Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Samen beslissen over hulp
Jongere in rolstoel

Dialoog

Toelichting op de aanbeveling

  • Voer elke stap in het beslisproces zoveel mogelijk in dialoog met het kind en de ouders uit.

De dialoog met het gezin vereist het volgende van je:

  • Je kunt je handelen, overwegingen en beslissingen helder uitleggen en onderbouwen vanuit je professionele expertise.
  • Je vraagt het kind en de ouders expliciet naar hun mening, gedachten en ideeën. 

Dit leidt ertoe dat genomen besluiten een combinatie zijn van de expertise van professionals en de ervaringsdeskundigheid van het kind en de ouders.

In dit kader is ook het familiegroepsplan van belang. Hierin ligt vast:

Gesprekstechnieken voor de professional en rol van kinderen en ouders

Een kenniskring met jeugdprofessionals heeft verkend wat ‘beslissen in dialoog’ vraagt van zowel jeugdprofessionals als kinderen en ouders (zie voor een verslag: Bartelink & Kooijman, 2014). De stappen in het proces zijn gebaseerd op de stappen van shared decision-making (Joosten et al., 2008). Daarbij gaat het om samenhang, wederkerigheid en ruimte voor het proces dat het kind en de ouders nodig hebben om tot een gezamenlijk besluit te komen. Je ziet hieronder per stap in het gezamenlijke besluitvormingsproces:

  • Aandachtspunten en gesprekstechnieken voor jeugdprofessionals
  • Wat kunnen kinderen en ouders zelf doen in het beslisproces?

Welkom

Aandachtspunten en gesprekstechnieken voor jeugdprofessionalsWat kunnen kinderen en ouders zelf doen in het beslisproces?

De professionals:

  • heten het kind en de ouders welkom;
  • leggen uit dat zij op basis van gelijkwaardigheid met hen willen werken;
  • leggen uit wat de bedoeling van het gesprek is en vragen aan hen of ze zich daarin kunnen vinden;
  • stellen samen met hen de agenda voor het gesprek vast.

Het kind en de ouders:

  • geven hun visie op het doel van het gesprek;
  • zijn bereid op basis van gelijkwaardigheid met de professional te werken;
  • zijn actief bij het bepalen van de gespreksagenda.

1. Vraagverheldering

De professional vraagt welke vragen of problemen het kind en de ouders ervaren.

Aandachtspunten en gesprekstechnieken voor jeugdprofessionalsWat kunnen kinderen en ouders zelf doen in het beslisproces?

De professionals gaan als volgt te werk:

  • Ze leggen het kind en de ouders het proces uit dat zij samen met hen zullen doorlopen om een beslissing te nemen over de best passende hulp. Ze geven hun de gelegenheid hier vragen over te stellen en/of dit proces op basis van hun ideeën aan te passen.
  • Ze leggen uit waarom ze bepaalde vragen stellen, zodat het kind en de ouders de relevantie van bepaalde gegevens beter begrijpen en daardoor ook een betere bijdrage aan het gesprek kunnen leveren.
  • Ze vragen het kind en de ouders welke problemen zij ervaren. Om een indruk te krijgen van de last die zij van deze problemen hebben, kunnen de professionals een schaalvraag stellen. Het kind en de ouders geven dan op een schaal van 1 tot 10 aan hoeveel last zij ervan hebben. Dit biedt de professionals ook een mogelijkheid om door te vragen. Hoe zou de situatie eruitzien als de schaal 1 punt hoger zou aanwijzen? Wat zouden het kind en de ouders anders doen? Zo kunnen het kind en de ouders haalbare doelen stellen en nagaan hoe zij steeds meer grip op de situatie kunnen krijgen.
  • De professionals hebben oog voor wat er goed gaat in het gezin en benoemen dit. Door te vragen naar uitzonderingen op de problemen kunnen de betrokkenen inzicht krijgen in wat er goed gaat. Uitzonderingen zijn situaties waarin het probleem zich niet voordoet terwijl dat wel verwacht wordt. De professionals kunnen bijvoorbeeld vragen: “Op welke momenten is het probleem er niet of minder – en wat doet u op die momenten anders dan anders?” De professionals vragen hierop tot in detail door, kunnen hierin het aandeel van het kind en de ouders benadrukken (zoals hun vaardigheden en doorzettingsvermogen) en kunnen hen complimenteren. Kinderen en hun ouders zien uitzonderingen vaak over het hoofd of menen dat ze niet ter zake doen.

Het kind en de ouders:

  • gaan na hoe zij hun leven willen vormgeven en vragen ondersteuning als zij vragen of problemen hebben;
  • leggen uit waar ze moeite mee hebben en welke problemen zij ervaren;
  • kunnen door de vragen van de professionals meer zicht krijgen op hun vraag of probleem én op wat er goed gaat.

     

NB Zij blijven verantwoordelijk voor hun eigen leven en – in het geval van ouders – voor de opvoeding en ontwikkeling van hun (minderjarige) kind of kinderen.

2. Probleem- en krachtenanalyse

2a. Eventueel brengen de professionals samen met het kind en de ouders met behulp van observatie of vragenlijsten de problemen verder in kaart.

Aandachtspunten en gesprekstechnieken voor jeugdprofessionalsWat kunnen kinderen en ouders zelf doen in het beslisproces?
De professionals bekijken met welke middelen de situatie het best verder te verkennen valt.Het kind en de ouders geven hun kijk op de situatie.

2b. De professionals bespreken het probleem met het kind en de ouders (bijvoorbeeld wat het precies is, hoe het ontstaat, wat het in stand houdt, wat de mogelijke gevolgen ervan zijn en wat het betekent voor verwachtingen over de toekomst).

Aandachtspunten en gesprekstechnieken voor jeugdprofessionalsWat kunnen kinderen en ouders zelf doen in het beslisproces?
  • De professionals gebruiken geen vaktermen of leggen deze in begrijpelijke taal aan het kind en de ouders uit.
  • De professional bespreken met het kind en de ouders de zorgen en problemen ten aanzien van de opvoeding en ontwikkeling.
Het kind en de ouders vragen om verduidelijking als zij de professional niet goed begrijpen.

2c. De professionals gaan na of het kind en de ouders de informatie begrijpen en welke vragen zij hebben.

Aandachtspunten en gesprekstechnieken voor jeugdprofessionalsWat kunnen kinderen en ouders zelf doen in het beslisproces?

De professionals:

  • gaan na of het kind en de ouders de informatie herkennen en de betekenis delen;
  • vragen hun of zij zich kunnen vinden in het geschetste beeld van de problemen;
  • nodigen hen uit om actief met hen in dialoog te gaan om te komen tot een gedeeld verhaal.

Het kind en de ouders:

  • geven aanvullende informatie dat het beeld van de professionals over wat er aan de hand is aanscherpt;
  • dragen actief bij aan de oplossing van hun probleem door zaken in te brengen die voor hen belangrijk zijn.

3. Doelen opstellen

De professionals vragen het kind en de ouders wat zij willen bereiken of veranderen.

Aandachtspunten en gesprekstechnieken voor jeugdprofessionalsWat kunnen kinderen en ouders zelf doen in het beslisproces?

De professionals helpen het kind en de ouders om een of meerdere doelen te stellen. 

De ‘wondervraag’ kan hier bij een hulpmiddel zijn. De wondervraag luidt: “Stel dat er vannacht, terwijl u slaapt, een wonder gebeurt. Het wonder is dat de problemen waarvoor u hier zit, zijn opgelost. U weet het zelf niet, want u slaapt immers. Wat zou morgenochtend het eerste zijn waaraan u merkt dat het wonder gebeurd is?” 

Deze vraag helpt het kind en de ouders te bedenken wat er in de plaats van het probleem moet komen.

Het kind en de ouders:

  • beantwoorden de vragen over wat ze willen leren of bereiken;
  • beantwoorden de ‘wondervraag’ zo concreet mogelijk, waarbij ze de doelen verwoorden in termen van positieve en haalbare gedragingen.

4. Beslissen over hulp

4a. De professionals bespreken met het kind en de ouders welke oplossingen of behandelmogelijkheden er zijn, en wat de voor- en nadelen en verwachte resultaten hiervan zijn.

Aandachtspunten en gesprekstechnieken voor jeugdprofessionalsWat kunnen kinderen en ouders zelf doen in het beslisproces?
De professionals informeren het kind en de ouders in eenvoudige woorden welke hulpvormen geschikt (effectief) kunnen zijn om hun vraagstukken of problemen op te lossen.Het kind en de ouders denken mee over mogelijkheden waarvan zij denken dat die misschien geschikt voor hen zijn.

4b. De professionals vragen aan het kind en de ouders hoe zij tegen de verschillende mogelijkheden aankijken en welke voorkeur zij hebben.

Aandachtspunten en gesprekstechnieken voor jeugdprofessionalsWat kunnen kinderen en ouders zelf doen in het beslisproces?

De professionals:

  • vragen aan het kind en de ouders wat volgens hen kan helpen om goed om te gaan met de problemen;
  • staan open voor de wensen en voorkeuren van het kind en de ouders;
  • nemen de verantwoordelijkheid voor de opvoeding en de problemen niet van de ouders over, maar helpen hen om zelf beslissingen te nemen door vragen te stellen waarmee de ouders zicht krijgen op hun wensen en voorkeuren.

Het kind en de ouders:

  • geven hun mening over de mogelijkheden die de professionals aandragen;
  • brengen hun eigen oplossingen en ideeën naar voren;
  • vertellen het de professionals als een oplossingsmogelijkheid niet werkt of als zij die al (zonder succes) hebben geprobeerd.

4c. Gezamenlijk beslissen zij welke mogelijkheid het best aansluit bij de vraag of het probleem, en de voorkeuren van het ouders en het kind

Aandachtspunten en gesprekstechnieken voor jeugdprofessionalsWat kunnen kinderen en ouders zelf doen in het beslisproces?

De professionals doen het volgende:

  • Ze vatten samen (of vragen het kind en de ouders om samen te vatten) wat er in het gesprek gezegd is, inclusief welke argumenten voor en tegen bepaalde behandelmogelijkheden naar voren zijn gekomen.
  • Ze vragen aan het kind en de ouders of ze dit correct hebben samengevat.
  • Ze vragen het kind en de ouders wat hun conclusie is op basis van deze samenvatting, dus met andere woorden: welk besluit zij nu samen nemen. Dit verwoorden de professionals in zo concreet mogelijke taal die voor het kind en de ouders begrijpelijk is.
  • Ze evalueren het gesprek: hoe kijken de gesprekspartners terug op het verloop van het gesprek? Zijn er nog vragen of onderwerpen die aandacht verdienen? 

Het kind en de ouders:

  • vatten samen wat er tot nu toe is besproken en wat de voors en tegens van bepaalde hulpmogelijkheden zijn;
  • geven commentaar op de samenvatting van de professional;
  • dragen actief bij aan de evaluatie en benoemen eventueel nog openstaande vragen.

In gezamenlijke besluitvorming conform de gevonden (medische) literatuur wordt geen aandacht geschonken aan de oplossingen die cliënten zelf of samen met hun sociale netwerk kunnen bedenken. Vanwege de waarde die de jeugdhulp en jeugdbescherming hechten aan eigen kracht en de betrokkenheid van het sociale netwerk, is het bedenken van eigen oplossingen wel als aparte stap in de richtlijn opgenomen. Omdat de stappen in dit schema gebaseerd zijn op literatuur over gezamenlijke besluitvorming, wordt het verkennen en mobiliseren van het sociale netwerk in dit schema niet beschreven.