Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Uithuisplaatsing en terugplaatsing
Jongere met fiets

Maak een inschatting van de ernst van de situatie

Toelichting op de aanbeveling

  • Maak tijdens de melding een eerste inschatting van de aard en ernst van de situatie en van de urgentie van de melding. Als er sprake is van een levensbedreigende situatie, bel dan 112 of vertel de melder dat die 112 moet bellen.

Eerste inschatting

Wanneer een melding van een crisis binnenkomt bij jou als jeugdprofessional, maak dan meteen een eerste inschatting van de situatie. Je doet dit op basis van het verhaal van de melder en waar mogelijk met gegevens over hulp die een gezin nu krijgt of al eerder heeft gehad. Bepaal zo of er sprake is van een crisis én wat er in ieder geval meteen nodig is om de crisissituatie aan te pakken. Maak ook een inschatting van de veiligheid van betrokkenen (ouders, kinderen en anderen), en denk ook na over de potentiële veiligheid van een jeugdprofessional die (mogelijk) op de crisis afgaat.

Vijf kernvragen

De eerste en belangrijkste bron voor deze afwegingen is het gesprek met de melder. Die melder kan een ouder of kind zelf zijn, maar ook een andere professional. Zorg dat je tijdens het telefoongesprek met de melder antwoord krijgt op de volgende vragen:

  • Wat is er gebeurd?
  • Wat is er bekend?
  • Is het nu veilig?
  • Wat moet er nu gebeuren?
  • Wie zijn er betrokken en hoe staan die betrokkenen erin?

Aan de hand van deze vijf kernvragen probeer je duidelijk te krijgen wat volgens de melder de aard en ernst van de situatie is, waar de melder zich zorgen over maakt en wat maakt dat de melder zich hier nú zorgen over maakt, wat de wens of vraag van de melder of de betrokken ouders en kind is en wat de melder zelf of met hulp van anderen aan de situatie kan doen.

Bespreek daarnaast ook met de melder het verdere verloop van de gemelde situatie en maak afspraken over een eventuele terugkoppeling. Meestal is het noodzakelijk dat er medewerkers bij de het gezin langsgaan om een verdere beoordeling van de situatie te maken.

Andere informatie en externe hulp

Naast informatie uit het gesprek met de melder heb mogelijk ook informatie over een eerder gemaakte verklarende analyse en over de huidige en eerdere hulpverlening. Neem deze gegevens mee in de eerste beoordeling, om zo een zorgvuldige inschatting te maken over de beste aanpak in deze situatie. Zo nodig kun je contact opnemen met andere betrokken hulpverleners, om samen een inschatting te maken van de aard en ernst van de situatie. Ook kun je hiervoor professionals met een andere expertise inschakelen. Zo kun je bijvoorbeeld behoefte hebben aan de expertise van een arts, de jeugd- of volwassen-ggz of de politie.

Met dit geheel aan informatie trek je een conclusie over de aard, ernst en urgentie van de situatie. Evenals een conclusie over de veiligheid van betrokkenen en professionals die op de situatie afgaan.  

De vijf kernvragen die de jeugdprofessional aan de melder stelt, zijn geformuleerd in navolging van het landelijk project Veiligheid voorop. Dat is gericht op een verbetering van de samenwerking tussen de zorg en strafketen bij acute onveiligheid, en afgestemd met de werkgroep Crisis jeugdzorg.

Breder begrip van veiligheid

In afstemming met de werkgroep Crisis jeugdzorg van AKWA is het inschatten van veiligheid verbreed van veiligheid van kinderen in het gezin naar veiligheid van kinderen en gezinnen in brede zin. In de AKWA-werkgroep zijn ook twee checklists gekozen die passen bij deze verbreding van het begrip veiligheid. De ene is een checklist voor het inschatten van het risico op zelfdoding. De andere is een checklist om in te schatten of een ouder of kind een gevaar voor diens omgeving is (agressie). Beide checklists zijn beknopt en eenvoudig te gebruiken, wat aansluit bij de behoeften van professionals die handelen in een crisissituatie.