Overslaan en naar de inhoud gaan
Richtlijn
Dyslexie
Jongere met tas kijkt om

Aandachtspunten behandeling

Toelichting op de aanbeveling

  • Richt de behandeling op het oefenen van het alfabetisch principe. Vul dat eventueel aan met behandeling gericht op het verbeteren van de leesvloeiendheid en het vergroten van de woordenschat en/of het leesbegrip.

Er is weinig bekend over de effectiviteit van behandeling van lees- en/of spellingproblemen bij meer- en anderstalige kinderen. Toch lijkt het aannemelijk dat zij net als eentalige leeftijdsgenoten baat kunnen hebben bij behandeling. Deze eentalige kinderen met dyslexie krijgen meestal een behandeling die gebaseerd is op het alfabetisch principe (fonologische vaardigheden en woordlezen). Behandelaars geven daar de voorkeur aan. Internationale studies suggereren dat deze behandeling ook effectief is voor meertalige kinderen met dyslexie. 

Net als de interventies op school richt de behandeling zich idealiter op zowel lees- en/of spellingsvaardigheid als mondelinge taalvaardigheid. Er zijn aanwijzigingen dat een behandeling effectiever is als deze niet alleen het alfabetisch principe stimuleert, maar ook leesvloeiendheid, woordenschat en/of leesbegrip. Welke combinatie van deze behandelelementen het effectiefst is, is nog onduidelijk. Mogelijk speelt de afstemming tussen de didactische aanpak en taalvaardigheid ook een rol in die effectiviteit. Sommige kinderen hebben bijvoorbeeld meer tijd nodig om bepaalde klank-tekenkoppelingen te leren. Daarnaast is extra oefenen in de thuisomgeving niet voor alle kinderen mogelijk. 

Onderzoek heeft nog niet uitgewezen:

  • hoe lang en intensief een behandeling moet zijn om goede resultaten te behalen;
  • of de effectiviteit vergelijkbaar is voor meer- en anderstaligen; en
  • in hoeverre de effecten bij hen vergelijkbaar zijn met de effecten bij Nederlandstalige (eentalige) kinderen.

Weinig onderzoek

Er is weinig onderzoek gedaan naar de effectiviteit van dyslexiebehandelingen bij meer- of anderstalige kinderen. Wel is bekend dat er grote overeenkomsten zijn tussen de cognitieve profielen van meertalige, anderstalige en eentalige kinderen met dyslexie. Daarom is het aannemelijk dat zij allemaal profiteren van een vergelijkbare behandeling. En inderdaad krijgen meer- en anderstalige kinderen meestal dezelfde behandeling als hun eentalige leeftijdsgenoten.

Diverse onderzoeken bevestigen dat die behandeling ook voor meer- en anderstalige kinderen werkt. Studies van Lovett en collega’s (2008) en Denton, Anthony, Parker en Hasbrouck (2004) laten bijvoorbeeld zien dat behandelprogramma’s die zich richten op het aanleren van het alfabetisch principe, fonologische en leesvaardigheden positieve effecten hebben op de leesvaardigheid van meer- en anderstalige kinderen met leesproblemen. Ook een kleinschalige studie (Fawcett & Lynch, 2000) en studies bij jonge kinderen met een verhoogd risico op dyslexie (Wise & Chen, 2010, 2015) onderschrijven de voorzichtige conclusie dat behandeling gericht op het alfabetisch principe effectief is voor meer- en anderstalige kinderen met dyslexie. Fawcett en Lynch (2000) wijzen er daarbij nog op dat anderstalige kinderen vaak specifieke problemen ervaren met klank-tekenkoppelingen die sterk afwijken van de klank-tekenkoppelingen in hun moedertaal of klank-tekenkoppelingen die in hun moedertaal afwezig zijn. Daardoor hebben zij langer en meer oefening nodig.

Meervoudige behandeling

Sommige onderzoekers stellen dat behandeling voor meer- of anderstalige kinderen met dyslexie moet bestaan uit een gecombineerde aanpak; één die niet alleen effectieve elementen van dyslexiebehandeling bevat, maar ook effectieve elementen van de behandeling van taalproblemen door meertaligheid (zie onder andere Mortimore et al., 2012; Vaughn et al., 2005). De effectieve elementen van dyslexiebehandeling (zoals beschreven bij Behandeling en ondersteuning) gaan dan gepaard met activiteiten die zich richten op het verbeteren van woordenschat, leesbegrip en soms ook mondelinge taalvaardigheid (woord- en zinsvorming). 

Meerdere studies hebben laten zien dat dit soort meervoudige behandelingen positieve effecten hebben op leesvaardigheid en leesbegrip – zowel bij jonge kinderen met een verhoogd risico op een leesstoornis (Cirino et al., 2009; Vaughn et al., 2005) als bij oudere kinderen en adolescenten met een leesstoornis (Graves et al., 2011; Vaughn et al., 2011). De effecten van deze meervoudige behandelingen lijken ook groter dan de effecten van behandelingen die uitsluitend gericht zijn op woordlezen (Huddle, 2014). 

Wel is het belangrijk om te benadrukken dat deze interventieprogramma’s doorgaans lang duren (van 60 tot 130 sessies) en zich vaak richten op kinderen met een lage sociaal-economische status. Binnen Nederland is er nog geen onderzoek gedaan naar de effectiviteit van dyslexiebehandeling voor meer- of anderstalige kinderen.

Didactische afstemming

Het is ook raadzaam om binnen behandelprogramma’s voor meer- en anderstalige kinderen met dyslexie de didactische aanpak af te stemmen op de beperkte taalvaardigheid. Dat kan bijvoorbeeld op de volgende manieren:

  • Extra herhaling door instructie.
  • Redundant taalgebruik.
  • Combinatie van mondelinge uitleg met visuele ondersteuning (zoals plaatjes of schema’s) en het voordoen van opgaven.
  • Kinderen de kans geven om uitgebreid en beschrijvend te antwoorden (het geven van een bondig antwoord is vaak lastig).
  • Het voeren van brede mondelinge dialogen.
  • Het vermijden van teksten met onbekende of typisch Nederlandse woorden en concepten. 

Er zijn op dit moment geen onderzoeksresultaten bekend over de bijdrage van deze didactische afstemming aan de de effectiviteit van dyslexiebehandeling. Maar de aanpak is ontwikkeld op basis van onderzoek naar taalonderwijs bij meertalige kinderen (zie onder andere Piazza et al., 2015; Vaughn et al., 2005). Daarom is het aannemelijk dat de didactische afstemming op beperkte taalvaardigheid ook effectief is bij meertalige kinderen met dyslexie.

Begeleiding thuis

In gezinnen van meertalige kinderen is het soms minder gebruikelijk is om (voor) te lezen dan in gezinnen van eentalige kinderen (zie onder andere Kenner, 2005; Scheele et al., 2010). Dit kan bijvoorbeeld komen doordat ouders minder vaardig zijn in het lezen in deze tweede taal. Of doordat leesactiviteiten worden verdeeld over de moedertaal en tweede taal. 

Het is belangrijk dat dyslexiebehandelaars hier rekening mee houden. Bij de meeste dyslexiebehandelingen is het de bedoeling dat kinderen veelvuldig lees- en spellingoefeningen thuis maken en hierbij begeleiding krijgen van hun ouders. Als die ouders hier niet (goed) toe in staat zijn, is het nodig een alternatief te zoeken. Zo zijn er misschien broers of zussen die kunnen ondersteunen. Zij zijn vaak vaardiger in het Nederlands dan hun ouders. Een andere mogelijkheid is huiswerk meegeven dat minder begeleiding vereist: kinderen kunnen dat makkelijker zelfstandig maken.