Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Dyslexie
Jongere met tas kijkt om

4. Signalering en ondersteuning

Problemen signaleren

Hoe kun je lees- en spellingsproblemen signaleren?

Aanbevelingen

Signalering van lees- en spellingsproblemen

  • Personen met dyslexie lopen een hoog risico om ernstige belemmeringen te ontwikkelen in hun schoolse, professionele en sociale functioneren. Als lees- en spellingspecialist en als gedragswetenschapper is het belangrijk om kinderen die (vermoedelijk) dyslexie hebben zo vroeg mogelijk te signaleren. Dan valt namelijk zo snel mogelijk de nodige ondersteuning in te zetten. Bij sommige kinderen zullen extra ondersteuning binnen het onderwijs en de inzet van hulpmiddelen volstaan. Bij anderen zal intensieve en gespecialiseerde zorg noodzakelijk zijn.

  • Let vanaf de kleuterperiode op kenmerken die kunnen wijzen op een risico op achterstand in de lees- en/of spellingontwikkeling. Zorg ook voor intensivering van ondersteuning om achterstanden zoveel mogelijk te voorkomen.

  • Houd bij het vormgeven van een doorgaande lijn oog voor passende perspectieven. 

Volgen van de lees- en spellingontwikkeling

  • Volg de ontwikkeling van alle kinderen aan de hand van toetsen en observaties. Door de ontwikkeling regelmatig te monitoren is tijdige signalering mogelijk en valt het effect te bepalen van instructie op groepsniveau en de ontwikkeling ten opzichte van de normgroep.

Effecten van ondersteuning

  • Volg de ontwikkeling van individuele leerlingen die risico lopen op achterstand. Doe dit door de effecten van ondersteuning te monitoren en de instructiegevoeligheid te bepalen.

Implementatie ondersteuningsniveau 3

Wat zijn werkzame elementen voor een goede implementatie van ondersteuningsniveau 3 binnen de school en het samenwerkingsverband?

Aanbevelingen

Implementatie van ondersteuningsniveaus

  • Werk in het onderwijs volgens het continuüm van onderwijs en zorg om de ondersteuningsbehoefte van kinderen te bepalen en hieraan invulling te geven op verschillende niveaus (onder andere niveau 3). Zorg dat de ondersteuningsniveaus goed worden uitgevoerd en op elkaar aansluiten door de instructiekenmerken van de verschillende niveaus op elkaar af te stemmen.

  • Zorg voor een protocol waarin is vastgelegd wanneer en hoe de lees- en spellingontwikkeling in kaart wordt gebracht en achterstanden worden gesignaleerd. Maak voor het opstellen van zo’n signaleringsprotocol gebruik van bestaande handreikingen, zoals protocollen voor het onderwijs en toetskalenders (zie ook www.dyslexiecentraal.nl).

  • Gebruik het signaleringsprotocol om kinderen te selecteren die voor extra ondersteuning op niveau 2 en 3 in aanmerking komen – en om kinderen te identificeren die hiervan onvoldoende profiteren en in aanmerking komen voor verdere diagnostiek en (eventueel) behandeling.

  • Evalueer kritisch aan de hand van de (verdeling van) observatie- en toetsgegevens of de kwaliteit van instructie, begeleiding en ondersteuning op alle niveaus volstaat.

  • Gebruik toetsen die de lees- en spellingontwikkeling (inclusief eventuele deelvaardigheden) op een bepaald moment bij een specifiek kind betrouwbaar in beeld brengen. Gebruik hiervoor toetskalenders (zie www.dyslexiecentraal.nl). Ga ook van tevoren na met welke toets een vaardigheid betrouwbaar in kaart valt te brengen en of kwalitatieve analyse bijdraagt aan de interpretatie van toetsresultaten.

  • Richt de signaleringsprocedure zó in dat vroege signalering in de onderbouw van het basisonderwijs mogelijk is. Dit betekent dat de taalontwikkeling al vanaf groep 1 wordt gemonitord en dat er een warme overdracht naar groep 3 plaatsvindt. De lees- en spellingontwikkeling wordt vanaf groep 3 gevolgd. Daarnaast worden de effecten van zowel het onderwijsaanbod als de extra ondersteuning geëvalueerd. Het is van belang om alert te zijn op de mogelijkheid dat lees- en/of spellingproblemen ook na de onderbouw (in de bovenbouw of na het basisonderwijs) aan het licht kunnen komen.

  • Ga uit van een gestandaardiseerde werkwijze op ondersteuningsniveau 3. Dit maakt het mogelijk om te evalueren hoe verschillende personen deze werkwijze uitvoeren - en om die verschillende manieren van uitvoering te vergelijken. Leg deze werkwijze vast in een protocol of schoolplan. Dat maakt betrouwbare, controleerbare implementatie mogelijk.

  • Monitor de implementatie van het continuüm voor onderwijs en zorg (inclusief ondersteuningsniveau 3) door de volgende elementen te evalueren:

    • De toetsprocedures.
    • De uitvoering van instructie, begeleiding en interventie.
    • De beslismomenten en de geboden ondersteuning.
Ondersteunen op niveau 3

Hoe kunnen professionals leerlingen het beste ondersteunen op ondersteuningsniveau 3?

Aanbevelingen

Ondersteunen op niveau 3

  • Zorg voor effectieve ondersteuning op niveau 3. Let op: ondersteuning op niveau 3 vervangt de instructie en begeleiding op niveau 1 en 2 niet, maar komt daar bovenop; er is sprake van ‘gestapelde zorg’.

  • Zorg dat de ondersteuning op niveau 3 voldoende intensiteit heeft. Doe dit door de interventie individueel of eventueel in kleine groepen (maximaal 3 à 4 kinderen) aan te bieden. Ruim daarnaast voldoende instructietijd in: minimaal 3 keer per week 20 minuten voor 2 periodes van 10 tot 12 weken in een periode van een half jaar.

  • Zorg dat een lees- en spellingspecialist de ondersteuning op niveau 3 uitvoert en/of ondersteunt.

  • Richt de niveau-3-interventie op hiaten in de lees- en/of spellingontwikkeling van de leerling, zodat deze het klassikale lesprogramma weer kan volgen.

  • Sluit bij het vormgeven van de niveau-3-interventie aan bij bewezen effectieve kenmerken van instructie, begeleiding en interventie. Maak voor zover mogelijk ook gebruik van bewezen effectieve interventieprogramma’s. Raadpleeg verder de website www.dyslexiecentraal.nl voor concrete handreikingen.

  • Richt de niveau-3-interventie in het voortgezet en post-secundair onderwijs op leesvloeiendheid binnen een betekenisvolle context. Hierbij krijgen vaak ook leesbegrip en leesstrategieën aandacht.

Informatie in leerlingdossier

Welke informatie moet een leerlingdossier bevatten voor diagnose en vervolgonderzoek door professionals?

Aanbevelingen

Informatie in leerlingdossier

  • Registreer de lees- en spellingontwikkeling en de geboden hulp in een leerlingdossier op een voor de school-gedragswetenschapper navolgbare wijze.

  • Ga na welke informatie een leerlingdossier moet bevatten door het format te gebruiken dat op www.dyslexiecentraal.nl staat voor een goed en volledig leerlingdossier.

  • Ga bij alle aangemelde leerlingen na hoe hun lees- en spellingontwikkeling is verlopen, welke ondersteuning er is aangeboden en welke ondersteuning er nog valt te bieden om de ernst en hardnekkigheid van lees- en spellingproblemen te onderbouwen.