
Achtergrondinformatie
Toelichting op de aanbeveling
-
Zorg dat pleegouders in ieder geval achtergrondinformatie krijgen over het kind, bij voorkeur ook van kind en ouders zelf.
Om het gedrag van kinderen goed te kunnen begrijpen, moet je weten wat ze hebben meegemaakt in de (gehechtheids)relatie met hun ouder. Hun gedrag is te zien als een reactie op het gedrag van de ouder, of de omstandigheden waarin het kind geleefd heeft. In extreme situaties gaat dit om bijvoorbeeld armoede, honger of kou. Voor de pleegouders soms onverklaarbare angsten – zoals in paniek raken bij het zien van het bed van de pleegouders – kunnen voortkomen uit eerdere ervaringen van kinderen met hun ouders. Ook kan een afwijkende manier van aandacht vragen van een kind voortkomen uit de manier waarop die een beroep op de ouder deed, bijvoorbeeld door driftaanvallen of doen alsof je niets hoort.
Het is van groot belang om bij pleegouders naast de negatieve ervaringen van kinderen ook de positieve ervaringen uit de relatie met hun ouders te benoemen. Bijvoorbeeld wanneer hun kind blij was, wanneer het lief was en wanneer de ouders genoten van hun kind. Ook informatie over het netwerk van kinderen is hierbij belangrijk. Om optimale ondersteuning te bieden en een breakdown te voorkomen is het nodig om het netwerk te benutten en belangrijke vertrouwenspersonen te betrekken of hier actief naar op zoek te gaan.
De herzieningswerkgroep geeft aan dat het belangrijk is dat voorafgaand aan de plaatsing voldoende informatie beschikbaar is vanuit de verwijzende instantie, om zo gelijk gepaste zorg te kunnen bieden. Ook is het voor kinderen en ouders belangrijk dat pleegouders die achtergrondinformatie respecteren en er niet over oordelen.