
Acute onveiligheid
Toelichting op de aanbeveling
-
Beslis alleen tot uithuisplaatsing in een crisissituatie bij een acute onveiligheid die niet op andere manieren direct op te lossen is. Weeg daarbij af of de onveiligheid in de thuissituatie groter is dan de onveiligheid die de uithuisplaatsing met zich meebrengt. Beslis altijd samen met een gedragswetenschapper over een mogelijke uithuisplaatsing. Bespreek met ouders en kinderen wat de mogelijke schade kan zijn van een uithuisplaatsing in een crisissituatie.
Criterium: ernstige acute onveiligheid
Het sociale netwerk, de al aanwezige hulp, ambulante crisisinterventies – als dit allemaal niet of niet voldoende is om de veiligheid in een gezin te vergroten, dan kan uithuisplaatsing nodig zijn. De wetenschappelijke literatuur geeft geen criteria voor zulke crisisplaatsingen. Volgens de herzieningswerkgroep is ernstige acute onveiligheid in het gezin het enige criterium voor een jeugdprofessional om een kind direct uit huis te plaatsen. Want in deze situaties is de kans op (blijvende) schade bij kinderen zeer groot.
Bij dit criterium hoort dat crisisplaatsing alleen een optie is wanneer je de onveiligheid niet op andere manieren direct kan oplossen. Ook moet de onveiligheid in de thuissituatie groter zijn dan de onveiligheid die de uithuisplaatsing met zich meebrengt.
Een andere mogelijke reden voor een uithuisplaatsing is als een jongere van 12 jaar of ouder hier expliciet om vraagt. In zo’n situatie zijn op korte termijn lichtere interventies niet bruikbaar om de situatie voldoende te verbeteren, omdat een jongere of ouder hier geen vertrouwen in heeft.
Afweging maken
Als jeugdprofessional onderzoek je dus eerst de mogelijkheden om de onveiligheid te bestrijden met de minst ingrijpende interventie. Beoordeel bij een uithuisplaatsing altijd zorgvuldig de voors en tegens van interventies die minder ingrijpend zijn. En besluit alleen tot een uithuisplaatsing als je behoorlijk zeker bent dat dit een betere keuze is dan andere mogelijkheden.
Zorg ook dat ouders en kinderen deze overwegingen meekrijgen. En dat ze de voors en tegens van een uithuisplaatsing kennen en begrijpen. Er is namelijk een groot risico op schade voor een kind bij een acute uithuisplaatsing, zeker bij een gesloten plaatsing. Geef goede voorlichting aan de ouders, zodat ze beseffen waarom de uithuisplaatsing de beste beslissing kan zijn. Bewustzijn van de mogelijke schade van een uithuisplaatsing kan helpen nadenken over andere oplossingen.
Vormen van uithuisplaatsing
Er zijn verschillende mogelijkheden voor een uithuisplaatsing in een crisissituatie: tijdelijke netwerkplaatsing, crisispleeggezin of crisisopvang. Het heeft de voorkeur een kind binnen het eigen netwerk te plaatsen bij mensen die het vertrouwt. Als dit niet mogelijk is, heeft een pleeggezin voorkeur boven de crisisopvang.
Alternatieve oplossing bij gebrek aan passende plek
Het kan voorkomen dat er geen passende plek voor een kind beschikbaar is. In dat geval overleggen betrokken jeugdprofessionals met elkaar en met het gezin wat een alternatief kan zijn, dus de op een na beste optie. Daarbij maken zij afspraken met elkaar over hoe zij de veiligheid van betrokkenen in beeld kunnen houden en zo nodig in actie kunnen komen bij signalen van onveiligheid.
Korte duur en terugplaatsingsplan
Uithuisplaatsing in een crisissituatie is van korte duur, namelijk maximaal vier weken. Dit moet voor alle betrokkenen duidelijk zijn. Stel daarom meteen na de uithuisplaatsing een terugplaatsingsplan op, samen met het kind en de ouders.