dus belangrijk dat een instrument zodanig is ingebed in het werkproces dat het kan worden ingezet en gebruikt zoals het bedoeld is.

Zie ook: Veiligheid en risico’s inschatten: wat helpt? De zin en onzin van risicotaxatie-instrumenten  (Bartelink et al., 2017).

Overzicht van instrumenten

De ARIJ (Actuarieel Risicotaxatie Instrument voor Jeugdbescherming; Van der Put, Assink et al., 2016; Vial et al., 2017; Van der Put et al., 2018) bestaat uit:

  • een veiligheidstaxatie om te bepalen of het kind direct veilig moet worden gesteld;
  • een risicotaxatie om de kans op terugval in te schatten (gebaseerd op de LIRIK, Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid);
  • een dynamisch risicoprofiel (gebaseerd op de LIRIK), om de verandering over tijd te monitoren en aanknopingspunten te krijgen voor interventie;
  • een behoeftetaxatie om na te gaan wat er in en met het gezin aangepakt moet worden.

De betrouwbaarheid en voorspellende waarde van de ARIJ Risicotaxatie zijn significant gunstiger dan die van de LIRIK (zie onder) maar nog steeds voor verbetering vatbaar. Dit is momenteel in onderzoek.  
De ARIJ is digitaal en in een Excel-format beschikbaar voor een brede professionele doelgroep in de jeugdhulp en jeugdbescherming.

LIRIK (Licht Instrument Risicotaxatie Kindveiligheid, 2007; Ten Berge et al., 2014) is een checklist voor vermoedens van actuele kindermishandeling of anderszins onveilige opvoedingssituaties. Ook is het een klinisch instrument voor het inschatten van het risico op kindermishandeling in de nabije toekomst in gezinnen met een of meerdere kinderen van 0 tot 23 jaar.

Uit onderzoek van Bartelink, De Kwaadsteniet et al. (2015) blijkt dat de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid en voorspellende waarde van de LIRIK onvoldoende zijn. De onderzoeksuitkomsten kunnen volgens de onderzoekers verklaard worden door kenmerken van de LIRIK zelf, de implementatie van de LIRIK, kenmerken van de gebruiker (zoals de eigen opvattingen, ervaring met de LIRIK ), de complexiteit van de problematiek en beperkingen van het onderzoek. Wel helpt de LIRIK professionals om gestructureerd te werken en oog te hebben voor risicofactoren voor kindermishandeling (Ten Berge et al., 2011).

Let op: de onderzoekers bevelen professionals aan om zich bij gebruik van de LIRIK bewust te zijn van de subjectiviteit van hun oordeel, en de veiligheid en risico’s samen met een collega en waar mogelijk de ouders in te schatten.

Het Triage-instrument Veilig Thuis versie 1.0 heeft als doel om ‘medewerkers van Veilig Thuis handvatten te geven om te beoordelen welke spoed en expertise nodig is om in te grijpen ten einde de fysieke en emotionele veiligheid van gezinsleden direct en op termijn te borgen’. Het Triage-instrument Veilig Thuis versie 1.0 is bedoeld om iedere melding van (een vermoeden van) huiselijk geweld en kindermishandeling te beoordelen op direct gevaar, op de ernst van de onveiligheid en de complexiteit van de problematiek, om vervolgens toe te kunnen leiden naar de specifieke expertise die nodig is om de veiligheid op maat te managen en op termijn risicogestuurde zorg te bieden (Vogtländer et al., 2015).

Aan de basis van het Triage-instrument Veilig Thuis versie 1.0 ligt de visie dat samenwerking tussen professionals en met ouders voorop staat en dat deze samenwerking in de eerste plaats gericht moet zijn op het werken aan directe veiligheid en pas daarna gericht kan worden op het aanpakken van de oorzaken die ten grondslag liggen aan de onveiligheid. Dit laatste wordt ‘risicogestuurde zorg’ genoemd en moet leiden tot stabiele veiligheid. Deze stabiele veiligheid legt weer de basis voor het werken aan herstel. Dit model, waarbij eerst samengewerkt wordt voor veiligheid en daarna samengewerkt wordt voor risicogestuurde en herstelgerichte zorg, noemen we ‘gefaseerde ketenzorg’ (Vogtländer & Van Arum, 2016).

CFRA-NL (California Family Risk Assessment), door Hermanns (2006) vertaald, is een actuarieel instrument dat bestaat uit een vragenlijst voor de professional. Op basis van een score kan een objectieve inschatting worden gemaakt van de kans dat een kind in de komende 18 tot 24 maanden binnen het gezin mishandeld of verwaarloosd wordt. De CFRA is gevalideerd voor de Nederlandse situatie (Van der Elst et al., 2012; Van der Put, Hermanns et al., 2016) en heeft een grote voorspellende waarde wanneer de totaalscore wordt gebruikt in plaats van de gecategoriseerde score of wanneer alleen de significante items worden meegewogen. Daarnaast is een veelbelovende set items gevonden die mogelijk een nog beter risicotaxatie-instrument vormen. Onderzoek hiernaar loopt.

CARE-NL (Child Abuse Risk Evaluation – Nederlandse versie; De Ruiter et al., 2012) is een klinisch instrument waarmee de professional een risico-inschatting maakt. De Ruiter et al. (2013) hebben een eerste verkennend onderzoek gedaan naar de CARE-NL en concluderen dat dit instrument mogelijk leidt tot een meer gestructureerde inschatting van de risico’s. 

Delta Veiligheidslijst (PI Research & Van Montfoort, 2009) is een checklist voor gezinsvoogden om de huidige veiligheid van het kind te beoordelen, en een klinisch instrument om het risico op kindermishandeling te beoordelen. De checklist is gebaseerd op de risicofactoren in de CARE-NL en maakt deel uit van de Deltamethode – een werkwijze voor de gezinsvoogdij, ontwikkeld door Adviesbureau Van Montfoort. In de praktijk wordt de lijst ook gebruikt in andere settings binnen de jeugdhulp en jeugdbescherming. De validiteit van de Delta Veiligheidslijst is niet onderzocht (behalve als CARE-NL).

Risicotaxatie-instrument Seksueel grensoverschrijdend gedrag (RiS) – versie 2.0 (NJi, 2016) is een klinisch instrument en een hulpmiddel om het risico in te schatten van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij kinderen. Het gaat om zowel het risico dat een kind slachtoffer wordt van seksueel grensoverschrijdend gedrag als het risico dat een kind dit gedrag gaat vertonen ten opzichte van andere kinderen of volwassenen. Ook signalen van loverboy-problematiek maken deel uit van het RiS. De interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van het RiS is matig tot goed bevonden (Bartelink et al., 2014).

Verder worden in de oplossingsgerichte benadering Signs of Safety (Turnell & Edwards, 1999) zogenaamde schaalvragen gebruikt door zowel professionals als in gesprek met de ouders en kind(eren). Bijvoorbeeld: ‘Geef aan op een schaal van 0 tot 10 hoe veilig het naar jouw idee is. Daarbij betekent 10 dat de zaak kan worden afgesloten omdat iedereen weet dat de situatie veilig is voor de kinderen; 0 betekent dat het zó onveilig is voor de kinderen dat ze (direct) uit huis geplaatst moeten worden.’ Schaalvragen zijn echter niet als een eigenstandig instrument voor veiligheids- en risicotaxatie te gebruiken, omdat zij daarvoor onvoldoende informatie geven. Schaalvragen kunnen deel uitmaken van andere instrumenten zoals bijvoorbeeld het geval is bij het Triage-instrument Veilig Thuis.

Overwegingen

Aanbevolen wordt om voor risicotaxatie een actuarieel instrument te gebruiken, zoals de ARIJ of CFRA-NL. Bij gebruik van een klinisch risicotaxatie-instrument moet men zich er bewust van zijn dat het hierbij gaat om een subjectieve inschatting van de veiligheid van het kind in de toekomst. Checklists (bijvoorbeeld met signalen) zijn geen gevalideerde instrumenten; het zijn vooral hulpmiddelen of een geheugensteun.