-
Onderzoek welk type behandeling of interventie effectief is gezien de hulpvraag en doelen van het kind en de ouders, rekening houdend met hun culturele achtergrond, cognitieve mogelijkheden en hun eigen verklaringsmodellen en oplossingen. Bronnen hiervoor kunnen andere richtlijnen zijn en de databank Effectieve jeugdinterventies.
-
Inventariseer met het kind en de ouders welke mogelijkheden er zijn voor hulp of ondersteuning, gezien hun situatie (gebaseerd op kennis over ‘wat werkt’). Breng daarbij de mogelijkheden in die jij ziet als professional, maar vraag ze ook naar de mogelijkheden die zij zien. Bespreek de verschillende mogelijkheden met het kind en de ouders, inclusief de voor- en nadelen. Ga bij hen na hoe zij over deze mogelijkheden denken en welke voorkeur zij hebben.
-
Neem samen met het kind en de ouders weloverwogen een beslissing over de best passende hulp, inclusief nazorg. Maak een integraal plan waarin alle doelen zijn beschreven. Geef daarbij ook aan in welke volgorde en hoe aan de doelen wordt gewerkt. Beschrijf in dit integrale plan welke afspraken gemaakt zijn over de steun die het sociale netwerk biedt.
-
Maak, als dat nodig is, afspraken met het kind en de ouders over de afstemming en samenwerking met andere belangrijke betrokkenen, bijvoorbeeld de huisarts en de school. Stel bij complexe en meervoudige problemen in gezinnen een jeugdprofessional aan die de zorg coördineert als ouders zelf niet in staat zijn om het overzicht te houden en de benodigde afstemming tot stand te brengen (‘één gezin, één plan”).